122
NIET MEER IN VASTEN DIENST ZIJNDE WETENSCHAPPELIJKE
ARCHIEFAMBTENAREN.
W. J. J. C. Bij le veld (II), Oud-Adjunct-archivaris der gemeente
Leiden, te Leiden.
Mej. C. E. C. Bruining (II), Oud-Archivaris der gemeente Alkmaar,
te 's-Gravenhage.
Dr. H. E. van Gelder (I), Oud-Archivaris der gemeente 's-Gravenhage,
Directeur van de Dienst van Kunsten en Wetenschappen te
's-Gravenhage.
Dr. j. S. van Veen (1), Oud-Chartermeester (Hoofdcommies) bij het
Rijksarchief in Gelderland, te Arnhem.
Dr. J. de Hullu (1), Oud-Archivaris aan het Algemeen Rijksarchief,
te Cadzand.
P. Berends (II), Oud-Hoofdcommies bij het Algemeen Rijksarchief,
te Voorburg.
J. C. Beth (II), Oud-Hoofdcommies bij het Algemeen Rijksarchief, te
Rijswijk (Z.-H.).
Mr. A. C. B on d a m (I), Oud-Rijksarchivaris in Gelderland, te Velp (Gld.).
Mr. J. G. C. Joosting (I), Oud-Rijksarchivaris in Groningen, te
Velp (Gld.).
P. J. Kapteyn (II), Oud-Hoofdcommies bij het Gemeentearchief van
Amsterdam, te Hilversum.
A. 't Hart (II), Oud-Commies bij het Algemeen Rijksarchief, te
's-Gravenhage.
Mej. Dr. H. C. H. Moquette (I), Oud-Adjunct-archivaris der gemeente
Rotterdam, te 's-Gravenhage.
Mr. J. Acquoy (I), Oud-Archivaris der gemeente Deventer, te Deventer.
J. Gimberg (II), Oud-Archivaris der gemeente Zutphen, te Zutphen.
J. H. E. Asberg (II), Oud-Commies ter secretarie, belast met de
zorg voor het gemeente-archief van Bergen-op-Zoom, te s-Her-
togenbosch.
W. P. van Rhijn Jr. (II), Oud-Adjunct-commies bij het gemeentearchief
van Leiden, te Leiden.
Alb. Oltmans (II), Oud-Hoofdcommies bij het Rijksarchief in
Gelderland te Arnhem.
123
GEDIPLOMEERDEN ALS WETENSCHAPPELIJK ARCHIEF
AMBTENAAR, DIE NIET IN VASTEN ARCHIEFDIENST
ZIJN OF GEWEEST ZIJN.
1930.
S. Hart (II), te Zaandam.
Mej. E. C. A. Koch (II), te 's-G ravenhage.
Mej. M. A. P. Roelofsz (II), te 's-Gravenhage.
Mej. A. M. Wittenaar (II), te 's-Gravenhage.
Mej. Dr.a S. van Zanten Jut (I), te 's-Gravenhage.
Mej. Dr. G. H. Kurtz (I), te Utrecht.
Mej. Dr.a A, J. Maris (I), te Arnhem.
1931.
Mej. J. H. Fockema Andreae (II), te Arnhem.
Mej. Dr.a M. A. C. M. van Hattum (I), te 's-Gravenhage.
Mr. S. J. Fockema Andreae (I), te Leiden.
W. A. Kelder (II), te 's-Gravenhage.
Mr. W. le Maire (II), te Middelburg.
Dr. J. G. Avis (I), te Utrecht.
Drs. E. J. Werkman (I), te Groningen.
RIJKSCOMMISSIE VOOR DE ARCHIEFEXAMENS.
Prof. Mr. R. Fruin (I), Algemeen Rijksarchivaris te 's-Gravenhage,
Voorzitter; Prof. Dr. H. Brugmans, Hoogleeraar aan de Gemeente-
Universiteit te Amsterdam; Dr. N. Japikse, Directeur van het
Koninklijk Huisarchief te 's-Gravenhage; Prof. W. Nolet, R. K. Pastoor,
te Amsterdam; Prof. Dr. O. Oppermann, Hoogleeraar aan de Rijks-
Universiteit te Utrecht, Leden.
Problemen.
(Rumor in casa?)
I. De Handleiding.
Toen in het voorjaar van 1898 de Handleiding verschenen was,
heerschte er vreugde in het kamp van hen, die de vervulling van hun
levenstaak meenden gevonden te hebben bij het archiefwezen. Geen
luidruchtig losbarstende vreugde, want zoo zijn deze lieden over
0 Voor de namen van de gediplomeerden als bovenbedoeld, die gedurende de
jaren 1920 tot en met 1929 het diploma hebben verworven, zie Ned. Archievenblad
1929-1930, blz. 83-85.
