71 De catalogi der verzameling plakkaten van de Koninklijke Bibliotheek. 70 op 30 April 1930. Het verslag vindt men in het Bulletin of the inter national committee of historical sciences juni 1931 biz, 285 vlg. Het aatste punt dat toen op de agenda stond, was dat van de inter nationale archivarissen-congressen, welk punt aan den voorzitter, die deel had uitgemaakt van het regelingscomité voor het eerste en tevens laatste congres, in 1910 te Brussel gehouden, om zijn mede- leden te dienen van bericht en raad, werd overgelaten. Ja, dat congres te Brussel, hoe velen onder ons zijn er, die dit ebben meegemaakt en welke herinneringen zal de vermelding ervan hier bij hen oproepen? Weet men nog, hoe enthousiast met bijna algemeene stemmen besloten werd om over ten minste drie of ten hoogste vijf jaar een inneWt een ^gelingscomité gesteld en zelfs met Milaan reeds als plaats van bijeenkomst genoemd? helaas, als zooveel andere plannen, is ook dit inmiddels van de baan geraakt en het ,s tragisch te bedenken, dat de man, die op het eerste congres een belangrijke rol had gespeeld en het tweede in het leven zou roepen, thans reeds verscheiden is. Velen onzer zullen zich nog herinneren, hoe hij te Brussel de aandacht trok, zoowel door zijn verhandeling over de loopende archieven als door de levendige wijze waarop hij aan het debat deelnam, vooral toen de opleiding van de archivarissen ter sprake kwam, waarbij hij met warmte en met succes de stelling verdedigde die ten slotte werd aangenomen - dat een historische opleiding op den voorgrond moet staan en niet een juridische En weet men ook nog, op hoe prettige manier hij ons, den dag na de sluiting van het congres, de archief- en kunst- schatten van stadhuis en museum liet zien? Zeker zal ieder, die toentertijd in Brussel zijn optreden heeft gevolgd, met anders dan de beste verwachtingen hebben gehad van de wijze waarop hij het tweede congres had kunnen voorbereiden, net heett met mogen zijn Aan dit welbesteed leven is nu te vroeg een einde gekomen. De kwaal, d,e Des Marez reeds sinds eenige jaren ondermijnde, maakte bezweken in9ri'Pen geVolgen waarvan Hij was ongetrouwd gebleven en zijn familie-leven beperkte zich vrijwel tot den omgang met zijn broer, den Brusselschen advocaat, schar» "'VTm" hoeVele andere ^nden, van vriend- chap en aanhankelijkheid, h„ geknoopt had. Bij zijn begrafenis spraken o.a^jnjeermeester prof. Pjrenne, dr. Cuvel.er en dom Berlière van 2) LZreSieVUniVerSit9iren de,Dance, 49 Boulevard Saint Michel Paris Actes du Congres de Bruxe/les 1910: p. 647, 654, 669, 672. de abdij Maredsous, terwijl zijn leerling Bonenfant, archivaris van de Godshuizen te Brussel, in de laatste vergadering van de Be'S'sche archivarissen en bibliothecarissen een warme gedachtenisrede hield op zijn beminden leermeester. Des Marez is heengegaan en de door hem leeggelaten plaatsen zullen bezet worden. Tot archivaris van Brussel is reeds de adjunct- archivaris Pergameni benoemd. Wie de overledene zal opvolgen als voorzitter van de internationale archiefcommissie is voor het archief wezen van niet minder belang. Laat ons hopen, dat de keuze een goede mag zijn!') Wiersum. Verzameling van plakkaten, ordonnanties, resoluties enzoovoorts, uitgevaardigd door vorsten en landvoogden, burgerlijke en militaire autoriteiten, vertegenwoordigende lichamen, gewestelijke en plaatse lijke besturen in de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden. Met aan hangsel: Proclamaties, edicten enzoovoorts van buitenlandsche vorsten - aldus luidt de titel van een op de Koninklijke Bibliotheek aan wezigen systematischen catalogus der collectie plakkaten waarvan op blz. 5 van het Verslag der Bibliotheek over 1930 melding wordt gemaakt. Al de plakkaten - meer dan 30.000 stuks - welke de Koninklijke Bibliotheek rijk bleek te zijn buiten de exemplaren, die reeds met eigen afzonderlijke titels in den catalogus waren opgenomen, zijn thans in deze verzameling bijeengebracht. Een uitzondering is gemaakt voor plakkaten van bizondere historische beteeken.s, zooals b v het plakkaat der afzwering, dat in meer dan een uitgave aan wezig is, en het octrooi der Oost-Indische Compagnie met z.jn talrijke ampliatiés; deze en dergelijke plakkaten zijn afzonderlijk beschreven en met eigen signatuur opgenomen in den algemeenen catalogus. Ook een uiterlijk kenmerk heb ik laten gelden: het feit namelijk, dat een plakkaat in linnen of perkamenten band was ingebonden. Eere wien eere toekomt - wijlen Dr. W. P. C. Knuttel was reeds begonnen met de vervaardiging van een plakkatencatalogus, waarin ieder plakkaat met een eigen titel zou zijn opgenomen; gezien het zooeven genoemde aantal van 30.000 zou dus dat werk bi, den alom bekenden pamflettencatalogus van zijn hand met in omvang i) Zie nader blz. 86 van deze aflevering.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1932 | | pagina 41