183 dat deze toen aldaar nog volgens de jaren van inkomen werden bewaard. Toen hun aantal echter groeide en daardoor deze chrono logische ordening te onpraktisch werd, heeft men, vermoedelijk tusschen de bovengenoemde jaren 1462 en 1467, een andere ordening ingevoerd en de bij elkaar behoorende charters over de, toen met opschriften voorziene, laden der charterkast verdeeld. Deze nieuwe ordening blijkt er een naar onderwerpen te zijn geweest, te beginnen met de voor de toenmalige administratie belangrijkste als „regeering" enz. Het behoeft ons daarom ook niet te verwonderen, dat we het befaamde tolprivilege van 1275 pas in de 18e Iade aantreffen. Dit stuk had immers toentertijd uit bestuursoogpunt feitelijk reeds alle waarde verloren. Blijkens den" oudsten inventaris der charterkast van 1635 was deze ordening toen nog, behoudens enkele te verklaren uit zonderingen, precies dezelfde en bleef dit ook na het langzamerhand in onbruik geraken dezer bewaarplaats, zooals uit de latere inventarissen van 1654, 1705 en 1850 blijkt De voortdurende vermeerdering van het aantal charters gaf aanleiding tot het in gebruik stellen van meerdere laden en het nummeren van alle laden met zwarte romeinsche cijfers van I tot en met XLV. Dat deze nummering van jonger datum is, blijkt uit het feit dat op de laden twintig tot en met vier en twintig deze cijfers op bekrompen wijze tusschen de twee daarop geplakte perkamenten strookjes zijn gezet moeten worden, terwijl op de lade vier en twintig zelfs een gedeelte van het cijfer over een der perka menten strookjes is heen getrokken. In het privilegeboek heeft men toen omstreeks 1500 naast de afschriften het nummer van de Iade bijgeschreven waarin de origineelen lagen, om zoodoende het terug vinden te vergemakkelijken. Op sommige laden komen ook nog sporen van papieren strookjes voor. Aangezien zij hier en daar over de cijfers zijn heengeplakt blijken deze van nog jonger datum te zijn. De laden 31 —36, welke zooals gezegd na de ordening van 1462—1467 werden in gebruik genomen, bevatten bijna uitsluitend charters, waarop in dorso de plaats hunner aanvankelijke bewaring op het stadhuis voor komt. Daaruit, blijkt dat vele later ingekomen privileges zeer langen tijd ten stadhuize zijn bewaard gebleven alvorens naar de Oude kerk te worden overgebracht. De overige laden zijn, met uitzondering van no. 39, ledig gebleven. Andere tijden brachten andere administratieve methoden waardoor deze bewaarplaats sedert het begin der 17e eeuw Overbodig is geworden. Ten slotte nog iets over de plaats waar deze charterkast in de Na dien heeft men den inhoud der charterkast met alle overige charters ten archieve tot één chronologisch gerangschikte collectie vereenigd. in 1925 heb ik echter den oorspronkelijken inhoud der laden weder gereconstrueerd.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1932 | | pagina 26