172
briefwisselingen nog van rechtstreekschen invloed op thans te nemen
maatregelen kunnen zijn. Het eigenaardig karakter van Stad en Lande,
waarbij veel, dat elders verouderd is, nog leeft, veroorlooft de paradox,
dat hier feitelijk geen oud, alleen een nieuw archief, dat echter reeds
in de Middeleeuwen begint, bestaat. Daarom kon indertijd bij de
ordening van het archief wijlen Mr. Seerp Gratama, die toch wel tot
oordeelen bevoegd was, zich zeer wel met het systeem van indeeling
en opberging vereenigen. De ordening werd gekroond door een, in
één exemplaar in handschrift bestaande, beschrijving van het archief
van de hand van den secretaris van Stad en Lande, den Heer (an L.
van Os, die, hoewel zij volstrekt geen wetenschappelijke pretenties
heeft, den gebruiker althans gemakkelijk den weg tot de archief
schatten opent.
Bij de beantwoording van de vraag, wat uit een historisch oog
punt het belang van dit archief is, komen in de eerste plaats in aan
merking de charterverzameling en het Privilegieboekje. De eerste
bevat slechts twaalf stukken, van de vijftiende tot zeventiende eeuw,
waaronder echter enkele van bijzondere beteekenis. Daartoe reken
ik het vidimus van 1470 September 14, dat prior en convent der
Regulieren buiten Naarden van verscheiden privilegiën gaven. Onder
deze acten is ook de schaarbrief van 1404, waarvan het origineel
verloren is en dit vidimus de oudste overlevering vormt. Een ander
vidimus, in denzelfden tijd door Laurens Giisbertszoon, confessor der
Franciscanessen te Naarden, vervaardigd, verschaft eveneens den
tekst van een aantal privilegiën Een sieraad van het archief vormt
het authentieke vonnis van den Grooten Raad te Mechelen van 1474
November 19 betreffende de rechten op den grond van Gooiland.
Daarbij is gevoegd een origineel bevel van Karel den Stouten aan
zijn eersten deurwaarder tot executie, dat echter op een vonnis van
denzelfden datum betreffende geweldpleging van die van Muiden
betrekking heeft. Dit laatste vonnis is in afschrift bewaard in het
Privilegieboekje en zal voor de eerste maal in de Rechtsbronnen van
Gooiland gedrukt worden. Dat zal ook gebeuren met twee origineele
resoluties van Philips II, die de jurisdictie van Gooiland tegenover
Muiden en tegenover Eemnes bepalen, d.d. 1565 April 17 en 1567
November 26.
Het Privilegieboekje is een registertje, in het eerste kwart der
zestiende eeuw aangelegd door Pieter Aelmanszoon, secretaris van
Naarden. Een uitvoerige en nauwkeurige beschrijving viel het reeds
Men vindt het afgebeeld bij E. LUDEN, Het Gooi en de Erfgooiers (1931)
tegenover blz. 20.
173
eerder te beurt van de hand van Gratama, waarheen ik hier verder
meen te mogen verwijzen Het boekje bevat een groot aantal
stukken, privilegiën, oorkonden, dingtalen en andere officieele be
scheiden, meest uit de vijftiende en zestiende eeuw, doch daarnaast
verscheiden oudere. Ook historische aanteekeningen, zelfs Latijnsche
gedichten staan erin 2). Bijna alle erin voorkomende stukken vindt men
terug in de Privilegieboeken der stad Naarden, die echter allen van
jongeren datum zijn dan dat van Stad en Lande. Dat laatste is
daarom een zeer gewichtige bron voor de geschiedenis van Gooiland.
Wel zal er, als de uitgave der Rechtsbronnen van Stad en Lande
verschenen is, niet veel meer aan Gooische zaken uit te halen zijn,
maar voor de geschiedenis der stad Naarden, haar privilegiën en
economisch leven, waarin in de Middeleeuwen vooral branderijen en
brouwerijen, het voldersbedrijf, de draperie en de vischstapel van
beteekenis waren, belooft het nog wel een en ander, al is ook
daarvan veel in de zeventiende-eeuwsche handvesten-uitgaven gedrukt.
Van dit Privilegieboekje bestaat een volledig, zij het niet feilloos,
afschrift uit de twintigste eeuw.
Van de schaarbrieven, de reglementen, die het gebruik der
gemeene heiden en weiden regelden, bezit het archief een volledige
serie, in origineel of afschrift, van den eersten van 1404 tot den
jongsten van 1895. Ook de schaarbrief, in 1904 door de oppositie
partij gemaakt, wordt daarbij bewaard. De notulenboeken der Ver
gaderingen van Stad en Lande zijn sinds 1646, de rekeningen sinds
1745 volledig overgeleverd3).
Een geschiedbron van beteekenis wordt ook gevormd door een
stapel archiefstukken, die in de beschrijving van den Heer Van Os
niet voorkomt. Dit pakket, een bonte verzameling van stukken, waar
mede men op de secretarie van Stad en Lande niet goed weg wist,
is thans onder den naam Pakket Varia voorloopig geïnventariseerd,
voorzoover het historische waarde scheen te hebben. Stukken uit
den modernen tijd, die er in vrij grooten getale onder waren, werden
daarbij ter zijde gelegd. Zoo bleef over een groot aantal afschriften
uit de zeventiende eeuw en een aantal uit de achttiende. Uit die
eeuw bevat het pakket ook eenige origineelen, uit de zeventiende
één, nl. een brief van P. C. Hooft als baljuw van Gooiland aan de
stad Naarden, dd, 1619 October 15.
S- Gratama, Een Dingtaal van Naarden - Gooiland, in Versl. en Meded. O.
Vad. Rbr. VI (1915) 98 vgg.
2) Vgl. mijn opstel Drie politieke gedichten uit de eerste regeeringsjaren van
Karei V, in: Bijdr. en Meded. Hist. Gen. XLVI11 (1927) 136 vgg.
3) De oudste rekening is afgebeeld bij 1..UDEN, a. w., tegenover blz. 38.