zdsésri:," r "tis '<5ó"e'-«ï 62 zaUenltt^htrbeltlur v" T mini™™-eischen, rWd °b d°7 ne «sci'cavvers over h„„ archieven s a,„ dl and"8 te9™' 63 worden bewezen dan uit de daarover lange jaren te voren aangegane overeenkomsten. M^anneer de taak en de bevoegdheid van een waterschapsbestuur niet in zijn reglement zijn omschreven, is in geval van betwisting de „inrichting der instelling", opgevat als een „volg reeks van feiten en handelingen"slechts uit het archief aan te toonen. Het bestuur van den polder Sluipwijk heeft nog onlangs bij het regelen en liquideeren van allerlei oude toestanden en verhoudingen groot nut kunnen trekken uit de drie-en-een-kwart eeuw oude, gelukkig goed bewaarde stukken uit het archief van die instelling. En men vrage maar eens aan bestuursleden van polders binnen den omringdijk van den drooggemaakten Noordpias, of het contract van separatie van het jaar 1766 hun ook bekend is! De besturen en ingelanden der waterschappen hebben dus in de eerste en voornaamste plaats zelf belang bij de archieven dier instel lingen. In volgorde van belang kómen m.i. op de tweede plaats de besturen van andere openbare lichamende staat, de provincie en de gemeente. De staat en de provincie vanwege het oppertoezicht en het toezicht, dat zij respectievelijk op de waterschapsbesturen uitoefenen en waarvoor soms zeer gedetailleerde inlichtingen noodig zijn; de gemeente voornamelijk als beheerster van wegen en andere werken, die vroeger onder waterschapsbesturen hebben gestaan. Eerst daarna moeten worden gerangschikt de onderzoekers, die slechts om der wille van de wetenschap werkzaam zijn. Ik haast me erbij te voegen, dat ze op deze plaats zeker nog wel batig gerang schikt zijn, om in faillissements-terminologie te blijven. Want de vorderingen, die zij in naam der wetenschap op de waterschaps archieven tot dusver hebben ingesteld, zijn gering, terwijl het onbekend is, of zulks in de toekomst anders zal worden. Men zoekt en vindt in een waterschapsarchief voornamelijk gegevens omtrent de geschiede nis van de betrokken instelling zelf. Dan zijn er, van meer algemeenen aard, bronnen voor de historische geografie, voor de geschiedenis van techniek en grondgebruik, voor de metereologie en de kennis der waterbewegingen. Voor de vaderlandsche geschiedenis vindt men misschien toevallig eens iets; voor de plaatselijke geschiedenis even eens weinigen de genealogen eindelijk, de hoofdmassa der bezoekers van elk openbaar archiefdepot, vinden bij de waterschappen nagenoeg niets van hun gading. Het schijnt dan ook nogal overdreven, dat de belangen van de vrije wetenschappelijke onderzoekers als de „algemeene betiteld worden, waarbij de „bijzondere belangen, die de besturen zelf bij wijs ken worden begeerd hU'P' die -^l^er- opgebrachte gddent overeedft de door de ingelanden moet beheeren zelf hebb fS T"1™"9 met de inrichting der instelling oud-archief ve^isch, „el^ la voo, zij' het eenerziids waal!' da, ook tT TT' 7—°'d -in. I., de wijsheid door de zuinigheid kon "7 7"j'9 """«'Schappen -in voorgekomen, da ee„ wa.emchl h 7°™ m°9e archieven als een in I, u P'7^1 de" c»e"d»"' -jner van den kan, de, archivarissen "ai" te 'zeerva^S' '""^h Daardoor kon wel eens een te eVenm,n T^'3"9 de' 2"k 2Ü" 9NaekhetdebmheeSt r-h Z denten. VCTZe' is, daarover moe, dus eet it mees77ets,ree°kscVhen «nsl P7bfcke de waterschappen de F'ansche ,ijd ZdWdTdt lïïli£,t Zf> van 25 October 18101 «,»|- TeiIm3en (artikel 39 van het decreet Wijzigingen kt™ men'' „te'ZZ lang tijdsverloop maak, da, °P™ lende continuitei, over een oude toestanden leven meer vojTent* is de wel bewust dat de nnrU I over het algemeen rech, kunnen bevatten Ze Perl""Ten feeler nog geldend in de vorige atfeve i„o van T, t TZ 'e gelijken me, he, en Lande van toTand Eve i" d b«P'°l<en bestuur van S„d middeleeuwsche schaarbriev t rechten de? erfgooiers op de landen van een droonmnk "a,an' ,zo° kunnen thans de inge- der drie eeuwen te voren on'sch °U u" f"" de bePalingen Houdsverplichtingen van Voordracht van Mr. J. SLAGTER. Het Waterschap, Juni 1929. D. KOOIMAN, Waterstaatswetgeving I blz. 445

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1932 | | pagina 37