150 Bij circulaire van 19 Januari 1931, no. 15842, afd. B. B., heeft de Minister de hiervoor bedoelde maatregelen nadat daarin, in overleg met den Algemeenen Rijksarchivaris, nog een enkele wijziging was aangebracht ter kennis gebracht van de gemeentebesturen, zoo mede van de provinciale besturen, zulks ten behoeve van de bewaar plaatsen van de archieven in de provinciën, welke niet naar de Rijks archieven zijn overgebracht. De maatregelen, zooals deze door den Minister zijn gepubliceerd, luiden als volgt „LIJST 1. Maatregelen ter bescherming van de archieven tegen brand en brandgevaar, wanneer die maat regelen vallen buiten de inrichting van gebouwen, bestemd voor de bewaring van archieven. 1. De archiefbewaarplaatsen uitsluitend toegankelijk stellen voor het archief- of ander administratief personeel en het verrichten van werkzaamheden aldaar door anderen slechts laten verrichten onder controle van dat personeel. 2. Een streng rookverbod, dat op duidelijke wijze wordt kenbaar gemaakt, zoowel bij den ingang van de archiefbewaarplaatsen als in de bewaarplaatsen zelf. 3. Voor archiefbewaarplaatsen van eenigen omvang is permanent toezicht zeer gewenscht. Daarbij is het maken van een ronde door den concierge één uur na de sluiting van kantoren en een vóór het intreden van den nacht noodig. Voor het maken van de ronde moet uitsluitend gebruik worden gemaakt van elec- trische handlampen. Vóór het verlaten van een vertrek het mede te voeren licht even dooven, om eventueele sporen van vuur onmiddellijk te kunfien waarnemen. 4. Voor de opberging van de archiefbescheiden zooveel mogelijk gebruik maken van stalen rekken en/of kasten. Nimmer de archief bescheiden in losse papieren wikkelen. 5. De verbindingsdeuren tusschen archieflokalen moeten zich zelf sluiten, ten einde eventueele brand te localiseeren (zie ook lijst II, no. 8). 6. Bij gebruik van kachels voor de verwarming, deze plaatsen op brandvrije platen met opstaande randen om de vonken tegen te houden. Voor verwarming geen gas- en petroleumkachels ge bruiken, want deze ontwikkelen vocht (zie ook lijst II, no. 10). Indien de vloer van brandbaar materiaal is vervaardigd, moet de 151 plaat waarop de kachel is geplaatst zoodanig worden gelegd, dat circulatie van lucht tusschen die plaat en de vloer mogelijk is. 7. Brandstoffen bewaren op eenigen afstand van de stookplaatsen (kachels, ketels voor centrale verwarming, enz.). 8. Wanneer de archiefbewaarplaatsen aan een weg liggen, is het gewenscht de ramen aan de straatzijde gesloten te houden, vooral wanneer daar langs een stoomtram of trein rijdt. 9. Voor bewaring van papierafval in de archiefbewaarplaatsen gebruik maken van ijzeren bussen, die kunnen worden afgesloten. De bussen regelmatig ledigen. 10. Geen petroleum, vluchtige oliën of andere licht ontvlambare vloeistoffen en geen ontplofbare stoffen in de archiefbewaar plaatsen gebruiken of in voorraad houden; poetslappen e. d. uitsluitend bewaren in metalen bussen, die kunnen worden afge sloten, 11. Geen waterkaraffen, brilleglazen e. d. in archieflokalen laten staan of liggen op plaatsen, waar zonnestralen kunnen komen, omdat door werking als brandglas brand kan ontstaan. 12. Geen gascomforen en andere gastoestellen in de archiefbewaar plaatsen gebruiken. 13. De sleutels van archiefbewaarplaatsen of van deuren, die toegang geven tot het gebouw waarin de archiefbewaarplaatsen zijn ondergebracht, in de onmiddellijke nabijheid en op een gemak kelijk te bereiken plaats bewaren. 14. In elk archieflokaal behooren nabij den ingang kleine brand- bluschmiddelen, zooals slang op de binnenwaterleiding, annihilator, brandemmers of handbrandbluschmiddelen aanwezig te zijn. De apparaten moeten geregeld gecontroleerd en zoo mogelijk be proefd worden, terwijl het personeel in het gebruik van de appa raten bedreven moet zijn. 15. Is men voor blussching van brand aangewezen op open water, dan bij vorst bijten in het ijs hakken en deze geregeld open houden. Brandkranen en -leidingen, zoowel binnen als buiten, des winters vorstvrij houden. Een door de Kon. Ned. Brandweervereniging ingestelde commissie houdt zich bezig met de keuring van handbrandbluschapparaten, ook ten aanzien van hunne bruikbaarheid voor het blusschen van brand in archieven.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1931 | | pagina 20