142 143 vrucht van de huldiging verscheen een rijke bundel met Historische opstellen. Wij hopen in ons eerste Literatuuroverzicht op dit boekwerk terug te komen. Inktpotlooden en archiefstukken. De minister van binnenlandsche zaken en landbouw heeft aan de Gedep. Staten der provincies geschreven „Vanwege het hoofdbestuur der posterijen, telegrafie en telefonie is eenigen tijd geleden aan prof. ir. dr. WATERMAN verzocht, bij het laboratorium voor chemische technologie van de Technische Hoogeschool te Delft een onderzoek te doen instellen naar de duurzaamheid van het schrift van de bij het hoofdbestuur in gebruik zijnde violette inktpotlooden, evenzoo van zwarte en paarse machinelinten en dito carbon voor het vervaardigen van stukken van blijvende waarde (archiefstukken). Uit de daar omtrent ontvangen uitvoerige rapporten blijkt: le. dat het onderzochte paarse inkt- potlood-inktlint en carbon voor stukken van blijvende waarde geheel ongeschikt zijn, daar het methylviolet, aan het licht blootgesteld, geheel verdwijnt; 2e. dat het zwart inktlint black record, medium inked geschriften doet ontstaan, die voor archiefstukken wel te gebruiken zijn, en 3e. dat het zwarte doorsfagpapier wel duurzame afdrukken levert, al blijven deze blootgesteld aan het licht, niet ongewijzigd. Thans wordt nog onderzocht, of het mogelijk is, inktpotlooden te vervaardigen, samengesteld uit kleurstoffen, welke door prof. WATERMAN als kleurecht zijn genoemd." N. R. C. Examens archief ambtenaar. Voor het diploma van wetenschappelijk archiefambtenaar der tweede klasse zijn geslaagd Mej. C. H. HOOGEVEEN en Mei. G. C. I ELDERS, beiden te 's-Gravenhage. Nieuwe leden van het Historisch Genootschap. - Als naar gewoonte geven wij hier de namen van hen. die dit jaar uit archiefkringen tot lid zijn benoemd. Het zijn Mej. D. C. MljNSSEN te Breda, en de Heeren J. H. MOOIEN te Amsterdam en Mr. Rh. VAN ROI|EN te Utrecht. Gemeente- en waterschapsarchieven. Gemeente den Briel. Zooals te verwachten was, is, evenals destijds op 25 Maart 1920 zijn zilveren jubileum als gemeente-archivaris, voor onzen populairen collega en in breede kringen van ons volk geliefden schrijver den Heer JOH. H. BEEN ook zijn zeventigste verjaardag op 8 Februari 1.1. niet onopgemerkt voorbij gegaan. Onder leiding van den Burgemeester van den Briel Mr. EOTER VAN WlSSEKERKE had zich een connté gevormd, dat, dank zij de van heinde en verre ontvangen bijdragen - zooals de Heer BEEN in zijn dankbetuiging weder zoo kernachtig zegt„ik wist niet, dat er zooveel Nederlanders mijn „hallo dat ik van uit den Briel over land en zee heb uitgeroepen, met zulk een vroolijken tegenroep zouden beantwoorden" genoemden dag voor den jubilaris weder tot een gloriedag kon maken. Hier zij in het bijzonder gewezen op het huldeblijk van den Brielschen gemeenteraad, die een centrale ver warming voor het archiefgebouw aanbood. Uit archiefkringen waren bij de huldiging tegenwoordig Dr. LASONDER en de Heer SlGAL, terwijl onder de vele ingekomen telegrammen van gelukwensch, o.a. van Minister WASZINK, er ook een was van Dr.WlERSUM. Gemeente Delft. - Bij de begrafenis van onzen betreurden collega Mr. L. G. N. BOURICIUS, aan wien in deze aflevering door Dr. WlERSUM een In Memoriam is gewijd, op 23 Februari 1.1. te Delft, waren tegenwoordig namens het Bestuur onzer ereemging Dr. WlERSUM, en namens de Afdeeling van Gemeente-ambtenaren de Voorzitter Dr. MOLL. Overeenkomstig den wensch van