176
Inventaris van het Huisarchief van Helmond (berustende in het
archief-depot der gemeente Helmond) benevens een regestenlijst van
de oorkonden, samengesteld door Jacques J. M. Heeren, met mede
werking van Mr. J. P. W. A. Smit, Rijksarchivaris in de provincie
Noord-Brabant. Uitgegeven door hetgemeentebestuurvanHelmond. 1926.
Allereerst een woord van waardeering aan het gemeentebestuur
van Helmond, dat, wèl verplicht tot het doen vervaardigen van een
inventaris, doch niet tot het drukken ervan, een goed voorbeeld heeft
gegeven door het uitgeven van dit smakelijk uitziende werk.
Wat de medewerking van den Rijksarchivaris in Noord Brabant
betreft, indien deze in den hier te bespreken inventaris nader ware
omschreven, zou men kunnen weten, of werkelijk hetgeen in dit werk
te loven valt, van diens deskundige hand afkomstig is, terwijl het
vele, dat afkeuring verdient, aan de mindere geschooldheid van den
anderen bewerker moet worden toegeschreven. Bij de beoordeeling
dezer recensie neme men in aanmerking, dat ook de recensent
hieromtrent in het onzekere verkeert.
Na een voorwoord van Mr. Smit volgt een inleiding van de hand
van den heer Heeren, die achtereenvolgens behandelt: 1°. De bezitters
van de heerlijkheid en hunne rechten; 2°. Het beheer en de admi
nistratie en 3". De geschiedenis van het archief. Over het geheel
voldoet deze inleiding aan te stellen eischen, behalve dan, dat het
gemis van een genealogische tabel der verschillende heeren van
Helmond te voelen is, en dat de uitvoerige beschrijving der oude
cijnsboeken een der belangrijkste bestanddeelen van het archief
voor een groot deel een betere plaats had gevonden bij de betreffende
nummers in den inventaris zelf. De 3e afdeeling bevat veel wetens
waardigs omtrent eenige oude inventarissen, vooral van belang, omdat
vele der daarin vermelde oorkonden thans niet meer aanwezig zijn.
Op welke wijze van den belangrijksten dezer inventarissen, den
zoogenaamden Inventaris Van den Bossche (1580), is gebruik gemaakt,
zal men hieronder bij de bespreking der regestenlijst zien.
Ook leest men in deze 3e afdeeling, hoe aan den inventaris werd
begonnen door ]hr. Mr. Graswinckel, die dit werk bij zijn benoeming
te Zwolle moest beëindigen, en dat de inventarisatie na den aankoop
van het kasteel met het archief door de stad Helmond, aan den
heer hEEREN werd opgedragen. Deze laatste geeft in een slotbeschouwing
aan, op welke wijze hij den inventaris heeft samengesteld en wat
zijn oordeel is over de bestanddeelen van het archief. Hij zegt, dat
het is: „Het archief van de verschillende rentmeesters van den
huize van Helmond", welke uitspraak echter onmiddellijk wordt
177
achterhaald in de eerste afdeeling van den inventaris, waarin de
titels der heerlijkheid beschreven worden. Deze behooren toch niet
tot het archief der rentmeesters? En de tallooze eigendomsbewijzen?
En de rentmeestersrekeningen; of zijn dit alle rendantsexemplaren?
Voorts deelt de bewerker mede de tweevoudige indeeling van
den Inventaris van den Bossche te hebben overgenomen, n.l.a. Stukken,
houdende omschrijving van de rechten en goederen der heeren van
Helmond en b. Registers en losse stukken betreffende de administratie
dier rechten; deze indeeling zou hij hebben toegepast op de latere
stukken. Uit de hoofdstukken van den inventaris van den Bossche
blijkt van deze tweeledige indeeling evenwel niets. Tenslotte geeft
de heer Heeren aan, hoe hij de regestenlijst heeft samengesteld, en
wij wanen ons vele jaren terug, als wij zien, dat de verheerlijking van
het perkament hier hoogtij viert. In de regestenlijst zijn n.l. opgenomen:
le. Regesten van alle perkamenten in het archief (dus ook niet-
oorkonden? of zijn hier charters bedoeld?) 2e. Regesten van perka
menten, afkomstig van de auctie Slagregen, thans berustende in het
Rijksarchief te Den Bosch; 3e. Regesten van de stukken, vermeld in
den inventaris van den Bossche, voorzoover die op de heerlijkheid
betrekking hebben en thans niet meer in originali aanwezig zijn. Men
zie de consequentie van dezen „trias archivalica bij de bespreking
van de regestenlijst.
Thans de Inventaris zelf. De algemeene indeeling hiervan is:
1°. Algemeene bewaring; 2°. Bijzondere onderwerpen: 3°. Gede
poneerde archieven en 4°. Varia.
Wat de eerste rubriek betreft, is het mij niet geheel duidelijk
geworden, wat de titel ervan beteekent. Ook de onderverdeeling
geeft in dezen geen licht. Zij geeft aana. Titels van verkregen
rechten; b. Finantiën; c. Geschillen; d. Huishoudelijke «zaken. Een
tegenstelling met de tweede rubriekBijzondere onderwerpen, bestaat
ook niet, want de onder Inv.nos 367 en vlg., 380 en vlg., 394 en
vlg. vermelde stukken behooren ongetwijfeld bij de nos. 22 en vlg.,
32 en vlg. en 30 en vlg., en de hier aangenomen splitsing zou alleen
een gevolg kunnen zijn van het systeem van den inventaris Van den
Bossche van 1580. Men komt dus tot het resultaat dat Algemeene
Bewaring zou moeten beteekenenOmschrijving van de rechten en
goederen der heeren van Helmond. Begrijpe wie het kan Lezing en
herlezing van de artikelen van Mr. Smit in het Archievenblad van
1922/23 en 1923/24 hebben ons ook al niet de gewenschte opheldering
verschaft.
Ware de splitsing consequent doorgevoerd, dan kon men er
desnoods nog vrede mee hebben. Vergelijkt men evenwel de onder-