62 uitgaande van de Regeering of een Harer organen, geschreven of getypt zijn met zoodanige inkt en op zoodanig papier, dat zij na weinige jaren niet meer te lezen zijn. Die toestand, die niet alleen hier te lande maar ook elders bestaat, heeft zelfs de aandacht van den Volkenbond getrokken, en in het begin van 1928 heeft er diens volgens eene deskundigen commissie te Parijs over vergaderd. In Engeland en in de Vereenigde Staten heeft men het vraagstuk met ernst ter hand genomen. Hier te lande hebben Uwer Excellentie s departement, dat van den Minister van Binnenlandsche Zaken en Land bouw, dat van Waterstaat en de Vereeniging van Nederlandsche gemeenten zich de zaak aantrokken, en deze is ook meermalen in de bijeenkomsten der Rijksarchivarissen enz. ter sprake gekomen. Dezelfde quaestie heeft ook de aandacht gehad van het bestuur der Vereeniging van Archivarissen in Nederland, hetwelk tot de conclusie gekomen is, dat het wenschelijk is, dat deze belangrijke zaak met partieel voor het eene of andere bijzondere geval onder de oogen wordt gezien, maar dat de quaestie in haar geheel bestudeerd en behandeld wordt. Het is daarom, dat het Bestuur de eer heeft Uwe Excellentie te verzoeken, zoo noodig in overleg met Haar ambt- genooten, uit te lokken de benoeming van eene commissie om van raad te dienen ten opzichte van de voorschriften, te geven voor het gebruik van duurzaam papier en duurzamen inkt voor bepaalde categorieën van stukken, uitgaande van de Regeering en Hare organen met inbegrip van provinciale, gemeentelijke en waterschaps-colleges. Medewerkers aan het Russische archieftijdschrift. - Den Redacteur bereikte een verzoek van Mad. Inna Lubimenko te Leningrad, schrijfster van een artikel ook weder in deze aflevering, om bijdragen van Nederlandsche vakgenooten over het archiefwezen in ons land in het Russische tijdschrift „Arkhivnoe delo", waarover Mad. Lubimenko in haar artikel in den vorigen jaargang van dit blad, blz. 119 v.g. uitvoerig handelde. De bijdragen kunnen in het Duitsch of Fransch gesteld aan het adres van Mad. Lubimenko, Apothekerinsel, Botanischer Garten, Leningrad, kuartier VII worden ingezonden, en worden daar ter plaatse in het Russisch vertaald. Het honorarium bedraagt 50 Dollar voor het gedrukte vel (40.000 letters). Mededeeling van den Redacteur. - Door de ook weder voor deze aflevering rijkelijk toegevloeide copij, meerendeels van actueelen aard, moest ook thans het Literatuuroverzicht tot de volgende aflevering blijven liggen. 63 Afdeeling van Rijksarchiefambtenaren, MEDEDEELING VAN HET BESTUUR. Bezoldigingsbesluit. - Den 8en Maart is het nieuwe be zoldigingsbesluit voor de burgerlijke Rijksambtenaren afgekomen. Het Bestuur acht het overbodig een uitvoerige uiteenzetting van de resultaten voor de Rijksarchiefambtenaren te geven. Het wil alleen opmerken, dat voor de adjunct-commiezen, de commiezen en de hoofdcommiezen de gelijkstelling met de departementsambtenaren is gebleven en dat voor de Rijksarchivarissen de verhouding, welke bij het bezoldigingsbesluit 1925 tot de bibliothecarissen der Rijksuniver siteitsbibliotheken verkregen was, in hoofdzaak is bevestigd. Voor den Algemeenen Rijksarchivaris werd het maximum-salaris van de regeling in 1920 hersteld. Voor nadere beschouwingen omtrent het besluit meent het Bestuur naar de uiteenzetting van Mr. Ebell in deze en de volgende afleveringen van dit blad te mogen verwijzen. NIET-OFFICIEEL GEDEELTE. TER WAARSCHUWING. Bij het herstellen van kerkelijke registers ontdekte de binder van het Rijksarchief in Zeeland, dat uit het begraafboek van Veere, vermeld onder no. 52 in: Retroacta van den Burgerlijken Stand in Zeeland, door Abr. Mulder, blz. 120, aan het eind drie bladen ont braken. Blijkbaar waren zij met een zakschaartje uitgeknipt. De be grafenissen der Hervormden te Veere gedurende December 1795 stonden op die bladen aangeteekend. Een onmiddellijk ingesteld onderzoek leerde, dat het deel niet naar buiten is uitgeleend ge weest sedert het werd beschreven. De drie bladen moeten dus te Middelburg zijn ontvreemd. Wie van de bezoekers na het ver schijnen van den inventaris in 1925 het begraafboek hadden ge raadpleegd, was echter niet meer na te gaan. Het aan den dag gekomen grove misbruik van vertrouwen maakt het noodig de archivarissen te waarschuwen tegen den onbekenden dader, A. M. v. E.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1929 | | pagina 2