182
en waarvan mij er thans tusschen 1585-1790, na vijf jaar zoeken
160 bekend zijn, of nog niet 2 °/0 van het totaal aantal^erschenen
lijsten In het algemeen is verder voor de achttiende en de eerste
helft der negentiende eeuw dikwijls gedrukt mater.aal, ook in courante
beSCÏe„b"ó«e wil ik nog op een afwijking ven mün circulaire wijz«v
Daarin werd verklaard, dat ik geen gegevens wensch die met
,1 -n u V van varkens". Het kan echter zijn, dat er reeksen
meetbaar zij klein vee dat op veemarkten is
bestaan van pri]zen van groot ot klein ve
verkocht Al liep het gewicht dezer dieren dikwi|ls zeer uiteen,
groote omzetten doen de individueele gew.chtsverschillen minder
belangrijk zijn, zoodat de gemiddelde veeprijzen wel waard z.,n
VeTonen%rdÓor»a,n, gemakke» in de stedeliike rekeningen
,e vinden andere bronnen, die kans op lange reeksen loonen geven,
zooals b.v. polder- of dijkrekeningen voor de loonen der d.]kwerkers,
Z"n nT veroorloof'^mi^^H^het einde van mijn mededeelingen nog enkele
wenschen te uiten. In het buitenland is de medewerking van arch.-
varissen en historici voor dit onderzoek zeer groot; tal van personen
hebben uit eigen aandrift hun medewerking aan den nat.onalen directf^
aangeboden Dit geeft mij den moed met enkele vragen voor den
dag te komen, b" verderen voortgang van het werk zul erweer
andere kwesties naar voren treden, waarvoor naar ik hoop,
Redacteur mij dan zal vergunnen weer de medewerking der lezer
in te roepen.
a T 7^" instellingen zooals gasthuizen,
kloosters, weeshuizen, ziekenhuizen enz., wie, archieven tot op de
achttiende eeuw o! vroeger teruggaan, maar zrch nret rn openba
°rChif ttbes«:int"n priisreeksen van .780 „m 1789, en van 1801 t/m
1809 van alle artikelen van beteekenis (dus b.v. n.et van zegelwas enzj,
c daar ik voorloopig in het biizonder naar graanp,„zen zoek,
zal ik voor elke aanduiding van reeksen hiervan dankbaar z„n, vo
1300 zal dit wel niet mogelijk zijn;
d ten slotte zou ik gaarne willen weten waar nog pr„sh,sten
van te Amsterdam verhandelde koopmanschappen (beurskoersl„sten)
andere gedrukte liisten van dergeliiken aard
183
Het congres van den Hansischen Geschichtsverein
te Bremen 26 en 27 Mei 1931.
Aan het verzoek van den redacteur van ons tijdschrift om wat
te vertellen van de Hansische jaarvergadering te Bremen, voldoe ik
met eenigen schroom. Ik vrees namelijk, dat ik niet braaf en niet
ijverig genoeg geweest ben om een eenigszins volledig verslag te
kunnen geven.
Den eersten dag toch kwam ik pas in de stad, toen vrijwel alle
voordrachten reeds gehouden waren en de deelnemers klaar stonden
voor den rondgang door de stad, die onder prettige leiding plaats
vond en bijzonder interessant was. Achtereenvolgens werden bezichtigd
de Dom, het Stadhuis en de oude gezellige binnenstad, waarna een
langdurig bezoek gebracht werd aan het Staatsarchief, waar de
archivaris, senaatssyndicus Prof. dr. Entholt en zijn assistent Dr. Reyncke
een keurige tentoonstelling ingericht hadden van charters, van poorter-
boeken, van zegels, van oude Bremer drukwerken, zeer overzichtelijk
gerangschikt en met gedrukte korte toelichtingen voorzien, waaraan
menig collega, die ook wel eens een tentoonstelling moet arrangeeren,
een voorbeeld kon nemen. Mij trof in het bijzonder de oudheid en
de gaafheid van vele charters en registers. Als ik maar eenigszins
had kunnen bevroeden, dat ik over het congres had moeten schrijven,
zou ik over deze tentoonstelling uitgebreide aanteekeningen gemaakt
hebben.
Het gebouw, waarin deze schatten bewaard worden, scheen mij
niet in alle opzichten praktisch; ik herinner mij vele smalle trappen
en ook enkele minder lichte kamers; zooals zoo dikwijls bij ons,
zal men ook hier wel hebben moeten roeien met de riemen die
men had.
Een woord van dank voor de uitstekende leiding en voorlichting
van Dr. Reyncke is hier stellig op zijn plaats.
De archivaris zelf moest vroeger weg om zich mooi te maken
- voor het officieele diner, dat de stad aan het congresbestuur aanbood.
Hij had trouwens ons reeds in de groote hal van het stadhuis op een
fleurige, geestige voordracht over dit gebouw onthaald en ook al
den vorigen dag op den begroetingsavond een lezing met lichtbeelden
over Bremen's verleden gehouden.
Een gezellig samenzijn in den vermaarden raadskelder en nog
wel in de Bacchuszaal besloot dezen eersten congresdag.
Den volgenden morgen zat ik om kwart voor negen onder het
ï^.le mededeelingen kunnen een mi|„ ndre.r Apollcleen 72. Am.terdem,
1
worden gezonden
l) Ik hoop dat ik zijn naam juist schrijf.