152 „materieele" te schrappen in art. 20 van het Reglement der vereeniging (NederI. Archievenblad 29ste jaargang, blz. 4), teneinde aldus beide reglementen met elkander in overeenstemming te brengen. Teneinde duidelijker dan tot dusver te doen uitkomen, dat de afdeelingen er zijn voor de behartiging der bijzondere belangen, die toch zoowel de Rijksarchiefdienst en de daarbij werkzame archief- ambtenaren eenerzijds, als de gemeentelijke archiefdienst en archief- personeel anderzijds ongetwijfeld hebben, is door hem een andere redactie van art. 20 voorgesteld. Dit voor het geval het woord „materieele" in art. 20 niet zou worden geschrapt. Ook zou hij er zich mede kunnen vereenigen indien in plaats van „de materieele belangen" gelezen wordt: „de bijzondere belangen". Naar de meening van ondergeteekende, levert de behartiging der algemeene belangen van het Nederlandsch archiefwezen, b.v. in de eerste plaats het zuiver technische gedeelte van het archivariaat (archiveconomie, diplomatiek, palaeografie, chronologie enz.) voldoende terrein van werkzaamheid op voor de algemeene vereeniging. De behartiging der bijzondere belangen, resp. van den Rijks archiefdienst en daarbij betrokken ambtenaren en van den gemeente lijken archiefdienst c.a. en daarbij betrokken archiefpersoneel zal ongetwijfeld veel beter tot haar recht komen in de respectieve afdeelingen. Indien de algemeene ledenvergadering echter mocht besluiten art. 20 ongewijzigd te laten en aldus aan de afdeelingen slechts over te laten de behartiging der materieele belangen harer leden, dan kan z.i. het behoud der afdeelingen als overbodig worden beschouwd, temeer daar dan b.v. het gemeentelijk archiefpersoneel zich even goed in landelijke, niet-categorale organisaties kan vereenigen. Ten aanzien van de eventueele wijziging der afdeelingsregle- menten, meer bepaaldelijk van het Reglement der afdeeling van gemeente en waterschapsambtenaren, behoeft m.i. thans nog geen voorstel te worden gedaan, aangezien eerst over het al dan niet wijzigen van het Reglement der hoofdvereeniging een beslissing dient te worden genomen. Overigens behoort het al dan niet wijzigen van statuten der afdeelingen niet tot de competentie der Vereeniging (art. 22 v. h. Reglement der Vereeniging), maar tot de afdeelingen zelf. Wijziging reglement. Door mij worden de volgende wijzigingen voorgesteld in het Reglement der Vereeniging van archivarissen in Nederland Art. 6 te doen luiden Tot de vergaderingen hebben alle gewone> correspondeerende en eereleden toegang. Correspondeerende en eereleden hebben echter in de vergade ringen slechts adviseerende stem. Het laatste gedeelte van art. 7 te veranderen als volgt „of het verzoek ter beslissing van de eerstvolgende algemeene vergadering brengt". Art. 8 als volgt te wijzigen: De gewone leden betalen eene jaarlijksche bijdrage, door den penningmeester tegen kwitantie in te vorderen. De grootte dier bijdrage wordt ieder jaar door de algemeene vergadering vastgesteld. Art. 13a (nieuw). Algemeene ledenvergaderingen worden gehouden zoo dikwijls het bestuur zulks noodzakelijk acht of een verzoek tot het houden van een algemeene vergadering door minstens 5 leden aan het bestuur zal zijn gedaan. Art. 14 aldus te wijzigen: Op een telkens door het bestuur vast te stellen dag wordt eene jaarvergadering gehouden, die zelve de plaats voor de eerstvolgende bepaalt. De oproeping tot de jaarlijksche algemeene vergadering wordt door het bestuur ten minste 14 dagen vooraf verzonden met mede- deeling der punten van behandeling, waaromtrent de leden vooraf aan het bestuur opgave kunnen doen. De vergadering kan met meerderheid van stemmen besluiten ook andere punten in behandeling te nemen. Oproepingen tot andere dan de jaarlijksche algemeene ver gadering moeten, eveneens met vermelding der te behandelen punten, minstens 3 dagen vooraf worden verzonden. Alkmaar27 Maart 1928. (w. g.) N. J. M. Dresch. 153 Art. 7.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1928 | | pagina 4