196
N. R. C.
197
Examen archiefambtenaar. Voor het diploma van wetenschappelijke
archiefambtenaar der tweede klasse is geslaagd Mej. M. W. (URRIAANSE, te's-Gravenhage.
Rijksarchieven.
Algemeen Rijksarchief. Bij Kon. Besluit van 19 April is benoemd
tot chartermeester (commies) Mej. Mr. E. C. M. PRINS, te 's-Gravenhage. Mej. PRINS
is tevens benoemd tot Archivaris van het Genealogisch-Heraldisch Genootschap
,De Nederlandsche Leeuw".
Rijksarchief in Friesland. Het lid der Eerste Kamer de heer POLAK
heeft tot den Minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen de volgende vragen
gericht
1. Zou Zijn Excellentie kunnen mededeelen, of er reeds maatregelen zijn genomen-
die dekanselarij te Leeuwarden kunnen behoeden tegen een herhaling van
het ernstige gevaar voor brand, dat op 13 Maart 1929 het prachtige historische gebouw
met zijn rijken inhoud, heeft bedreigd
2. Acht Zijn Excellentie het niet noodig, het terrein van op het vorengenoemden
datum verbrande huis aan te koopen en het, ter beveiliging van de kanselarij, onbe
bouwd te laten
3. Zou het geen aanbeveling verdienen, de kanselarij geheel van belendende
huizen te bevrijden, ten einde haar aldus voor vernietiging door het vuur te vrijwaren
4 Acht Zijn Excellentie het niet in elk geval noodig, alles te doen wat mogelijk
is ter voorkoming van een ramp, als op meergenoemden datum dreigde, die wellicht
nog ernstiger zou zijn dan die, welke het stadhuis van Leiden getroffen heeft?
De Minister van Financiën heeft daarop het volgende geantwoord
Mijn ambtgenoot van onderwijs, kunsten en wetenschappen heeft mij verzocht
de beantwoording over te nemen van de vragen, die de heer POLAK ter zake van
de beveiliging van het kanselarijgebouw te Leeuwarden tegen brandgevaar aan zijn
ambtsvoorganger had gesteld.
1. In antwoord op deze vraag kan worden medegedeeld, dat onmiddellijk naden
brand van 13 Maart van dit jaar door den Rijksgebouwendienst eenige voorzieningen
aan het gebouw zelf, ten doel hebbende de beperking van het brandgevaar, zijn ont
worpen, terwijl tevens de aandacht van de gemeente Leeuwarden op de zaak is
gevestigd met het oog op het verleenen van een nieuwe bouwvergunning op de plaats
der uitgebrande perceelen.
2 en 3. Indien deze weg werd ingeslagen, zou in alle soortgelijke gevallen hetzelfde
moeten worden gedaan. Dit zou tot resultaten leiden, welke niet kunnen worden aan
vaard, wel het allerminst in gevallen, waarin door openbare bespreking der quastie de
koopprijs der belendende perceelen onevenredig zou worden opgedreven.
4. Deze vraag wordt bevestigend beantwoord. Overwogen wordt o. a. een her
ziening van het Koninklijk besluit van 30 December 1924 (Staatsblad no. 620),dat
ter voorziening in deze materie is genomen, doch naar het schijnt aanvulling behoeft.
Gemeente- en w a t e r s c h a p s a r c h i e v e n.
Gemeente Zutphen. Aan de N. R. C van 25 Juli 1.1, ontleenen wij
het volgende: De bekende Zutphensche archivaris, de heer GMIBERG, bestuurslid en
eerelid van Gelre, schrijver van zoo menige monografie over de historie van zijn stad,
vierde gisteren zijn 65en verjaardag. Namens het gemeentebestuur heeft de burgemeester
hem de zilveren gedenkpenning van de stad overhandigd, de hoop uitsprekend, dat
Zie Ned Archievenblad 1924-1925, blz. 163.
zijn vruchtbare pen nog vaak ten bate van Zutphen zal werkzaam zijn. Ook van andere
zijden heeft de jarige blijken van belangstelling gekregen.
Nader vernemen wij dat de Heer GlMBERG sedert dien tegen 1 Januari a.s. eervol
ontslag als gemeente-archivaris heeft aangevraagd.
