160 in het door de Spanjaarden bezette gebied, zoodat voor deze ver gaderingen een particulier huis voldoende ruimte bood. Als zoodanig vinden we blijkens de oude rekeningen in Zwolle meermalen melding gemaakt van het huis van zekere vrouw Willems terwijl in Deventer meermalen in het huis van Berent van Enschede werd vergaderd. Ook de woning van den griffier diende somtijds tot ver gaderplaats. 2) Eenige verbetering kwam in dezen toestand, toen in 1593 een vast college van Gedeputeerde Staten werd opgericht, dat mede afwisselend in de drie hoofdsteden vergaderde. Een poging, 11 Sept. 1610 ter Staten-vergadering gedaan, om Zwolle als vaste zetel voor Gedeputeerden aan te wijzen, mislukte.3) Aan dit college, waarbij de griffier der Staten tevens als secretaris fungeerde, was o.a. het beheer der financien en het afhooren der rekeningen der verschillende rentmeesters en ontvangers opgedragen; een rekenkamer bestond in Overijssel tijdens de Republiek niet. In Kampen kreeg dit college in 1630 een vast verblijf in het Broederklooster4), dat daardoor den naam van „het Collegie" verkreeg en dat tevens als vergaderplaats der Staten en als archiefbewaar plaats dienst deed. De telkens, wisselende vergaderplaats van Ridder schap en Steden en van de Gedeputeerde Staten, die het noodig maakte steeds het geheele archief mede te voeren, hebben op de orde in het archief natuurlijk een zeer nadeeligen invloed uitgeoefend. Van de losse stukken uit den eersten tijd der republiek is veel ver loren geraakt, al is het niet onwaarschijnlijk, dat in de archieven der drie voormalige hoofdsteden nog wel een en ander is achtergebleven.5) De schrijver van den Tegenwoordige Staat van Overijssel is van meening - een meening, die door alle latere schrijvers is overge nomen - dat de resolutie van Ridderschap en Steden van 1 Mei 1668 bepaalde, dat het archief voortaan te Kampen zou verblijven, terwijl alleen de noodigste papieren naar de vergaderplaats der Staten ver voerd zouden worden. Dit is echter onjuist. Wij moeten deze resolutie bezien in verband met de toenmalige scheuring in de Staten-vergadering. De meerderheid vergaderde toen te Kampen en de resolutie gelastte 161 den griffier gedurende den Landdag te Kampen te blijven, de zegels na afloop aan den voorzitter van het college van Gedeputeerde Staten ter hand te stellen en de griffiepapieren te Kampen te laten „en niet eenige pretense vergadering van Ridderschap en Steden te respicieeren Het was dus slechts een tijdelijke maatregel. In de resolutiën van Gedeputeerde Staten van 4 Maart 1675 leest men dan ook „goedtgevonden bij dese tegenwordige herstellinge der Regeringe, dat de charters en papieren, tot de greffie gehorende, t'elkens van jaer tot jaer ter plaetse van den Landtdagh sullen worden getrans- porteert, alwaer dienvolgens van die tijdt aff de vergaderinge van de ordinaris Gedeputeerden t'elkens ook jaerlijx in de respectieve steden sal beginnen", een gewoonte, die onafscheidelijk verbonden moest zijn aan de telkens wisselende vergaderplaatsen van Staten en Gedeputeerden, al het men in lateren tijd de oudste stukken, die voor de vergaderingen van geen direct belang konden zijn, dan'ook te Kampen blijven. Ook in Zwolle hadden Gedeputeerden thans een vast verblijf gevonden in een gedeelte van het Bagijne convent in de Praubstraat, dat bewoond zou worden door den kamerbewaarder Egbert Gelderman2), terwijl de Staten-vergaderingen te Deventer en Zwolle aldaar op de raadhuizen gehouden werden.3) Een groote ramp bedreigde de archieven bij den inval der Fransche, Keulsche en Munstersche troepen in ons land in 1672. Nagenoeg de geheele provincie, de drie hoofdsteden inbegrepen, werd door vreemde troepen bezet, de besturen in de steden en op het platteland omgezet en zelfs een nieuwe leenkamer ingesteld.4) Fransche troepen namen bezit van „het Collegie", de vergaderplaats der Gedeputeerden te Kampen, alwaar zich een aanzienlijk gedeelte van het archief bevond.5) Herhaalde pogingen van de magistraat te Kampen, om de archieven naar het Raadhuis te doen overbrengen, mislukten. Eerst na het ver trek der Franschen konden de door den Prins nieuw aangestelde Gedeputeerden hunne zorgen weder aan de griffie besteden. Reeds 17 Mei 1674 werden eenige gecommitteerden aangewezen, de stukken in de griffies te Zwolle en Kampen, die na het vertrek der vreemde Dat hier ook archivalia werden bewaard, bleek reeds uit de aangehaalde resolutie van 8 juli 1607. 2) Deze vergaderplaatsen dienden ook tot bergplaats der archieven. Vgl. mijn artikel: De afzetting van Derck Doornebus als griffier der Staten. Verslagen en Mede- deelingen Ov. Regt en Gesch., deel XLV, blz. 223 en 224.) 3) Vgl. Tegenwoordige Staat van Overijssel, I, 441 en 442. 4) Zie Register van charters en bescheiden in het oude archief van Kampen, VIII, 140 (22 Juni 1630). 5) Vele belangrijke stukken staan evenwel in de oudste resolutieboeken afgeschreven. Bedoeld is de vergadering der minderheid, die te Zwolle bijeen was. 1 Zie de resolutien van Gedeputeerde Staten van 4 Maart 1675. i 7ie den uitgaanden brief aan het Staatsbewind, geïnsereerd in de Notulen van het Departementaal Bestuur van 16 Maart 1803. Zie Ihr Mr. D. P. M. GRASWINCKELLeenzegel van Overijssel tijdens de Munstersch-Keu sche overheersching. Verslagen en Mededelingen Ov. Regt en Gesch. 4Ue en 45e stuk.) 1-7h4f volgende IS ontleend aan de resolutien van Gedeputeerde Staten uf" L aart 1675 en Bijdragen tot de geschiedenis van Overijssel, XI, blz. 157, 168 en 169.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1931 | | pagina 25