Een onderzoek naar de geschiedenis der prijzen hier 176 den Kreis Rees aanwezige archieven in een der volgende afleveringen van het Nachrichtenblatt worden opgenomen. De leider der Beratungsstelle is niet vóór het bijeenbrengen van lokale archieven in de staatsarchiefbewaarplaatsen, waarvoor trouwens tengevolge van gebrek aan plaatsruimte en personeel die bewaar plaatsen niet geschikt zijn. Hoewel het niet verstandig zou zijn, plaat selijke autoriteiten en belangstellenden, wier medewerking onmisbaar is, door het wegvoeren van de lokale archieven naar centrale be waarplaatsen te ontstemmen, is toch in vele gevallen centralisatie de eenige maatregel tot redding van die archieven. Daarom bepleit Dr. Kisky de stichting van archiefbewaarplaatsen in de hoofdplaatsen der Kreise. De overbrenging daarheen moet echter steeds het karakter dragen van een deponeering, zonder dat daarbij te kort wordt gedaan aan de rechten der archiefbezitters. Op particuliere archiefbezitters oefent de Beratungsstelle nooit eenige pressie uit tot afstand van hun bezit. Daarentegen doet zij het mogelijke om het vervoer van particuliere archieven, die in het Rijnland gevormd zijn, buiten de grenzen der Rijnprovincie tegen te gaan. Als voorbeeld van het op die wijze verdwijnen van een archief noemt hij de plaatsing van het zuiver Rijnlandsche archief der graven van Nesselrode in het Lands- bergsche archiefdepot te Velen in Westfalen Geheel onmogelijk zou het zijn, in het Rijnland de „Kirchen- biicher" te centraliseeren. Dit wordt uitvoerig toegelicht (blz. 268, 269) in een betoog, dat enkele mededeelingen bevat, die ook ten onzent opmerking verdienen. Daarentegen wordt een lans gebroken (blz. 270) voor vergrooting van de staatsarchiefgebouwen om er de notarieele archieven, die daar thuis behooren, in te kunnen opnemen. De algemeene medeelingen van Dr. Kisky eindigen met de op merking, dat de Beratungsstelle er slechts een bureau met handbiblio theek op na houdt, geen werkplaats voor het herstel van archivalia, maar dat de inrichting van een eigen photographisch atelier in het voornemen ligt. Zeer lezenswaard is het verslag van de bemoeiingen in de af- geloopen twee jaren met lokale archieven van verschillenden aard, dat op blz. 272 287 volgt. Ik kan er hier niet op ingaan, maar wil alleen vermelden, dat onderscheiden wordt tusschenKommunal- archive, Kirchenarchive, Adelsarchive und sonstige Privatarchive, Achivaliensammlungen. In zijn samenvatting legt de Schrijver er nogmaals den nadruk op, dat het om praktisch werk te doen is, waarbij ééne gedachte overwegend is: te zorgen, dat de na ons komende geslachten niet zullen lijden onder de toenemende onverschilligheid van het tegen- 177 woordig levende voor de gedenkstukken van het verleden. „Wir ver sagen es uns, dauernd die Welt mit neuen Planen zu überraschen, die sich auf dem Papier gut ausnehmen, aber, wie sich bald heraus- stellt, doch nicht ausgeführt werden können." Laten we het Dr. Kisky nazeggen, al mogen we er bij erkennen, dat ten onzent de toestanden op archiefgebied gunstiger kunnen worden geacht dan bij onze naaste buren. MARTENS. te lande. Een systematisch onderzoek naar den loop der prijzen van de voornaamste goederen heeft m. i. in ons land nog niet de belang stelling gevonden, die het verdient. Gaarne voldoe ik daarom aan het verzoek van den redacteur om een korte uiteenzetting te geven van wat het tegenwoordig prijsonderzoek wil. Ik hoop daarmee tevens te bereiken, dat in de kringen der archivarissen actieve medewerking wordt gevonden op dit gebied, dat bezig is zich tot een voornaam onderdeel der economische geschiedenis te ontwikkelen. Men tracht aan de hand der prijzen na te gaan, of zich in het economisch leven periodieke fluctuaties voordoen en waaraan deze zouden zijn toe te schrijven, in de hoop op deze wijze ten slotte een juister inzicht te verkrijgen aangaande het verband tusschen de voortbrenging en het verbruik. Om twee redenen heeft men zich bij het onderzoek bij voorkeur naar de prijzen gericht. In de eerste plaats weerspiegelen deze, in het algemeen gesproken, elke verandering in het economisch leven; zij zijn een goede barometer van wat op de kleine en groote markten en elders zich afspeelt; overvloed en te kort, zekerheid en risico worden er door weergegeven. Bovendien zijn prijzen statistisch ge makkelijk vatbaar. Welk economisch verschijnsel leent zich zóó goed voor de statistiek als prijzen? Daar men voor het opstellen van langere reeksen naar vooraf gaande perioden moet teruggrijpen, kan het geen verwondering wekken dat in de laatste jaren pogingen in het werk worden gesteld histo rische prijsgegevens te verzamelen en te bewerken. Het is uiteraard wenschelijk, dat dit verzamelen op uitgebreide schaal geschiedt, zoo wel om het toeval zooveel mogelijk te elimineeren en hierdoor re presentatieve prijzen te krijgen, als om de variaties en fluctuaties, die zich in de verschillende deelen des lands hebben voorgedaan, tot haar recht te laten komen.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1931 | | pagina 33