de overledene werd aan het graf niet gesproken. Gemeente Rotterdam. - Aan de Adjunct-Archivaris Mej. Dr. H. C. H. MOQUETTE, is op haar verzoek door B. en W. eervol ontslag verleend met ingang van 1 Mei 1929. Op 23 April l.l. heeft zij in het archiefgebouw van ambtenaren en archief bezoekers afscheid genomen. Behalve de archivaris Dr. WlERSUM hebben daarbij onder meer het woord gevoerd de Voorzitter van de Archief-commissie Wethouder A. B. DE ZEEUW en Dr. G. T. HARDERS, lid van Gecommitteerden tot de zaken der Ned. Hervormde Gemeente, deze laatste om Mej. MOQUETTE in het bijzonder dank te zeggen voor het vele, dat zij deed voor de kerkelijke archieven. Ook wij wenschen Mej. MOQUETl E toe, dat haar nog vele jaren van ambteloos leven in haar nieuwe woonplaats 's-Gravenhage mogen worden geschonken, en dat zij daarbij in de gelegenheid moge zijn nog menig historisch artikel te schrijven, zooals wij dat lange jaren reeds van haar gewend zijn. Gemeente- en waterschapsarchieven in Over ij se I. Gede puteerde Staten hebben benoemd tot wetenschappelijk ambtenaar, toegevoegd aan den Provincialen Inspecteur, Mr. W. C. VAN CAMPEN te 's-Gravenhage. Gemeente Deventer. De Gemeenteraad heeft benoemd tot Bibliothecaris van de Athenaeumbibliotheek Mr. B. VAN 'T HOFF te 's-Gravenhage met 16 van de 22 stemmen. Op de alphabetische aanbeveling van B. en W. was mede geplaatst Mej. W. E. SMELT, eveneens te 's-Gravenhage. Zooals uit de in de vorige aflevering van dit blad geplaatste advertentie kan blijken, ligt het in de bedoeling dat te zijner tijd de functie van gemeente-archivaris met het bibliothecaris-schap wordt vereenigd. Gemeente Kampen. De tijdelijke ambtenaar JOH. DON is met ingang van 1 januari 1929 voor vast benoemd. Provincie Limburg. - Gedeputeerde Staten hebben gecontinueerd als Provinciaal Inspecteur den met 1 januari l.l. afgetreden Rijksarchivaris Dr. P. DOPPLER. Buiten landsche archieven. België. - In Het Boek van December 1928, blz. 374, staat afgedrukt het nieuwe Reglement van uitleening naar het buitenland van het Algemeen Rijksarchief te Brussel, welk reglement op 1 November l.l. in werking is getreden. In de N. R. C. lazen we onlangs het volgende bericht, dat we hier overnemen, omdat het als een geval van archiefverminking is te beschouwen „De Belgische regeering heeft aan de Fransche regeering een dossier geschonken, waarin allerlei bescheiden over VICTOR HUGO waren bijeengebracht. De stukken zijn bestemd om te worden geplaatst in het VICTOR HUGO Museum te I arijs. Het dossier is afkomstig uit het archief van de Brusselsche politie. De zaak zit zooNa den staats greep van 2 December was VICTOR HUGO naar het buitenland gevlucht, en ook in België had hij gewoond. De politie-autoriteiten te Brussel hielden VICTOR LlUGO echter goed in het oog. In de verzameling bevindt zich ook het paspoort, op valschen naam gesteld („Eanvin"), dat door de Parijsche politie aan VICTOR HUGO was ver strekt, en waarmee hij op zijn vlucht de grens overkwam. Duitschland. Volgens het ,,Berl. Tbl. is in een lokaal van het archief der universiteit van Greifswald een kist met duizend infanterie-en tachtig revolver patronen gevonden. Het lokaal stond onder toezicht van een ambtenaar van het archief, die lid van den Stahlhelm was. Deze beweerde, dat hij de munitie in opdracht van een plaatselijke schuttersvereeniging heeft bewaard. Haagsche Ct.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1929 | | pagina 42