208
Wilhelm II en III, verscheidene brieven van de hand van BlSMARCK en van bekende
politici uit de achttiende en negentiende eeuw. De man vroeg 50.000 Mark voor de
verzameling, een bescheiden prijs dus. Natuurlijk informeerde de archivaris belangstellend
naar de herkomst van de bescheiden. Het bleek, dat de arbeider ze ten verkoop had
gekregen van den gevangenbewaarder, dien we in den aanhef noemden. Toen men
dezen aan de tand voelde vertelde hij, dat het Pruisische ministerie van financiën elke
maand twee drie ton oude papieren ter vernietiging aan de gevangenis zond, waar
de bewaarder in dienst is. Hij snuffelde wel eens in de papieren en ontdekte toen
autogrammen, die zijn aandacht trokken. Toen hij daarop geregeld de stapels ging
sorteeren, merkte hij welke schatten hier verscholen lagen. Voor hij ze trachtte te
verkoopen had hij nog zijn chefs op de hoogte gesteld van zijn vondst, maar was
afgescheept met den dooddoener: „oud papier is oud papier". Niettemin is er een
vervolging tegen hem ingesteld wegens diefstal. In eerste instantie werd hij tot drie
maanden gevangenistsraf veroordeeld. In hooger beroep werd hij echter vrijgesproken.
De collectie is voor een geringer bedrag in handen van een particulier overgegaan, maar
de museumdirectie gaf FiSCHER aan wegens waarschijnlijken diefstal van documenten.
/V. R. C.
^Rusland. - In St.-Petersburg is de directeur der Fransche nationale archieven,
LANG LOIS aangekomen. Naar hij aan een correspondent van de Izwestid mededeelde
heeft hij een opdracht zijner regeering om zich op de hoogte te stellen van den toestand
der archieven, bibliotheken en musea in Sowjet-Rusland. Hij zal na St.-Petersburg een
bezoek brengen aan de oude Noordelijke cultuurcentra, zooals Ladoga en laroslaw,
om vervolgens in Moskou zijn studie voort te zetten. N R C
Afgesloten 20 Juli 1928.