160 of uittreksel, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, te kunnen gelden, voor „gezien" worden geteekend door den beheerder der Rijksarchiefbewaarplaats in de hoofdplaats der provincie of een hem vervangend wetenschappelijk ambtenaar." Artikel V. In artikel 5 der Archiefwet worden achter het woord„ver nietiging" ingevoegd de woorden: „of vervreemding". Artikel VI. In artikel 8 der Archiefwet wordt voor: „archiefbewaarplaats" gelezen„Rijksarchiefbewaarplaats". Artikel VII. In artikel 9 der Archiefwet wordt voor: „De Rijksarchiefbewaar plaats in de hoofdplaats van elke provincie is" gelezen„De Rijks- archiefbewaarplaatsen in de hoofdplaatsen van de provinciën zijn", terwijl voor: „archiefbewaarplaats" wordt gelezen „Rijksarchiefbewaarplaats". Artikel VIII. In de eerste alinea van artikel 11 van de Archiefwet worden achter het woord „Ons" ingevoegd de volgende woorden „op voor dracht van Onzen Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen". In de tweede alinea van artikel 11 der Archiefwet wordt voor- „op voordracht van den daarbij betrokken Minister" gelezen: „op gemeenschappelijke voordracht van den daarbij betrokken Minister en van Onzen Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen", terwijl voor de woorden: „de Rijksarchiefbewaarplaats in de provinciale hoofdplaats" wordt gelezen: „de Rijksarchiefbewaarplaatsen in de provinciale hoofdplaatsen". Artikel IX. Achter artikel 11 der Archiefwet wordt een nieuw artikel inge voegd, luidende als volgt „Artikel 11 bis. Wanneer ter uitvoering van artikel 1 1 van deze wet een gedeelte van de op de griffies van de arrondissements-rechtbanken berustende registers van den Burgerlijken Stand in de Rijksarchiefbewaarplaatsen is overgebracht, dan zijn de beheerders van die bewaarplaatsen de bewaarders van die registers in den zin van den derden titel van het eerste boek van het Burgerlijk Wetboek en zijn ten aanzien van die registers deze beheerders, in de plaats van de griffiers, belast met het doen der door de wet voorgeschreven kantmeldingen." Artikel X. In artikel 13 der Archiefwet wordt voor „Binnenlandsche Zaken" gelezen: „Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen". 161 Artikel XI. In de tweede alinea van artikel 15 der Archiefwet worden tusschen de woorden„beheerd" en „door" ingevoegd de woorden„door een archivaris, die wetenschappelijk ambtenaar is in den zin van artikel 3 van deze wet, of, zoo geen zoodanige achivaris mocht zijn benoemd". De eerste volzin van de vierde alinea van artikel 15 der Archiefwet vervalt, terwijl in de tweede volzin van die alinea voor: „Binnen landsche Zaken" wordt gelezen„Onderwijs, Kunsten en Weten schappen". Artikel XII. Aan artikel 17 der Archiefwet wordt een derde alinea toegevoegd, luidende als volgt: „De kosten van de uitoefening van het in artikel 16 bedoelde toezicht komen ten laste van de provincie." Artikel XIII. In artikel 18 der Archiefwet wordt voor de woorden „tot nadere beschikking naar eene Rijksarchiefbewaarplaats zal worden over gebracht" gelezen„naar eene Rijksarchiefbewaarplaats zal worden overgebracht, om daar op kosten van de gemeente, volgens een door Ons vast te stellen tarief, tot nadere beschikking te worden bewaard". Artikel XIV. Artikel 19 der Archiefwet wordt gelezen als volgt: „De archieven van de voormalige wees- en momboirkamers van gemeenten, die geen eigen archivaris en geen doelmatige archief bewaarplaats hebben, worden naar de Rijksarchiefbewaarplaatsen overgebracht volgens regelen, bij algemeenen maatregel van bestuur te stellen. Wij behouden Ons voor om bij algemeenen maatregel van bestuur te gelasten, dat ook andere in de gemeentelijke archiefbewaarplaatsen berustende archiefbescheiden naar de Rijksarchiefbewaarplaatsen zullen worden overgebracht, mits zij niet dagteekenen van na 1813 en zij niet organisch in de gemeentelijke archiefbewaarplaatsen behooren te blijven. Aan gemeenten, welke daartoe tot Onzen Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen het verzoek richten, kunnen de in de beide voorgaande alinea's bedoelde en andere bescheiden, welke tot die gemeenten in betrekking staan, in bewaring worden gegeven. De voorwaarden, waaronder aan een dergelijk verzoek gevolg kan worden gegeven, worden door Ons geregeld."

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1928 | | pagina 8