170
grondbeginsels van die argief-wetenskap word bevat die
behoorlike bewaring (der documenten) deur beamptes, wat behoorlik
opgelei is in die teorie, sowel as die praktijk van hui vak. As in
hierdie sienswijse gedeel word, is dit duidelik, dat die bewaarder
van n argief n seker mate van opleiding en ondervinding moet besit.
Daar was n tijd toe enigeen, wat maar liefde vir boeke en manus-
kripte besit, geskik geag was om n biblioteek of 'n versameling van
manuskripte onder sij bestuur te hê. Ons moet van die idee ontslae
raak. Die ontwikkeling van die argiefwetenkap vereis nou, dat die
argivaris n besondere kennis van, en opleiding in sij werk moet
geniet. Sij opleiding moet op 'n geskiedkundige, sowel
as n wettelike grondslag berus. Hij moet bekend wees
met administratiewe wet en met die geskiedenis van administrasie
ten einde sij argief te ken, hul oorsprong te verstaan en hulle te
rangskik."
L. LASONDER.
BIILAGE I.
WET
tot regeling van de bewaring van en het toezicht over de publieke
archieven van de Unie.
Zl] HET BEPAALD door Zijn Majesteit de Koning, de Senaat
en de Volksraad van de Unie van Zuid-Afrika als volgt:
1De hoofdarchivaris is onder oppertoezicht van de Minister
belast met de bewaring van, en het beheer en toezicht over de
publieke archieven in elke archiefbewaarplaats, en dient een Goever-
nementsdepartement van advies betreffende de bewaring van, en het
beheer en toezicht over de publieke archieven welke in de bewaring
van zulk departement blijven.
2. De hoofdarchivaris kan, met goedkeuring van de Minister,
al zulke oorspronkelike gedenkschriften, dokumenten en andere voor
werpen verkrijgen als hij nodig of wenselik acht om voor de publieke
archieven te verkrijgen, of hij kan kopieën of duplikaten ervan ver
krijgen en hij kan voor dezulke of voor het overschrijven, inbinden
en herstellen daarvan uit de gelden die door het Parlement voor het
doel van publieke archieven toegestaan zijn betalen.
3. De publieke archieven welke niet meer door de verschillende
Goevernementsdepartementen benodigd zijn voor lopende dienst worden
op geregelde tijden overgebracht naar archiefbewaarplaatsen. Voor
171
de publieke archieven van de Unie is de bewaarplaats in de zetel
van het Goevernement van de Unie en voor de provinciale publieke
archieven van elke provincie is de bewaarplaats in de zetel van de
provinciale administratie.
4. Publieke archieven zijn, met inachtneming van de regulaties,
toegankelik voor het publiek; met dien verstande dat de hoofd
archivaris in zijn diskretie de inzage van een biezonder dokument of
een dokument betreffende een biezondere gebeurtenis kan weigeren,
onderhevig echter aan het recht van de persoon die inzage wenst
te hebben van zulk een dokument, om zich op de Minister te beroepen,
wiens beslissing finaal is.
5. De Minister kan een archieven kommissie benoemen wiens
funktiën zijn
a. de Minister de nodige stappen aan te bevelen voor de bewaring
en verbetering van de verzameling van publieke archieven in
de Unie
b. de Minister van tijd tot tijd aan te bevelen welke stappen wenschelik
geacht worden in verband met de verzameling, het behoud en
de verspreiding van alle publieke of private geschreven stukken,
betrekking hebbende op de geschiedenis en gedenkschriften van
Zui d-Afrika
c. de Minister aan te bevelen welke stappen wenschelik geacht
worden ter aanmoediging van historiese ingeschriftstelling
d. het toezicht houden over de publikatie van een stuk uit de
archieven, waarvan de publikatie door de Minister gemachtigd is; en
e. van tijd tot tijd maar ten minste eenmaal per iaar verslag uit te
brengen van de handelingen van de kommissie.
6. De Goeverneur-generaal kan regulaties niet in strijd met deze
Wet uitvaardigen betreffende:
a. de toegang van het publiek in de archiefbewaarplaatsen en de
inzage door het publiek van de publieke archieven
b. de stappen te worden genomen betreffende het onderzoek naar
en de beschikking over waardeloze dokumenten
c. de overbrenging van publieke archieven van de bewaring van
een Goevernementsdepartement, dat daarover het beheer heeft,
naar een archiefbewaarplaats;
d. de regels te worden gevolgd bij gelegenheid van of in verband
met de vergaderingen van de archievenkommissie,
en in het algemeen voor de betere verwezenliking van de doel
einden en oogmerken van deze Wet.
7. Voor de toepassing van deze Wet, tenzij de samenhang een
anderen zin aanwijst, wordt verstaan onder:
De spatieering is van ons.