De t- rssir )0»SSK2Spe?SStt» a ,r rdir„z,i;%cH,r6lere9?,ers'De w°OTd™ d= d"= XhtTafach°h' iS' Wei Zeer duide'iik ,e9e"OVet de" ba™ Sa", ef - 46 archief van den ontvanger, belast met de heffing van de belasting c. den gaarder, thuis te behooren casting, tie, i. c. die op de heffing van den 40sten penning op de collaterale tTnT Z"n '3 '4 de ordonnantie^v n 1599 stellen den secretary die met het houden van de registers van taxatie die slechts afschriften van de acten van den secretaris ontvangt Het erste artikel gelast elkeen, die bij collaterale successie onroerende goederen verwerft, hiervan binnen drie weken aangifte te doen in of dae d I" Stede °fte P,a6tSe' daer het sterfhuys is gevallen of daer degene (wiens goed vererfd is) sijn leste woenplaetse gehouden heeft het volgende artikel schrijft voor: „ende sullen de secOtadssen van de steden ende dorpen van de voors. aenbrenginge mitsgaders ende tselve°raehtO"" T* register houden ende tselve gehouden wesen allen officiers ende collecteurs (des verenigd fou toT ""1 UUrZaam met d<" voorziem WaS me' Van de" aanvan9 bedoeld of Heeft derhalve de collecteur, vreemd als hij was in deze dualiteit een het plaatse» bestuur of gerecht, me, de opstelSng van de Z1 b°ogstens aan een in-bruikleen-geven van den secretoS blijft de VjaaS'T 7 e"' d0ch een arc,>'ef-eccuiomisch standpunt bestuur of gerecht" van he, ac,eniv«„da,"axdaLbeWarde reflisterS "dlirf" ra9-««s van ingekomen ge egd zs„ So( T 9 ""'7 d°°r dan colleatea' aaa' ge egd z Ook dit mag onwaarschijnlijk heeten. Het uiterliik van net teit, dat in de bewaarde registers ook taxaties 47 van de plaatselijke schepenen betreffende onroerende goederen opge nomen zijn voor successiën, welke elders aangebracht en belast werden, en waarvan de copie-acten niet aan den collecteur van de plaats medegedeeld werden. Tegenover de registers van taxatie en aanbreng stond de collec teur niet anders dan tegenover de registers van opdrachten, hypo- thecatiën enz. In 1659 schreven de Staten voor (Gr. P I. 11 2531), dat schout en schepenen aan den staat van den gaarder een ver klaring toe te voegen hadden, dat zij „desen staet van het saisoen, ingaende tegen het protocol van opdrachten en hypothecatiën mitsgaders 't register van de aangebragte goederen, den 20en penning subject zijnde gevisiteert" hadden, en het spreekt van zelf, dat deze verklaring slechts dan zin gehad kan hebben, wanneer de registers bij hen berustten. In later jaren, na de invoering van het middel op trouwen en begraven en de belasting op de bij vendutie verkochte goederen, is deze plicht tot visitatie van de staten van den gaarder uitgebreid en ook de controle naar de boelhuis- en venduboeken en de registers van trouwen en begraven gelast. Ook deze registers berustten klaarblijkelijk bij schout en schepenen. Deze voorschriften zijn blijven gelden en blijkens de toegevoegde verklaringen van schout en schepenen op de ingediende staten van de gaarders ook tot de invoering van de nieuwe belastingwetgeving in praktijk gebleven. P. A. MEILINK. Een verloren doopboek. Onder de vrij volledig serie doop- en trouwregisters ontbrak te Leiden dat van de statie der |ezuieten aan de Pieterskerkgracht, welke lang voor de inlevering der kerkelijke registers was gesloten. Dit verlies werd te meer betreurd, omdat meermalen onderzoekingen betreffende de oude Leidsche Katholieke geslachten waren afgestuit op het ontbreken van gegevens in de registers der andere kerken, zoodat men kon vermoeden, dat hierover het verloren register eenig meer licht zoude verschaft hebben. Het scheen echter hopeloos om het verloren stuk te achterhalen, totdat de heer W. J. Biileveld bij zijn studie over Dr. Gerard van Swieten, den bekenden leerling van Boerhaave en later lijfarts van Keizerin Maria Theresia en censor te Weenen, het bewijs vond, dat dit register in 1772, dus na de opheffing der statie, althans nog aanwezig was. Bij de bestrijding, die Van Swieten te Weenen vond, was ook zijn vastheid in de leer betwijfeld, waarbij het ontbreken van een -■=££

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1927 | | pagina 29