180
j li University in de Commissie zitting heeft. Het is
aan de Harvar Fconornic Foundation niet
»i -dere bronnen
V"n wlTeTe0evee„TzJef„" wc,den'vergeld? In he, begin van
Scientific Committee on Price History tracht ik gegevens te ver-
zamelen omtrent de prijsontwikkeling in ons lan to e jaa
Daartoe is het noodig, liefst over een reeks van ,aren loo
iende serieën van prijzen te verkrijgen van de meest voorkome
goederen (levensmiddelen, grondstoffen, metalen text.elgoederen
en andere) in de verschillende deelen van ons land\Zoowel gro°
handels- als kleinhandelsprijzen komen in aanmerking, ec er
T van artikelen, die niet meetbaar zijn (kleeren, varkens enz
of waarvan de hoeveelheid niet aangeduid is (vleesch, visch, enz.).
Talrijke aanteekeningen over den aankoop van benoodig
heden door de overheid of door instellingen (Hof, provmcie sta
nasthuizen weeshuizen) treft men aan in rekening of adm.n.stra-
tieboeken der desbetreffende lichamen. Ook aanteekeningen of
koerslijsten van particuliere zijde opgesteld (makelaarsbericht
notSes van marktprijzen, veilingslijsten, koopmansboeken) kunnen
belangrijk materiaal opleveren. In het bl'zond^^ls x
nn de reaisters van prijszettingen, waarin de door
vastgestelde prijzen vatgeld z?n (brood wijn
registers met huurprijzen van landenien (pac
b0ekïïneind}e van het materiaal hier te lande een overzicht te
verkrijgen zoude ik gaarne van U vernemen, welke registers
napieren zich in Uw archiefdepot bevinden, waarvan U weet,
vermoedt, dat ze prijsopgaven bevatten, alsme e op we e (aren
deze betrekking hebben r
Enkele kanttekeningen zou ik hierop nog willen maker, De
geloopen maanden van onderzoek geven mi, reden nog enkete
duideliikinge„aOPhde ciroulaire aan te btengem
geweest. Van biina alle archivarissen kreeg ik min of meer uitvoerige
i natuurlijk niet prijzen vermeldden, maar, terecht,
antwoorden, waarin z,n,tUurh,k P I h in oïervl0edige
archivarissen lieten mi, in den
Teek door mededeelingen als dezer „he, materiaal is zoo overvloedig,
181
dat gij zelf maar moet komen zien". Een heel prettig vooruitzicht,
maar dat mij heel weinig heeft geholpen, omdat ik voorloopig alleen
globale informaties wilde inwinnen over de bronnen waarin prijs-
materiaal voorkwam. Het spreekt vanzelf, dat de mij in de antwoorden
op mijn circulaire verstrekte gegevens volstrekt niet het prijsmateriaal
volledig aanduiden; niemand kan meer vertellen dan hij weet, en ik
heb met deze circulaire nooit de verwachting gehad, dat de archi
varissen hun geheele archief zouden doorzien alleen om mij te helpen.
Al heb ik d ÜS tal van gegevens gekregen, er rust toch nog veel
onbekend prijsmateriaal in de archieven. Ik heb een stille hoop, dat
diegenen onder de archivarissen, die in het prijsonderzoek belang
stellen, mij ook verder hun inlichtingen spontaan zullen toezenden.
Zekerheid behoeft er niet te bestaan omtrent het voorkomen van
prijzen; ik ben al tevreden met de mogelijkheid dat er prijsreeksen
kunnen worden gevonden. Op dit laatste wil ik nog eens wijzen, ik
zoek alleen prijsreeksen, rijen, liefst van tien, twintig, vijftig of
meer jaren. Het is uiteraard ondoenlijk de duizenden losse prijs-
noteeringen te verzamelen, die overal, zonder eenig verband, voor
komen. Door den nadruk op de prijsreeksen te leggen, kan het
onderzoek tot die bronnen worden beperkt die óf voor hun inhoud
kans bieden dergelijke reeksen te bevatten, óf die door hun opeen
volging deze kans geven. In het eerste geval, dat niet zooveel
voorkomt, denk ik b.v. aan notities die door iemand over de prijzen
van een of meer artikelen in een grooter aantal jaren gemaakt zijn;
de tabellen der graanprijzen te Utrecht, die mr. Sillem heeft gepubliceerd,
berusten hierop. In het andere geval komen voor de verschillende
eeuwen telkens andere bronnen in aanmerking. Voor de middeleeuwen
wil ik in de eerste plaats de klooster-archieven noemen, verder de
gasthuizen, waarin de noteeringen van uitgaven voor voedsel van
inwoners dezer instellingen jaar op jaar voorkomen. De stadsrekeningen
daarentegen zijn, in het algemeen gesproken, minder overvloeiend
van prijsmateriaal; de grafelijkheidsrekeningen geven daarentegen
weer meer. Het is jammer dat van de weeshuizen, en dergelijke
instellingen, die eveneens belangrijke prijsgegevens bevatten, de
archieven in vele gevallen door particuliere corporaties bewaard
worden, zoodat orienteering omtrent hun inhoud moeilijker is dan bij
de archieven der publiekrechtelijke lichamen het geval is, Voor later
tijd komen vooral de marktberichten in aanmerking, die in alle voor
name plaatsen, waar een markt werd gehouden, in den een of anderen
vorm verschenen, zoowel van granen als van andere artikelen (b.v.
van meekrap, boter enz.), en ten slotte de prijslijsten der koopman
schappen (beurskoerslijsten) te Amsterdam, die elke week verschenen,