168 Krachtens art. 3 en 4 der Staatsregeling van 1798 was intusschen Zwolle tot hoofdplaats van het departement aangewezen. Nadat het Uitvoerend Bewind der Bataafsche Republiek bij besluit van 4 April 1799 Zwolle eveneens tot zetel van de commissie tot administratie der financiën van het voormalig gewest Overijssel had aangewezen, besloot laatstgenoemde 8 April 1799, de geheele griffie naar Zwolle over te brengen en zoo mogelijk een geschikte localiteit te vinden, alwaar tegelijk ook het departementaal bestuur zijn werkzaamheden zou kunnen verrichten. De bekrompenheid van het gebouw, waar eertijds Gedeputeerde Staten te Zwolle vergaderden en dat tot bergplaats diende van de steeds aangroeiende archieven, was oorzaak dat de Ie Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataafschen Volks bij secreet besluit van 26 Februari 1800, bekrachtigd door de 2e Kamer 4 No vember 1800, het Departementaal Bestuur machtigde, voor zijn ver gaderingen en berging zijner archieven een nieuw gebouw op lands- kosten aan te koopen. Daarvoor viel het oog op het huis van den heer J. A. Z. van Isselmuden, staande in de Koestraat naast de Luthersche Kerk, dat blijkens besluit van het departementaal bestuur van 5 December 1800 werd aangekocht voor f 10.500. Dit gebouw bleek al spoedig veel te klein, zoodat alle archieven er bij lange na niet geborgen konden worden. Toen het Collegie te Kampen ver bouwd zou worden tot een zetel van het Departementaal Hof van Justitie welk Hof tenslotte niet te Kampen maar te Deventer werd gevestigd was men dan ook wel genoodzaakt, de stad Kampen 2 Juli 1801 te authoriseeren, het gedeelte der griffie, dat zich nog in voornoemd gebouw bevond, naar het stadhuis over te brengen en daar tot nader order onder zich te houden. Den 28 Januari 1803 stelde het Departementaal Bestuur een commissie in, om een geschikt gebonw te zoeken voor zijn ver gaderingen en die van de nieuwe departementale rekenkamer, dat tevens ruimte zou bieden voor een behoorlijke berging zijner archieven. Toen blijkens de resolutiën van 18 Februari het Staatsbewind had bericht, dat dit gebouw voor eigen rekening diende te worden aan gekocht, zond het Departementaal Bestuur 16 Maart een uitvoerige missive aan het Staatsbewind, waarin het den treurigen toestand van het gebouw in de Koestraat uiteenzette; na een kort historisch overzicht van de voormalige Staten-vergaderingen en de bergplaatsen der archieven, wees het Departementaal Bestuur er op, dat de toe stand thans zóódanig was, dat tijdens de vergaderingen dikwijls de vereischte papieren staande de vergadering uit het „College" (in de Praubstraat) gehaald moesten worden, dat thans de departementale 169 inkomsten veel te gering waren om de kosten voor een nieuw gebouw te dragen, dat de voormalige inkomsten van het gewest geheel ten voordeele van het Staatsbewind waren gekomen en dat het derhalve thans ook de kosten voor een nieuw gebouw diende te dragen. Blijkbaar zag men in den Haag de juistheid van dit betoog in, want bij besluit van 5 Mei werd toestemming verleend tot aankoop van een geschikt perceel tot een maximum bedrag van f 20.000. Intusschen had de bovengenoemde commissie van het Departementaal Bestuur 3 Mei 1803 reeds geadviseerd tot aankoop van het huis van wijlen den landdrost A, Sloet van Tweenijenhuisen, staande in de Dieserstraat, voor f 16.000; een overeenkomst met den huurder maakte het mogelijk, het gebouw 1 September te betrekken. Over eenkomstig dit voorstel werd dan ook besloten. Als gevolg van dezen aankoop besloot het Departementaal Bestuur 4 November 1806 de griffie uit Kampen „zoo doenlijk" naar Zwolle over te brengen. Eerst in 1841 bleek het mogelijk het restant der archieven dat nog te Kampen was achtergebleven, naar Zwolle over te brengen, echter niet dan nadat eerst 509 zware paketten, meest acquitten bevat tende, waren vernietigd. Het gebouw in de Dieserstraat, dat mede tot woning van den landdrost en later van den gouverneur diende en dat reeds in 1809 verschillende reparaties moest ondergaan, bleek voor de steeds toe nemende behoeften ter administratie weldra weer te klein. Blijkens het Verbaal van den landdrost van den 3en van Grasmaand 1810 had deze zich reeds voor eenigen tijd met een privaat schrijven tot Lodewijk Napoleon gericht met het verzoek, om voor 's lands rekening het naastgelegen pand van mevrouw de weduwe Fabius voor f 8500 aan te koopen. Bij besluit van 18 Maart 1810 no. 1 werd dit goed gekeurd en tevens f 1500 beschikbaar gesteld voor de noodige reparatiën, etc. Toen na het vertrek der Franschen op het einde van 1813 kort daarop ook de archieven der voormalige kwartierdrosten en onderprefekten op de griffie arriveerden, bleek de aankoop van het aangrenzende gebouw „de Roode Haan" geen overbodige weelde meer. De zolder van dit gebouw heeft tot 1874 tot berging der archieven gediend, doch na de verbouwing van de oostelijk gelegen perceelen werden ze in het nieuwe, thans nog bestaande, gebouw der griffie gedeponeerd, vanwaar ze in 1898 naar de tegenwoordige bewaarplaats, de Sassenpoort, zijn overgebracht. Intusschen bleek de griffie na het vertrek der Franschen, vooral Vgl. ELBERTS-VAN DER POT, Historische Wandelingen in en om Zwolle (2e druk 1910), blz. 145 en vlg.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1931 | | pagina 29