62
noodigde de gemeenten uit hare papieren terug te nemen voor zoo
ver deze niet belandden bij de belastingkantoren en de prefecturen,
dan wel voor vernietiging vatbaar werden verklaard,
Eene goed geordende inspectie lijkt den schrijver het beste
middel om verdere verliezen te voorkomen. Uitvoerig wordt melding
gemaakt van de maatregelen van toezicht in Frankrijk, België, Neder
land, Engeland, Ierland, Pruisen, Baden, Wurtemberg, Zweden en
Portugal. Nergens wordt eene systematische concentratie toegepast,
slechts in Engeland is zij voorgesteld. Er bestaat geen twijfel aan
dat het toezicht bij den Staat behoort te berusten, en wel bij een
enkel departement. In 1911 is dan ook in Italië het Ministerie van
Binnenlandsche Zaken belast met de superintendentie ook van die
archieven, welke behooren tot de andere departementen. Hoe nuttig
ook de diensten zijn mogen, die onder dit toezicht verricht kunnen
worden door de geleerde genootschappen, er dient toch op te worden
aangestuurd, dat het geheele land wordt bedekt met een net van
archiefinspectoraten, zooals zij reeds bestaan voor de Schoone Kunsten,
desnoods zonder honorarium, maar stellig opgenomen in de bestuurs-
regeling.
Het nieuwe instituut der „podesta kan ook eenige hulp brengen.
Zond er vooruit te loopen op de ontwikkeling hunner werkzaamheid,
is thans reeds een voordeel te zien in den hoogen graad van cultuur,
die voor een dergelijk ambt wordt vereischt. De grootste schade is
steeds te wijten geweest aan de onwetendheid der ambtenaren;
thans zal het - meent de schrijver - niet moeilijk zijn ontwikkelde
persoonlijkheden te overtuigen van de noodzakelijkheid eener goede
archiefverzorging.
A. MEERKAMP VAN EMBDEN.
Berichten.
63
Algemeen.
Staatsbegrooting voor 1927. Bij art. 187 wordt het volgende opgemerkt
„Gerekend is op de bevordering van twee a d j u n c t-c omiriiezen tot com
mies resp. met ingang van 1 Maart 1927 en 1 Mei 1927. Door de opheffing
van de Rijksarchiefbewaarplaats in Drente, waartoe eerstdaags
een wetsontwerp zal worden ingediend, zal op de uitgaven voor
personeel in totaal een bedrag van 4900 kunnen worden bezuinigd.
In het Voorloopig Verslag is naar aanleiding van dit artikel geenerlei opmerking
gemaakt.
Examen archiefambtenaar. - Voor het diploma van wetenschappelijk
archiefambtenaar is geslaagd Mr. Ds. J. W. VeRBURGI te Leiden.
Rijks- en provinciale archieven.
Ruil van archiefstukken met Pruisen. In het eerste deel van de
Verslagen omtrent 's Rijks oude archieven 1925 (blz. 40), die, naar
verwacht mag worden, spoedig zullen verschijnen, zijn medegedeeld de voorstellen, door
den Algemeenen Rijksarchivaris aan den Pruisischen Staatsarchivaris te Dusseldorp gedaan
omtrent ruiling van Nederlandsche en Rijnlandsche archivalia. Die voorstellen hebben,
dank zij vooral de medewerking van den heer GRASWINCKEL, tot praktische conclusiën
geleid, welke zoowel door de Nederlandsche als door de Pruisische regeering zijn
goedgekeurd. Met de uit den voorgenomen ruil voortvloeiende werkzaamheden is dan
ook reeds een aanvang gemaakt. Als de ruiling definitief zal zijn afgeloopen, zal een
afzonderlijk artikel daaromtrent in het Archievenblad worden geplaatst.
Algemeen Rijksarchief. Aan den heer A. SMINK is bij Kon. Besluit
toegekend de aan de Orde van Oranje-Nassau verbonden eeremedaille in zilver.
Hoewel deze onderscheiding den begiftigde niet in de eerste plaats als verbonden
zijnde aan het Algemeen Rijksarchief is ten deel gevallen, zoo willen we toch niet
nalaten hier ter plaatse daarvan melding te maken, omdat zeer zeker de velen in de
archiefwereld, die van verre of van nabij met dezen trouwen functionaris aan de voor
naamste archiefbewaarplaats in den lande bekend zijn, zich zeker van harte voor en
met hem hierover zullen verheugen.
R ij ks archief in Noord-Holland. Aan den concierge-boekbinder
W. PIEPERS is op zijn verzoek met ingang van 1 September 1926 eervol ontslag uit
's Rijks dienst verleend.
Rijksarchief in Limburg, Aan den heer H. S. IERSTAPPEN, pastoor
te Roosteren, is bij Kon. Besluit de eeremedaille in zilver toegekend wegens de schenking
door hem van belangrijke archivalia aan het Rijksarchief in Limburg.
Gemeente- en Waterschapsarchieven..
Gemeente 's -Graven h age. De 13e November 1926 was voor het
gemeentearchief een buitengewoon gewichtige dag. Toen toch had de officiëele
opening plaats van het nieuwe archiefgebouw, een op het Rijswijksche plein gelegen
voormalig schoolgebouw, dat, zooals we reeds eerder meldden, voor de huisvesting
van de verschillende gemeentelijke archiefverzamelingen is geschikt gemaakt en waar
heen die verzamelingen in de maanden Augustus en September van dit jaar met groote
zorg zijn overgebracht. Bij de officiëele opening, waarbij onder meer de Algemeene
Rijksarchivaris Prof. FRUIN als vertegenwoordiger van den Minister aanwezig was, werd
het woord gevoerd eerst door den gemeentearchivaris Dr. W. MOLL, die, na in het
kort herinnerd te hebben aan de lotgevallen van het archief gedurende de 42 jaren,
dat het achtereenvolgens onder beheer van drie archivarissen geweest was, de goede
samenwerking onder de tegenwoordige archiefambtenaren in herinnering bracht, daarbij
speciaal op de wel zeer bijzondere verantwoordelijkheid van archiefambtenaren wijzende, en
ten slotte de hoop uitsprak, dat die samenwerking aldus zou mogen blijven voortduren
in dit zooveel grootere gebouw; vervolgens door den burgemeester Mr. A. N. PATI|N.
Deze bracht in herinnering, dat het oud-archief van den Haag, zooal niet zoo belangrijk
als archieven van andere groote gemeenten als b.v. Amsterdam, die in den tijd der
Republiek onder de steden behoorden, toch zijn eigenaardig belang heeft, getuige
onder meer de interessante studie over het ontstaan van den Haag, onlangs door
den heer PABON daaraan ontleend en daarom alleszins een betere huisvesting dan
tot dusverre verdiende. Spr. droeg het beheer van het nieuwe gebouw met vertrouwen