26
Art. 10.
Ter uitvoering van deze statuten wordt een huishoudelijk regle
ment gemaakt, dat geen bepalingen met deze statuten in strijd mag
bevatten.
Art. 11.
Wijzigingen in deze statuten kunnen slechts plaats hebben bij
besluit van 2/3 der ter vergadering aanwezige leden.
Die wijzigingen treden niet in werking, alvorens daarop de ver-
eischte Koninklijke goedkeuring is verleend.
Art. 12.
Tot ontbinding der vereeniging kan niet anders worden overgegaan,
dan bij besluit, genomen door een meerderheid van 3/4 der leden.
Onmiddellijk nadat het besluit tot ontbinding der vereeniging
genomen is, zal worden beslist wat met de bezittingen der vereeniging
zal geschieden, zulks met inachtneming van het bepaalde bij art. 1702
van het Burgerlijk Wetboek.
BESTUUR
1 December 1928.
Dr. P. A. Meilink, Voorzitter (1930).
Mej. Mr. G. H. C. Breesnee, Secretaresse (1931).
L. Kruyff, Penningmeester (1930).
Plaatsvervangende leden: R. D. Baart de la Faille; J. Smit.
Vertegenwoordiger uit het Hoofdbestuur: Mr. R. Bijlsma.
Afgevaardigde in de Centrale
Mr. R. Bijlsma,
MEDEDEELING VAN HET BESTUUR.
De mededeeling van de Centrale voor Hoogere Rijksambtenaren
met opgave der betreffende salarisschalen, voorkomende in het
Correspondentieblad van November no. 110, heeft het bericht gebracht,
dat op 31 October 1928 de Centrale Commissie voor Georganiseerd
Overleg tot een eenstemmig advies over de technische herziening
van het bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1925 is ge
komen. Uit verslagen, welke op vergaderingen van enkèle groepen
27
van ambtenaren zijn uitgebracht, is gebleken, dat sindsdien nog eenige
wijzigingen en aanvullingen in het advies zijn aangebracht. Het bestuur
meent op dit oogenblik nog geen mededeeling te kunnen doen over
de bespreking, die gevoerd is ten opzichte van het vaststellen der
salarissen onzer medeleden. Het meent dit te moeten uitstellen, tot
het salarisbesluit is verschenen, hetgeen vermoedelijk niet meer in
1928 zal kunnen plaats hebben.
Verslag van de elfde afdeelingsvergadering op 29 Sep
tember 1928, in het Rijksarchiefgebouw te Arnhem.
Aanwezig zijn 17 leden. De voorzitter zegt in zijn openingsrede
dat zijn jaarverslag onbelangrijk moet zijn, aangezien er niets bijzonders
is voorgevallen; nog steeds wordt afgewacht, wat het resultaat zal
zijn van de besprekingen van de Commissie van Georganiseerd Overleg.
Uit het verslag van den penningmeester blijkt, dat het batig saldo
een weinig minder is geworden dan het vorige jaar, waarop besloten
wordt wederom een subsidie van f 10 aan het Bestuur der vereeniging
aan te vragen.
Bij de bestuursverkiezing werd mej. Mr. Breesnee als secretaresse
in de plaats van mej. Dr. Drossaers, die niet herkiesbaar was, gekozen;
overigens bleef het bestuur onveranderd.
Eenige besprekingen volgden over de al of niet wenschelijkheid
van de opheffing der afdeelingen van Rijksambtenaren en gemeente
ambtenaren, welke op de middagvergadering bij de reglementswijziging
ter sprake zou komen. Het werd door sommigen niet raadzaam geacht,
dat de archiefambtenaren zich zeiven buiten de vakvereeniging zouden
plaatsen en de reeds bestaande isolatie nog zouden vergrooten; ook
werd op het belang gewezen contact te houden met de Centrale
van Hooge Rijksambtenaren, die voor enkele bijzondere belangen
ijvert o.a. verhooging van de pensioenen en tegen al te groote nivel
leering waakt. Op een opmerking van Mr. Haga antwoordt de voor
zitter, dat de Vereeniging van archivarissen door de aanwezigheid
der gemeentearchivarissen niet als lid bij de Centrale van Hoogere
Rijksambtenaren aangesloten zal kunnen zijn.
Hierna wordt de vergadering gesloten.
N.B. Het jaartal achter de namen der bestuursleden geeft aan het jaar,
waarin zij niet herkiesbaar zijn.