181
op de komst was. De behandeling van de archivariskwestie zou echter
eerst na de gemeenteraads-verkiezingen van 1931 plaats vinden.
Inderdaad heeft de behandeling in het najaar van 1931 plaats
gehad. B. en W. adviseerde echter den ouden toestand te handhaven.
Gelukkig kwamen een viertal raadsleden, mevr. Riesz Noothoven
van Goor en de heeren Polet, van den Endt en van Wiinen met een
tegengesteld voorstel. En dit laatste voorstel werd den 14en December
met 12 tegen 8 stemmen aangenomen.
Om onbekende redenen bleef echter de benoeming van een
archivaris nog geruimen tijd uit.
Ten slotte werd dan benoemd mej. dra. M. C. M. van Hattum
uit 's-Gravenhage, die op 1 Juli 1932 in functie trad.
Eindelijk, na elf jaar heeft Gouda dan weer een wetenschappelijken
archivaris.
Een woord van hulde past hier aan de Goudsche raadsleden, die,
niettegenstaande de financieele omstandigheden, niet geaarzeld hebben
voor het Goudsche archief op te komen en geestelijke belangen hooger
hebben gesteld dan persoonlijke gevoeligheden. Dr. Mr. J. SMIT.
De Charterkast uit de IJzeren Kapel in de Oude Kerk
te Amsterdam.')
Van oudsher zijn de bij het Amsterdamsche stadsbestuur van
hoogerhand ingekomen perkamenten brieven, als privilegiën e. d., in
de Oude kerk bewaard, maar hoe en waar precies dit aanvankelijk
het geval is geweest is niet bekend. Later werden deze stukken
geborgen in de kast in de IJzeren Kapel 2), een vertrek dat gelegen
is aan de westzijde van den zuiderkruisbeuk der kerk boven het
zuiderportaal, op ongeveer vijf meter hoogte boven den beganen
grond, Zie Afbeelding I hiernevens. Het is toegankelijk door
een ijzeren deur, welke men vanuit genoemden zuiderkruisbeuk bereikte
door middel van twee ladders of trappen, boven elkander geplaatst,
van welke de laatste rustte op een houten dekbord, dat in den muur
is bevestigd. Achter deze ijzeren deur, waaraan het vertrek zijn naam
ontleende, bevond zich een dito van hout en wanneer deze was
geopend zag men in een nis in den muur tegenover den ingang de
charterkast (hoog 112 c.M., breed 102 c.M. en diep 53 c.M.), waarvan
de deur neergeklapt kan worden en, door een zich er aan bevinden
den draaibaren poot ondersteund, als tafel dienst kan doen, Zie
Aquarel G. Lamberts 18
Afb. 1. Interieur van den zuiderkruisbeuk der Oude kerk.
Precies in het midden der afbeelding ziet men de met twee diagonale banden beslagen ijzeren deur,
welke toegang verleent tot de IJzeren Kapel en die men langs twee ladders, waarvan de bovenste
op het in den muur bevestigde dekbord werd geplaatst, kon bereiken.
Dit opstel is met toestemming van het Bestuur van het Genootschap A m s t e I o-
damum overgenomen uit het jaarboek van dit jaar. De cliché's de drie afbeeldingen zijn
eveneens welwillend door het Genootschap ter onzer beschikking gesteld.
2) Vóór de 19e eeuw werd deze kapel „het secreet" genoemd.