132 „den predicant ofte kerckenraet der Arminianen ende niet en was „behandicht aan den predicant ofte kerckenraet der gereformeerde „kercke, Soo is geresolveert ende goet gevonden Wouter Cornelisz, „afgeset predicant van het selve met aller vrientlickheyt aen té „spreecken om het kerckenboeck te becomen. 't Welck geschiet „sijnde, is^den predicant met sijn kerckenraet van den voornoemden „WouIer Cornelisz ende sijn huysvrou schandelick aengesproocken „ende bejegent, waerover den predicant Vollenhoven met den „kerckenraet hetselve den magistraet hebben te kennen gegeven „ende van haer versocht, dat sij rechtelick het kerckenboeck wilden „affeyschen en de, indien hij sulcks refuseerde, sijne goederen arres teren ende protesteren van schade ende interest, die de kercke „ondertusscheri mochten lijden; twelck geschiet sijnde en heeft noch tans niet gevordert." Tot zoover Ds. Vollenhoven. De oude stukken zullen wel al lang naar de maan zijn, want het archief der Remonstrantsche Gemeente te Nieuwkoop bezit ze niet. Trouwens dit laatste archief bezit bijna niets alleen een kistje met oude transportbrieven, en acta uit de laatste G5 jaar. („De schuld van de opruimende domineesjuffrouwen" zou Mr. Muller zeggen.) W. M. C. REGT. Boekbespreking. Bij het doorbladeren en de onderlinge vergelijking van de 4 onder bovenstaande titels in 3 deeltjes uitgekomen inventarissen heb ik de volgende opmerkingen gemaakt. Inventaris no. 1. Het is een lastig werk om de registers en stukken der archieven van een aantal dorpen, die een gezamenlijk en bovendien elk een afzonderlijk bestuur en administratie hebben gehad, nu vereenigd, dan weer gescheiden waren, zoo te ordenen en te beschrijven, dat het resultaat ervan d.i. de inventaris aan duide lijkheid met te wenschen overlaat. Dit is den heer Oldewelt wel gelukt. Maar hij had den inventaris meer in overeenstemming met de tegenwoordig gebruikelijke volgorde van de onderdeelen kunnen maken, waardoor de beschrijving der administratieve archieven, af komstig van den ban en het dorp of de gemeente Ransdorp, zuiverder 133 zou zijn gehouden. Hij had namelijk de Schepenbankarchieven van de bannen Ransdorp en Schellingwoude (nos. 62—117 en 542 557) niet in de afdeelingen Al en BI moeten opnemen, maar ze met de in afdeeling C: (Varia) als bijlagen I, II, III en IV geplaatste archieven van de gequalificeerde ontvangers van de collatorale successie en andere landsmiddelen (nos. 627 640), de kerkelijke doop-, trouw- en begraafboeken (nos. 641 —654) en de notarieele protocollen (nos. 655 682) in eene aparte afdeeling getiteld: In bruikleen ontvangen archieven kunnen onderbrengen. Al deze archieven werden in 1921 door het Rijk aan de gemeente Amsterdam in bewaring afgestaan. Waarom ze dan niet in eenzelfde afdeeling geïnventariseerd? Ook hadden de leggers en stukken betreffende provinciale belastingen met name de verponding, het schoorsteengeld enz., welke met de stukken betreffende de financiën van de dorpen of gemeenten in den ban, in dezelfde onderafdeeling werden beschreven, eene afzon derlijke afdeeling verdiend. Want, al waren met de invordering dezer belastingen eerst de burgemeesters en sedert 1737 de secretaris belast en al deden zij hiervan verantwoording aan de regeerende burge meesters en de vroedschap van den ban, toch behoorden de op hunne administratie betrekking hebbende rekeningen en stukken niet tot het archief van de gemeente, tenzij het provinciaal bestuur haar de admodiatie of redemptie ervan had gegeven. En dit blijkt nóch uit de inleiding nóch uit de beschrijving in den inventaris. Aangezien wij hier waarschijnlijk te doen hebben met rekeningen en stukken van de bovengenoemde rendanten als collecteurs, hadden zij in eene afdeeling getiteld „Gedeponeerde archieven" opge nomen kunnen worden. In deze afdeeling en (of) in eene afdeeling „Bibliotheek van handschriften" hadden dan ook een plaats kunnen vinden een aantal bescheiden afkomstig van particulieren en de kennelijk tot de domeinen van het Rijk behoorende stukken welke de heer Oldewelt tusschen de archieven van de gemeenten heeft opgenomen, (vlg. nos. 612 626). Bezien wij vervolgens terloops de groepeering der stukken onder de aangenomen hoofden, dan komen wij in verzoeking bij verschillende nummers vraagteekens te plaatsen. BijvoorbeeldOnder het hoofd Gemeenteeigendommen zijn beschreven bescheiden over het onderhoud, de verpachting, verzekering en exploitatie van gebouwen en andere bezittingen der gemeente (nos. 397 409), maar daartusschen (no. 401): Bestekken en conditiën waarnaar het Ministerie van B. Z. verschillende werken zal aanbesteden. Tusschen stukken over de uitvoering van Rijkswetten treffen wij aan: 1°. onder nos. 426-428 bescheiden betreffende den hoofdelijken omslag van 1817 Mr. IV. F. H. Oldewelt. 1°. en 2°. Inventarissen van de archieven der voormalige gemeenten Ransdorp en Buiksloot. 3°. Inventaris van het Spin- en Nieuwe Werkhuis te Amsterdam tot 1870. 4°. Inventaris van de Bank van leening te Amsterdam tot 1863. Amsterdam, Stads drukkerij (1928).

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1929 | | pagina 37