170
En na de administraties der publieke lichamen en instellingen
komen dan de groep der ontelbare zedelijke lichamen en groote
vereenigingen met eenig sociaal of cultureel doel en de groep tallooze
groote particuliere instellingen op het gebied van handel, verkeer,
nijverheid, landbouw, financiën enz.
Waar nu het verschil tusschen het werk der eigenlijke archief-
ambtenaren en dat der andere categoriën van ambtenaren bij de
moderne publieke archieven zoo belangrijk is, oordeelt de Commissie,
dat opneming dezer laatste groepen eer nadeelig dan gunstig zoude
werken op het streven tot verbetering der vakpositie. Dit afwijzend
antwoord houdt tevens in, dat, voor het geval bevestigend mocht
worden geantwoord op de vraag, of verruiming van het kader met
het oog op de archiefbelangen wenschelijk zoude wezen, de nieuwe
leden naar de meening der Commissie toch buiten het lidmaat
schap der vakafdeelingen zouden moeten blijven.
Voor de beantwoording der vraag, in hoeverre het belang van
het archiefwezen in ruimen zin gebaat zoude wezen door de opneming
van andere groepen in onze vereeniging, moeten wij de punten van
overeenkomst het meest laten gelden. Deze overeenkomst bestaat
hoofdzakelijk in dc werkmethode, daar èn de archiefambtenaren èn
de personen der andere groepen classificaties maken en archiefstukken
ordenen.
Overeenkomst is er ook, inzooverre moderne publieke archieven
vroeger of later aan de zorg der eigenlijke archiefambtenaren zullen
worden toevertrouwddeze hebben er dus het grootste belang bij,
dat door hunne voorgangers deugdelijk werk wordt verricht.
Houden wij ons, om te beginnen, aan de publieke administraties,
die het meest onze belangstelling hebben, die der Departementen
van Algemeen Bestuur, der provinciale griffies en der gemeente-
secretariën, dan dient overwogen of van de toelating der ambtenaren
dezer administraties, met archiefdienst belast, tot het lidmaatschap
onzer Vereeniging resultaat voor de bevordering der archiefbelangen
in ruimen zin is te verwachten. Om zoodanig resultaat te bereiken
zou onze Vereeniging de corporatie moeten wezen, waar voortaan
vraagstukken betreffende den modernen archiefdienst geregeld behan
deld werden. Zulks zou moeten geschieden in het orgaan onzer
Vereeniging (het Nederlandsch Archievenblad) en op de jaarver
gadering. Van onze Vereeniging als lichaam zoude verder geen wer
king kunnen uitgaan.
Hoewel de Commissie erkent, dat op deze wijze het archief-
belang inderdaad gediend zoude kunnen worden, verwacht een meer
derheid in haar toch meer van een contact, dat op andere wijze
171
tusschen eigenlijke archiefambtenaren en ambtenaren van den modernen
archiefdienst zou worden tot stand gebracht. Ten aanzien van de
archieven der Departementen van Algemeen Bestuur meenden deze
leden der Commissie, dat veel meer te verwachten zoude zijn van
bemoeiingen van den Algemeenen Rijksarchivaris of van den Archivaris
aan het Algemeen Rijksarchief, belast met het beheer der archieven
van na 1795; voor de staatsadministraties, die een provincie of streek
betreffen, en voor de provinciale administraties zoude hetzelfde kunnen
geschieden door den Algemeenen Rijksarchivaris en door den Rijks
archivaris in de betrokken provincie, desnoods in overleg met de
jaarlijksche Bijeenkomst der Rijksarchivarissen (aan welke in dezen
meer competentie zou toekomen dan aan de Vereeniging van Archi
varissen in Nederland).
Voor de gemeente-archieven is reeds een middelpunt van be
raadslagingen geschapen door de Vereeniging van Nederlandsche
Gemeenten, welke een commissie in het leven heeft geroepen, waarin
behalve personen, met den publieken modernen archiefdienst op de
hoogte, ook archief-ambtenaren, leden onzer vereeniging, zitting hebben
gekregen.1)
Ondanks de laaggestemde verwachting, die de Commissie koestert
betreffende het resultaat, dat de verruiming van het ledenkader voor
het archiefbelang zou opleveren, meende zij aan de haar gegeven
opdracht slechts te hebben voldaan, wanneer zij rekening hield met
de mogelijkheid, dat de vergadering der Vereeniging eene andere
zienswijze zoude zijn toegedaan. Zij heeft dus overwogen, welke
categoriën van personen voor toelating tot het lidmaatschap in aan
merking zouden komen, om na vaststelling daarvan na te gaan, welke
wijzigingen eventueel in het reglement noodig zouden wezen om deze
toelating mogelijk te maken.
Voor het vinden van een criterium tot aanwijzing der categoriën
is zij uitgegaan van twee rubrieken
a. de ambtenaren aan de Departementen van Algemeen Bestuur
werkzaam aan de Bureaux Agenda-Index-Archief
b. de ambtenaren op de secretarien der 5 grootste gemeenten
(benevens Leiden), belast met den archiefdienst.
Gegevens betreffende rubriek a. kon zij ontleenen aan de Staats
almanak, die bij de opgaven der ambtenaren, werkzaam aan de Alge-
meene secretariaten der Departementen voor 4 van 9 dezer de be
zetting van een afzonderlijk bureau Agenda-Index-Archief vermeldt.
Deze ambtenaren waren voor onderstaande Departementen de volgende
Zie Ned, Archievenblad 19244925, blz. 2 (Af. v. d. R.)