159 158 1579 wordt hun opgedragen het daarheen te leiden, dat deze land schap weder moge worden toegesteld „die olde registeren, soe leen als judiciale, diversoria ende alle andere pampyren ende schriften deser landtschap concernerende ende toecommende wesende hier- bevoirens gebracht in Hollandt in de Rekencamer", terwijl blijkens de resolutien van Ridderschap en Steden van 1 November 1594, de drost van Vollenhove en dr. Scharff uit Deventer geauthoriseerd worden „om met den Raetsheer Oem binnen Utrecht, dwelcke noch etlicke olde leenregisteren ende andere olde boecken, dese lantschap concernerende, in handen heeft, te handelen om dselve weder in handen van de Lantschap te crygen, als oick die noch in den Hage sijn". Deze bemoeiingen hebben blijkbaar weinig succes gehadeerst in Januari 1613 werden blijkens een nog aanwezig afschrift van het afgegeven recu een 9-tal registers en rekeningen uit de Holland- sche Rekenkamer ontvangen, blijkbaar als gevolg van de resolutie van Ridderschap en Steden van 5 Nov. 16122). Uit een omstreeks 1623 te griffie opgemaakten, geheel op perkament geschreven, inven taris blijkt evenwel, dat de meeste judicialen en leenregisters vanaf het midden der 15e eeuw zich toen reeds in Overijssel bevonden; waarschijnlijk zijn de bisschoppelijke leenregisters en judicialen reeds in het bezit geweest van den griffier Gijsbert Roeunck, die ze voor zijn administratie zal hebben noodig gehad en zijn zij zoodoende in het archief der Staten terecht gekomen. Nog enkele bisschoppelijke registers werden in 1867 uit het Rijksarchief in den Haag ontvangen, doch in 1890 werd alles, wat oorspronkelijk tot het bisschoppelijk archief behoorde, aan het Rijksarchief in Utrecht afgestaan. 3) Er zij hier op gewezen, dat onder de in 1613 uit de Hollandsche Rekenkamer ontvangen stukken zich slechts enkele rekeningen be vonden. De groote, voor Overijssel zoo belangrijke collectie rekeningen uit het tijdperk 1528-1581, deel uitmakende van het archief der Holland sche Rekenkamer, werd eerst in 1859 en 1867 door het Rijks archief in den Haag aan het toenmalige provinciale archief te Zwolle in bruikleen afgestaan, alwaar zij thans nog berust.4) Zie resolutien van Ridderschap en Steden 23 Maart 1579. 2) Zie Mr. S. MULLER FZN. Catalogus van het archief der bisschoppen van Utrecht, biz. XXXVI. Onjuist is de mededeeling aldaar, dat van de in 1613 afgestane stukken slechts d rie bewaard zijn gebleven. Een berust thans in het bisschoppelijk archief (no. 406), een is in 1924 afgestaan aan het Rijksarchief in Drente en drie berusten nog in het Rijksarchief in Overijssel, terwijl vier rekeningen verloren zijn gegaan. (Vgl. Inventaris GRASWINCKEL, blz. 201 en 202). 3) Oudere en nieuwere afschriften en extracten uit al deze registers bevinden zich in het Rijksarchief in Overijssel. 4) Zie de inventaris van Jhr. Mr. D. P. M. GRASWINCKEL: Overijsselsche rekeningen en andere stukken, afkomstig uit de Hollandsche Rekenkamer1528- 1531gedrukt in Verslagen omtrent 's Rijks oude Archieven, 1923, deel II. Op een andere niet minder belangrijke collectie rekeningen zij hier voorts de aandacht gevestigd, die, ofschoon evenmin deel uit makende van het Staten-archief, voor de geschiedenis van Overijssel van niet minder belang is, dan die uit de Hollandsche rekenkamer. Wij bedoelen de rekeningen en andere stukken, afkomstig uit de rekenkamer te Roermond. Een groot deel van Overijssel, vooral van Twente, bleef bij den opstand tegen Spanje nog langen tijd door Spaansche troepen bezet, terwijl in het noorden Steenwijk geruimen tijd in Spaansche handen is gebleven. In alle drie kwartieren Salland, Twenthe en Vollenhove waren dan ook naast de Staatsche Spaansche drosten, rentmeesters en ontvangers aangesteld, die hunne rekeningen lieten afhooren door de rekenkamer te Roermond. Toen in het begin der 17e eeuw Overijssel langzamerhand van Spaansche troepen werd bevrijd en in 1632 bovendien Roermond in handen van Frederik. Hendrik viel, werden dan ook de meeste dezer rekeningen en andere stukken, op Gelderland en Overijssel betrekking hebbende, vandaar naar Arnhem gevoerd. Weldra richtte men zich nu tot Kanselier en Raden in Gelderland met het verzoek „om aen dese provintie te laten volgen de registren, reeckenongen ende papijren, die dese provintie mogen toucheeren ende tot Romunde gevonden sijn". Blijkbaar is aan dit verzoek voldaan; inventarissen van de uit Roermond afkomstige archivalia en van die, welke ter afhooring nog voorloopig in de Rekenkamer werden achtergelaten, zijn bewaard gebleven, terwijl de Overijsselsche klerk Joan ten Velde van de over genomen rekeningen en papieren een nieuwe inventaris opmaakte. Deze archivalia, thans nog bekend onder den naam van het z.g. Spaansch archief, berusten eveneens nog in het Rijksarchief-depot in Overijssel. 2) Keeren wij thans terug tot de lotgevallen van het Staten-archief. De vergaderingen van Ridderschap en Steden werden tijdens de Republiek gewoonlijk in een der drie hoofdsteden Deventer, Kampen of Zwolle gehouden; in den aanvang echter ook dikwijls in kleine plaatsen als Heino, Raalte, Wijhe en Ommen, terwijl de onzekere tijdsomstandig heden het somtijds zelfs noodig maakten, deze vergaderingen buiten het grondgebied der provincie, o.a. te Heerde en Hattem, te houden. In de 16e en het begin der 17e eeuw waren op deze vergaderingen buiten de afgevaardigden der drie steden gewoonlijk niet meer dan een tiental edelen aanwezigvelen waren in krijgsdienst of woonden l) Zie de resolutien van Gedep. Staten van 7 Augustus 1632 en die van het Hof van Gelderland van 14 Augustus 1632. 2J Zie de inventaris van Mn H. C. HAZEWINKEL: Het z.g. Spaansch archief, afgedrukt in de Verslagen omtrent 's Ri/'ks oude archieven, 1924, deel II.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1931 | | pagina 24