68 25 Maart 1922 vroeg Mr. Veder ontslag als Archivaris, met ingang van 1 Mei d.a.v., hetgeen hem in de Raadsvergadering van 5 April eervol werd verleend. Voor den historischen onderzoeker was hij de groote verkeers agent in het Amsterdamsche archief, naar wiens aanwijzingen die onderzoeker zich had te orienteeren en naar wien hij gaarne zal luisteren, wil hij in het labyrinth van lijvige lolianten, tallooze p'orte- feuilles enz. een veiligen weg vinden. Ook voerde hij nog vele polemieken, o.a. in het Archievenblad 1908/1909 met den Rijks-archivaris in de provincie Utrecht over de publieke toegankelijkheid en het gebruik der op het Amsterdamsche Archief berustende Doop-, Trouw- en Begraafregisters van vóór 1811. In hetzelfde tijdschrift, ]g. 1912/1913, verscheen nog een uitvoerig artikel van zijn hand over Het nieuwe archiefgebouw der gemeente Amsterdam. Op 14 Maart van dit jaar bereikte ons, tot ons diep leedwezen, het bericht van Mr. Veder's overlijden. Met hem is heengegaan een hoogstaand mensch met een hart van goud. IN MEMORIAM Dr. H. J. REYNDERS Den 17den Maart 1929 overleed op 72-jarigen leeftijd de oud gemeentearchivaris van Amersfoort, Dr. H. J. Revnders, die, sedert 1882 leeraar, daarna Conrector aan het Gymnasium, gedurende lange jaren tevens het Gemeentearchief beheerde, als opvolger van Van Rootselaar. Na om gezondheidsredenen zeer noode zijn conrectoraat in 1912 te hebben neergelegd, bleef Dr. Reynders aan het archief in functie tot 1918. Enkele woorden ter nagedachtenis aan dezen begaafden, werk- zamen en beminnelijken man mogen ook in dit periodiek een plaats vinden. 69 28sten April 1856. Aldaar ontving hij zijn geheele opleiding bij lager-, gymnasiaal- en hooger onderwijs. In 1882 deed hij zijn intrede in Amersfoort en promoveerde het jaar daarop in de klassieke letteren op een dissertatie De vita Phrynichi. In 1889 volgde Dr. Reynders den tot rector te Gouda benoemden Dr. VAN Ysendiik op als Conrector. Omstreeks 1900 aanvaardde de thans overledene het gemeentelijk archivarisambt, dat hij met groote nauwgezetheid, groot nut voor velen en voldoening voor zichzelven heeft bekleed. In Amersfoort door zijn dubbele functie in de eerste plaats, maar ook daarbuiten herinnert men zich in velerlei kringen thans nog de groote accura tesse bij het verstrekken van inlichtingen, zijn weloverwogen adviezen, zijn onvolprezen welwillendheid, waar hij maar van dienst kon zijn, niet minder als archivaris dan als docent aan het gymnasium. Heel zijn wezen en heel zijn optreden ware het best te karakteriseeren met het Grieksche ad)(poon'. Want bij zijn begaafdheid als docent en vorscher, bij zijn nauwgezetheid en ijver moet nog genoemd worden zijn bescheidenheid, welke Dr. Reynders in zoo hooge mate eigen was, dat hij zich bij alles op het tweede plan hield, zelfs daar, waar de volle aandacht op hèm behoorde te vallen. Als archivaris heeft Dr. Reynders naast administratie en informatie een belangrijken arbeid verricht door het verzamelen van materiaal in en buiten zijn archief, waar hij dit maar vinden kon, betreffende de geschiedenis van de „Groote Schole" Latijnsche School) te Amersfoort. Natuurlijk bleef het niet bij verzamelen. Ook een serie hoofdstukken schreef Dr. Reynders over de klassieke opleiding van voorheen. Die hoofdstukken mèt het materiaal bracht hij bijeen in een manuscript, dat hij den bescheiden titel gaf van „Bouwstoffen voor een geschiedenis der Latijnsche School te Amersfoort". Dit manuscript is ter gelegenheid van het 550-jarig bestaan der school (1926) uitgegeven als kern van een Gedenkboek. De publicatie was voor hen, die haar ondernamen, een taak, die zij gaarne aanvaardden als een stille hulde aan dezen man, die zijne jaren te Amersfoort ten volle aan de school had gewijd als docent en met liefde haar geschiedenis had onderzocht en beschreven. Als bewijs van den speurzin en begaafdheid van wijlen Dr. Reynders moge ten slotte dienen de inleiding van een zestiende-eeuwsch boekje van Vladeraccus, een boekje waarvan na eindeloos zoeken slechts één exemplaar te vinden bleek in München. Die inleiding nam Dr. Reynders nagenoeg geheel vertaald over onder den titel „De Amersfoortsche groote Schole in het midden der 16e eeuw" en is te vinden in bovengenoemd Gedenkboek, p. 29 vlgg. Wie deze vertaling, in onberispelijk gestyleerd Nederlandsch, leest, voelt en dagbladen, o.a. in Handelsblad, Groene AmsterdammerEigen Haard, „Het Geeltje" etc. N. W. j. COORENGEL. P. J. KAPTEYN. Dr. Hendrik |oan Reynders werd geboren te Amsterdam den

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1929 | | pagina 5