Historisch-topografische Atlassen en Bibliotheken. 100 „nieuwe" archieven, met betrekking tot datgene wat zou moeten worden gedaan of nagelaten om de belangen der historie te kunnen dienen. Aan deze laatste is dan de taak om na te gaan, in hoeverre aan de wenken gevolg kan worden gegeven, zonder dat de belangen der administratie daardoor in het gedrang komen. Deze samenwerking is m.i. nuttig en noodzakelijk, opdat misverstanden, waarvan zoo voor en na reeds enkele aan het licht zijn gekomen, kunnen worden op geruimd. P. NOORDENBOS. De Redacteur van dit blad verzocht mij het van mijn hand ver schenen artikel „Historisch-topografische Bibliotheken", verschenen in Bibliotheekleven, jaargang XV (1930), afl. 2, blz. 23 28, met gebruik making van de door Dr. H. E. Greve in zijn naschrift gemaakte opmerkingen, zoodanig om te werken, dat het meer van toepassing zou worden voor hen, die aan het archiefwezen verbonden zijn, van welke waarschijnlijk slechts weinigen het genoemde tijdschrift lezen. Voldoende aan dit verzoek meende ik het opschrift te mogen uitbreiden en ook de historisch-topografische atlassen er in te mogen betrekken, daar veel ook daarop van toepassing is. Zooals bekend is, zijn aan de verschillende Rijks- en Gemeente- Archieven atlassen en bibliotheken verbonden, welke laatste wij kunnen verdeelen in 1°. z.g. Handbibliotheken, waarin opgenomen zijn naslag werken, tijdschriften, jaarverslagen, inventarissen, catalogi, enz., welke bibliotheken, als van technisch-archivalischen aard, hoofdzakelijk ten dienste van het archief-personeel staan; 2°. Historisch-topografische Bibliotheken, waarvan het wenschelijk is, dat zij van de sub 1 ge noemde bibliotheken gescheiden gehouden worden. De historisch-topografische bibliotheken van de Rijks-Archieven strekken zich uit over het gebied der betrokken provincie, terwijl die van de Gemeente-Archieven het meer beperkte gebied hunner gemeente en soms dat van de naaste omgeving beslaan. Deze bibliotheken vinden dikwijls hun oorsprong in de oude stadsbibliotheken, waarin men oude plaatsbeschrijvingen, gedrukte keuren enz. aantrof, en dienen om de officieele bescheiden in de archieven aan te vullen of toe te lichten met hetgeen over pro vincie of gemeente in den meest uitgebreiden zin in druk verscheen of gepubliceerd werd door gewestelijk of stadsbestuur, instellingen of particulieren. 101 De catalogi der historisch-topografische bibliotheken van de Gemeente-Archieven te 's-Gravenhage, Utrecht, Leiden en Dordrecht geven een juist beeld van hetgeen deze bibliotheken moeten inhouden en zeer zeker zal aan menig ander Gemeente-Archief, dat om de een of andere reden nog niet tot publicatie van een catalogus kon overgaan, een catalogus in handschrift niet ontbreken. Uit den aard der zaak kunnen de historisch-topografische biblio theken der Rijks-Archieven niet in zulke details afdalen als die der Gemeente-Archieven; immers hun gebied is zooveel grooter, waar door het dan ook lang niet altijd even gemakkelijk is publicaties betreffende verschillende kleinere gemeenten machtig te worden. Laten we eerst in het kort eens nagaan wat in zulk een historisch- topografische bibliotheek dient te worden bijeen gebrachtplaats beschrijvingen, gidsen, e.d., de gedrukte uitgaven van het gemeente bestuur (gemeente- en raadsverslag, verordeningen, enz.), programma's van nationale en bizondere feesten en herdenkingen, vereenigings- uitgaven (jaarverslagen, gedenkboekjes, programma's), enz. De inhouds opgaven in genoemde catalogi geven uitvoerig de rubrieken aan, die men volgen kan. Hoeveel gemeenten zijn er niet, die wel in het bezit zijn van een waardevol archief, maar het moeten stellen zonder archivaris, die de aangewezen man zou zijn om een dergelijke bibliotheek aan te leggen. Gelukkig staat hiertegenover, dat tal van plaatsen wel in het bezit zijn van een klein museum of oudheidkamer, en als ik mij niet vergis, wordt door dergelijke instellingen ook wel genoemde lectuur over de stad verzameld. Ook treft men in zeer vele plaatsen nog wel eens iemand aan, die hart heeft voor het verleden der stad en er een eigen verzameling aanlegde van geschriften en drukwerkjes over de plaats zijner geboorte of inwoning, maar hoe dikwijls zal het niet voorkomen, dat een dergelijke verzameling, als de lust er toe vergaat of indien de ver zamelaar komt te overlijden, wordt opgeruimd, terwijl er toch wel een betere bestemming ware te vinden geweest. Toen ik te Vlaardingen als archivaris in functie trad vond ik een flink aantal boeken en kleinere drukwerken over de stad, door twee voorgangers in den loop der jaren bijeengebracht. Het belang er van inziende, heb ik getracht deze verzameling steeds uit te breiden en het was me telkens een genoegen wanneer men mij iets kwam brengen of wanneer ik zelf de hand kon leggen op een nog niet aanwezige brochure, verslag, gedicht enz. van vroeger of later tijd, waarmede ik een of ander onderdeel der bibliotheek kon aanvullen en dat heel dikwijls interessante of typische gegevens

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1930 | | pagina 16