174
Gelijk reeds gezegd, is de Commissie tot deze redactiewijziging
van artikel 5, 2e lid, gekomen, omdat zij rekening meende te moeten
houden met de mogelijkheid, dat de vergadering een kaderverruiming
zoude wenschen; duidelijkshalve herhaalt zij nog eens, dat zij zelve
van dergelijke uitzetting zeer weinig of geen resultaat verwacht.
De Lommissie vleit zich verder, dat de vergadering haar meening
zal deelen om de personen der andere categoriën niet tot het lid
maatschap der vakafdeelingen toe te laten. Blijkt dit inderdaad het
geval te wezen, dan zou geen redactiewijziging van art. 21 noodig
zijn. Daarentegen zou het wellicht wenschelijk wezen in het Reglement
van de Afdeeling van de Gemeente- en Waterschapsarchiefambtenaren
artikel 4 te lezen
„Leden zijn die leden der Vereeniging van Archivarissen in Nederland,
welke als archiefambtenaar in dienst zijn van gemeente, waterschap
en veenschap."
Eene dergelijke wijziging zou echter niet op deze vergadering
der Vereeniging doch door de afdeeling zelve moeten worden aan
gebracht."
Na kennisneming van dit rapport heeft het Adviseerend lid van
het Bestuur, Dr. Lasonder, het volgende schrijven aan zijn mede
bestuursleden doen toekomen
„Naar aanleiding van het Rapport van de Commissie, benoemd
om voorstellen te beramen inzake de toelating tot het lidmaatschap
van zekere categoriën van personen, die volgens het thans geldend
reglement daarvoor niet in aanmerking komen, veroorlooft onderge-
teekende zich als Adviseerend lid van het Bestuur het volgende onder
de aandacht zijner medebestuurders te brengen.
Blijkens het rapport kon de Commissie bezwaarlijk een criterium
van toelaatbaarheid als lid onzer Vereeniging vinden om aan de
ledenvergadering voor te leggen, en heeft zij daarmede de beslissing
in deze voor onze Vereeniging in meer dan één opzicht inderdaad
belangrijke zaak vrijwel geheel aan die ledenvergadering overgelaten
Het wil ondergeteekende dan ook voorkomen, waar in deze materie
nog zoo weinig zekerheid bestaat, dat het aanbeveling verdient in
elk speciaal geval de ledenvergadering of desnoods, zooals de
Commissie wil het bestuur te doen beslissen, hetgeen vanzelf in
zich sluit, dat, voor het geval de beslissing blijft aan de ledenver
gadering, voorshands art. 5 van ons Reglement niet behoeft te worden
veranderd, gelijk ook al reeds door een der leden van de Commissie
175
wordt voorgesteld. Zeer zeker zullen overeenkomstig de toelichting,
die de Commissie mededeelt, dat het Bestuur aan haar verschaft
heeft, slechts personen moeten worden toegelaten, die zich bezig
houden met archiefwerk in meer beperkten zin. Aan deze vereischten
voldoen, naar de meening van ondergeteekende, wél alle hiervóór
op blz. 171 onder a en b genoemde ambtenaren in Rijks- en Gemeente
dienst, die immers uitsluitend beheerders van archieven zijn (ook van
in enkele provinciën in provincialen dienst zijnde ambtenaren geldt
hetzelfde) en voldoen a fortiori van de hiervóór op blz. 169 genoemde
ambtenaren ook de Archivarissen van Huis-archieven zoo moet,
wanneer te eeniger tijd tot Directeur van het Kon. Huis-archief
mocht worden benoemd een persoon, die niet in het bezit is van
het radicaal van wetenschappelijk archiefambtenaar, deze persoon
toch aanstonds door de Ledenvergadering of het Bestuur als lid
onzer Vereeniging kunnen worden toegelaten, gelijk thans ook in Sep
tember a.s. naar alle waarschijnlijkheid door de Ledenvergadering op
voorstel van het Bestuur, met den Landsarchivaris te Batavia zal ge
schieden alsmede de archivarissen van oude handelsinstellingen: zulk
een functionaris is thans, zoo ondergeteekende het wel heeft, o.a. bij de
Nederlandsche Handelsmaatschappij in dienst. Aan die vereischten echter
voldoet nóch de Secretaris van den Hoogen Raad van Adel, nóch
een rentmeester van een gods- of gasthuis, noch de secretaris van
een kerkgenootschap, nóch de secretaris eener oude vereeniging,
allen toch functionarissen, die niet uitsluitend met archiefbeheer be
last zijn, Aldus voortredeneerende zou b.v. ook de secretaris van
elke gemeente als lid onzer Vereeniging moeten kunnen worden toe
gelaten, waar ook deze, althans in gemeenten zonder eigen archivaris,
met het beheer van het geheele archief is belast. Nog minder ware
als lid onzer Vereeniging toe te laten de Directeur van het z.g.
Krijgsgeschiedkundig „Archief", de Directeur van het z.g. Nederlandsch
Economisch Historisch „Archief of de z.g. „Archivaris van het
genealogisch genootschap „De Nederlandsche Leeuw" daar toch
in al deze gevallen de termen „archief" en „archivaris in oneigelijken
zin gebruikt zijn, en de werkzaamheden van al deze functionarissen
van anderen aard zijn, dan die door een archivaris in den eigenlijken
zin van het woord worden verricht. In de groepen, genoemd in
het rapport: Rijkspaspoortenkantoor enz.,2) zijn wellicht daarentegen
wél ambtenaren te vinden, die zich uitsluitend met het beheer van
1) Zie hiervóór blz. 173.
Bij de „Nederlandsche Leeuw" zou het natuurlijk een andere zaak worden,
zoo het mocht komen tot een bewaarplaats van familie-archieven. Indien aan het
hoofd daarvan kwam te staan iemand, die uitsluitend met het beheer dier archieven
belast was, zou zulk een persoon wèl lid onzer Vereeniging moeten kunnen worden
2) Zie hiervoor blz. 169.