174
Boekbespreking.
8. Openbare argiewe wat dertig jaar of meer oud is moet oor-
geplaas word na 'n argief-depot op ias van die order van die betrokke
Minister van die Departement of Administrateur van die Provinsie.
9. 'n Lys, in duplo opgestel wat besonderhede uiteensit aangaande
die dokumente wat so oorgeplaas is, en waarvan een kopie in die
argief-depot behou word en die ander in die departement wat hulle
ter bewaring gee, moet sodanige argiewe bygaan.
10. Dit sal die plig wees van die beampte aan die hoof van
die departementale dokumente om te sorg dat openbare dokumente
gereeld oorgeplaas word na 'n argief-depot op so'n wyse as wat in
hierdie regulasies bepaal is.
Overzicht van den inhoud van het Algemeen Rijksarchief met
opgave van de inventarissen, 's-Gravenhage, Algemeene Lands
drukkerij, 1927.
De verspreiding van het geschrift eigenlijk een overdruk uit de
nog te verschijnen Verslagen omtrent 's Rijks Oude Archieven over
1926 welks titel hierboven is afgedrukt, is zoowel voor het Neder-
Iandsch archiefwezen als voor de vele onderzoekers zoowel in binnen-
als buitenland, die van ons Algemeen Rijksarchief gebruik plegen te
maken, een gebeurtenis van zoo groote beteekenis, dat wij het er
op wagen, ook zonder dat aan den redacteur een recensie-exemplaar
is toegezonden, hier dadelijk een kort woord van aankondiging te
plaatsen.
Van aankondiging, niet van bespreking. Dit laatste behouden
wij ons voor te doen tegelijk met de bespreking van de Verslagen
omtrent s Rijks Oude Archieven over 1922 en volgende jaren, waarbij
wij tevens nader hopen in te gaan op het ten vorigen jare verschenen
mooie en nuttige werk van Prof. Fruin: De Gestie van R. C. Bakhuizen
van den Brink a/s Archivaris des Rijks.
Het moet onzen nestor tot groote dankbaarheid stemmen, zoo
kort na de verschijning van laatstgenoemd werk, ook dit Overzicht
in druk voor zich te mogen zien. Zeker zou dit geschrift, waarnaar
eigenlijk al sedert het beroemde Overzigt van Bakhuizen van den Brink,
al lange jaren geleden verschenen de spelling alleen al geeft
aan, dat een tijdsruimte van meer dan een halve eeuw tusschen
beide gebeurtenissen in ligt door talloozen in den lande en in
het buitenland reikhalzend is uitgezien, al reeds eerder zijn verschenen,
zoo niet in de afgeloopen decennia telkens veranderingen in de indeeling
175
van het Algemeen Rijksarchief hadden plaats gehad, laatstelijk in 1924,
toen door de bekende zuinigheidsmaatregelen de afdeelingen van het
Algemeen Rijksarchief van vijf tot drie moesten worden gereduceerd.
Behoudens de verzamelingen, die bij geen afdeeling konden
worden ondergebracht, zijn nu in het Overzicht de archieven en ver
zamelingen van het Algemeen Rijksarchief naar die laatste drie
afdeelingen gerangschikt. Bij vergelijking met het O verzigt van
Bakhuizen van den Brink springt dadelijk in het oog, dat de breede
basis, waarop dat Overzigt is opgezet, bij het tegenwoordige Overzicht
ontbreekt. Dit laatste geeft slechts een opsomming van de archieven
en verzamelingen, die in het Algemeen Rijksarchief aanwezig zijn, met
vermelding van de gedrukte en geschreven inventarissen, zonder
rekening te houden met andere omstandigheden, bijvoorbeeld hoe
die archieven en verzamelingen daar zijn te land gekomen, en onder
welke der in het bekende Kon. Besluit van 2 September 1919
(Stbld. no. 552) welk Kon. Besluit een uitvloeisel is van de artikelen
10 en 11 van de Archiefwet genoemde rubrieken ze zijn onder
te brengen; of de archieven Rijks-eigendom zijn dan wel in bruikleen
in het Algemeen Rijksarchief zijn geplaatst enz. enz. Evenals het besluit
om het Overzicht nu reeds vóór de verschijning van den bundel
Verslagen te verspreiden, lijkt ons ook dit bijzonder goed gezien.
Zoo met al de genoemde omstandigheden rekening ware gehouden,
en alzoo ook weder dit O verzicht er een van verscheidene deelen
ware geworden, zou de kans groot geweest zijn, dat het weder
denzelfden weg was opgegaan als met het Overzigt van Bakhuizen
van den Brink, waarvan nooit meer dan het eerste deel is verschenen.
Een dergelijke uitvoeriger behandeling is nu voor den zeker door
deze uitgave nog geenszins overbodig geworden door onze Vereeniging
uit te geven Archiefgids bewaard gebleven. Daarvoor zal dit Overzicht,
en soortgelijke overzichten, die nu zeker binnenkort ook van de Rijks
archieven in de provinciën zijn te verwachten, uitnemend als legger
kunnen dienst doen.
Zijn wij wel ingelicht, dan is dit Overzicht tot heden nog slechts
op beperkte schaal verspreid, en zijn reeds van vele zijden aanvragen
om een exemplaar ingekomen. Zeker zal dus, wellicht reeds binnen
korten tijd, tot een herdruk moeten worden overgegaan. Men ver-
oorlove ons in verband daarmede twee vragen te stellen. Vooreerst:
zou het niet aanbeveling verdienen in dien herdruk, althans bij de
afzonderlijk uitgekomen gedrukte inventarissen, de namen van de
betreffende auteurs te vermelden? En verder: zou niet een alpha-
betische index op de persoons- en plaatsnamen aan het einde van
dit werkje nuttige diensten kunnen bewijzen? L. LASONDER.