Gemeente 's-Gravenhage. Prinses JüLIANA heeft in den morgen
van 16 September 1.1. een bezoek gebracht aan het gebouw van het Haagsche gemeente
archief, welk bezoek ten doel had kennis te nemen van de letterkundige verzameling
der gemeente. In het voor deze verzameling bestemde vertrek heeft de gemeente
archivaris dr. W. MOLL, aan de Prinses een aantal stukken betreffende de letterkundigen
van 1880 en later voorgelegd. Ook de heer N. PABON en mej. M. A. SAUERBIER
waren tot het geven van inlichtingen bij het bezoek aanwezig. De Prinses, die ongeveer
vijf kwartier is gebleven, had voor het haar getoonde veel belangstelling.
N. R. C.
Gemeente Gouda. Aan den Heer S. H. VAN DER RAALS, custos bij
het Gemeentelijk archief en de Stedelijke Librije is toegekend de eere-medaille,
verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau in zilver.
Gemeente Rotterdam. Toen bekend werd, dat het op 15 Augustus
1929 vijf en twintig jaren geleden zou zijn, dat Dr. E. WlERSUM het ambt van gemeente
archivaris van Rotterdam aanvaardde, vormde zich op initiatief van Mr. Dr. J. C. OVER-
VOORDE een commissie, waarin uit het archiefwezen zitting namen naast den
initiatiefnemer de Heeren Prof. Mr. R. FRUIN, Mr. A. LE COSQUINO DE BUSSY en Dr.
W. MOLL. Deze commissie riep de vrienden en vereerders van Dr. WlERSUM op een
bijdrage voor een huldeblijk te willen schenken en aan dezen oproep werd zoo algemeen
gevolg gegeven, dat de commissie weldra de beschikking had over een aanzienlijke
geldsom. Intusschen bleek de jubilaris op 15 Augustus uitstedig te zijn en daarom
werd de huldiging uitgesteld tot 6 September. Op dien datum vereenigde zich in de
door eenige bloemstnkken versierde archivariskamer van het Rotterdamsche archief-
gebouw een zeer groot aantal vrienden en vereerders van den gehuldigde. Toen Dr.
WlERSUM was binnengetreden nam allereerst Mr. AMB. VAN DER HOEVEN, voorzitter
der huldigingscommissie, het woord om in een uitvoerige rede de verdiensten van den
jubilaris te schetsen en hem een fraai verzorgd album aan te bieden met de hand-
teekening van alle deelnemers aan het huldeblijk. Dit bestond uit een fraai bureau-
ministre, een bureaustoel en twee club-fauteuils, terwijl bovendien nog een geldsom
kon worden aangeboden, door Dr. WlERSUM geheel naar eigen genoegen te besteden.
Dr. W. MOLL, van oordeel dat bij deze gelegenheid toch ook de stem van een ambt
genoot behoorde te klinken, sprak daarna als voorzitter der afdeeling voor gemeente
ambtenaren van onze vereeniging een kort woord. Daarop vertolkte Wethouder DE
Zeeuw den dank van het gemeentebestuur en van de Commissie voor het archief.
Mr. F. C. KOCH, sprekend mede uit naam van Mej. MOQUETTE, dankte Dr. WlERSUM
namens het archief-personeel voor zijn prettigen omgang. Jhr. M. 1. DE JONGE VAN
ELLEMEET voerde het woord namens den Rotterdamschen Kring, waarvan de gehuldigde
penningmeester is, terwijl Dr. K. H. DE RAAF als vriend eenige gevoelvolle en geestige
woorden sprak. Tenslotte stelde de heer L. J. C. J. VAN RAVESTEYN in het licht,
hoezeer de archiefbezoekers reden hebben Dr. WlERSUM dankbaar te zijn. Dr. WlERSUM,
hierna het woord verkrijgend, begon met een groot deel van de hem bewezen hulde
over te brengen op het archiefpersoneel. Hij dankte daarna alle sprekers afzonderlijk
5) In de N.R.C van 14 Augustus I.l. komt naast een overzicht van de werkzaamheden door den
jubilaris verricht, van W. P- een warm gesteld artikel over Dr. WlERSUM van de hand van Mr. OVER-
VOORDE. Een goed gelijkend portret is bijgevoegd.