82
Dit in het begin van het jaar 1931 verschenen boekwerk van
meer dan 800 bladzijden, bevat in de eerste plaats en voorbericht
van den heer Cuvelier, opgesteld zoowel in het Fransch als in het
Nederlandsch, voorts eene beschrijving van het nieuwe archiefgebouw,
geheeten de Poorterslogie, te Brugge, door den provincialen archivaris
van West-Vlaanderen, (in het Nederlandsch) daarna het rapport van
den heer Cuvelier over het Algemeen Rijksarchief (in het Fransch)
en ten slotte de rapporten der provinciale archivarissen over de
Staatsarchieven te Antwerpen (Ned.), Arlon (Fr.), Brugge (Ned.),
Gent (Ned.), Hasselt (Ned.), Luik (Fr.), Bergen (Fr.), en Namen (Fr.).
Al die rapporten sluiten zich aan bij die, welke over den toestand
dier archieven tijdens de oorlogsjaren gepubliceerd zijn.
De inrichting van dezen bundel biedt zooveel punten van over
eenkomst aan met de jaarlijks hier te lande verschijnende Verslagen
omtrent 's Rijks oude Archieven, dat eene vergelijking zich als het
ware opdringt. Evenals voor onze verslagen is ook voor die onzer
Belgische collega's een schema vastgesteld, waarnaar de onderwer
pen, waarover elk verslag loopt, achtereenvolgens behandeld worden.
Dit schema komt in vele opzichten met het hier te lande geldende
overeen; ik vermoed, dat het laatste door wijlen Victor de Stuers
voor het grootste gedeelte aan het toen in België geldende ontleend
is. Sedert zullen beide schema's in elk land zelfstandig gewijzigd
zijn voor de Nederlandsche archivarissen is dat bij het laatstelijk
vaststellen der instructies geschied en zoo zijn de verschilpunten
te verklaren, die echter betrekkelijk weinig talrijk zijn. De Neder
landsche afdeelingaanwinsten en verliezen is in de Belgische ver
slagen over twee rubrieken verdeeldde bij ons gebruikelijke paragraaf,
die handelt over het „gebruik, van het archief gemaakt en inlichtingen
verstrekt aan ambtenaren en particulieren" correspondeert met de
Belgische afdeelingenles communications faites au public, les expeditions
en photographie de documents et de sceaux; en eindelijk heeft de
Belgische indeeling nog bijzondere paragraphen, die heetenla biblio-
thèque, la collection sigillographique en la salie d'exposition.
Evenals dat vroeger ook in onze jaarverslagen het geval was,
zijn ook in de verslagen onzer Belgische collega's volledige lijsten
opgenomen van de aanwinsten, niet alleen wat de archivalia maar
ook wat de gedrukte boeken betreft, en van de verzoeken om in
lichtingen, zoo schriftelijk als mondeling, waaraan kon worden voldaan.
83
Vormden die opgaven in onze jaarverslagen zulke lange lijsten, dat
men de eerste naar een bijlage van het verslag overhevelde, en de
tweede nog slechts in zeer verkorten vorm opneemt en zonder de
namen der personen, die inlichtingen vroegen, te vermelden, dit euvel
doet zich in de Belgische verslagen, die over tien of elf jaren loopen,
nog meer gevoelen. Die opgaven nemen een overmatig groot deel
van den inhoud van het boekwerk in beslag,
Wat is wenschelijker, de verslagen jaarlijks uit te brengen als in
Nederland of telkens van eenige jaren gezamenlijk verslag te geven,
gelijk in België gebruikelijk is? Beide methoden hebben hare goede
en hare kwade zijden. Bij het in ons vaderland geldende gebruik
wordt de archivaris er licht toe gebracht om, teneinde de in een
bepaald jaar voorgevallen gebeurtenissen in het rechte verband te
stellen, in herhaling te treden van wat reeds het vorige jaar vermeld
is, en zelfs dan valt het verband met hetgeen er toen geschied is,
niet zoo helder in het oog, als wanneer men over beide jaren in één
verslag handelt; anderzijds loopt de belangstelling in een verhaal
omtrent hetgeen verscheidene jaren geleden gebeurd is, groot gevaar
bij de lezers van het verslag teloor te zijn gegaan.
Het verslag van den Algemeenen Rijksarchivaris zelf wordt vooraf
gegaan door 1°. eene lijst der in die tienjarige periode vanwege het
Algemeen Rijksarchief gepubliceerde inventarissen of bundels inven
tarissen, die met inbegrip van de Verslagen over de oorlogsjaren
(1914_1918), waarop dit deel het onmiddellijk vervolg is, tien nummers
groot is, en 2°. de in de periode waarover deze uitgave loopt, ver
schenen Koninklijke en Ministerieele besluiten, die op het archief
wezen betrekking hebben; de meeste loopen over de salarissen der
ambtenaren, waarin veel fluctuatie blijkt te zijn geweest; maar daar
naast vindt men op pag. 41 afgedrukt het reglement van 1 November
1928 op het uitleenen van archiefstukken naar het buitenland (waar
door dat uitleenen, gelijk men weet, zeer bemoeilijkt wordt) en op
pag. 45 vlg. het K. B. van 15 Mei 1928 over de z.g. „archives de
la guerre". Deze laatste categorie van archieven, waarvan wij Neder
landsche archivarissen den aard kennen uit de van Uden afkomstige
archieven, is thans onder het rechtstreeksch beheer van den Rijks
archivaris-generaal geplaatst, die het 16e hoofdstuk van zijn verslag,
blz. 344-406, aan hen wijdt. Wij kunnen den heer Cuvelier met die
uitbreiding van zijne taak niet gelukwenschen.
Over den inhoud der verslagen, die grootendeels reeds verouderd
is, valt weinig te zeggen. Wij zien er uit, dat niet slechts het Rijks
archief te Brugge eene nieuwe bewaarplaats heeft gekregen (welker
afbeelding de titelbladzijde versiert), maar dat ook vele andere
Les Archives de l'Etat en Be/gique de 1919 1930. Rapports
publiés sous la direction de Joseph Cuvelier, Archiviste-général du
Royame.