Boekbespreking. 157 156 1805 werd gearresteerd en die volgens art. 45 in januari d. a. v. in werking zou treden. Art. 43 dezer ordonnantie bepaalde: „Zij (de rendanten) zullen hunne directie verantwoorden aan den Raad van Finantiën in het Departement, waaronder zij ressorteeren" enz. Wat betreft den eigendom der van deze functionnarissen afkomstige archieven kan ik mij geheel refereeren aan het hierboven opgemerkte, alleen met dit verschil natuurlijk, dat in dit geval de rendant geen provinciaal, doch Rijksambtenaar was. Al deze archieven, welke door de gemeentesecretarissen, als dienaren van provincie of centraal bestuur, zijn gevormd, behooren niet in de gemeentearchieven te blijven berusten, doch moeten m. i. naar het Rijksachief worden overgebracht. den Haag. gr E. Müsebeck. Die nationalen Kulturaufgaben des Reichsarchivs (Einzelschriften zur Politik und kjeschichte, herausgegeben von Dr. Hans RoeseLer IX). Berlin 1924. Vóór den grooten oorlog was er geen Duitsch Reichsarchiv elke staat had zijn eigen Landesarchivmaar het Duitsche rijk was eene zoo jonge schepping, dat het nog niet de behoefte gevoelde aan een afzonderlijk archief en zijne akten bij de verschillende departe menten en andere Rijksorganen liet berusten. Na den oorlog is veel wat vroeger tot de gelijktijdige geschiedenis kon worden gerekend, voor den Duitscher histoire ancienne geworden, en de tijd vóór den oorlog is eene afgesloten periode, met welke de tegenwoordige nog maar weinig gelijkenis biedt. Zoo ontstond ook voor het Duitsche rijk de behoefte aan een eigen archief, en dat is dan ook te Potsdam gesticht, en daarheen zijn de archieven van de organen van den Noordduitschen bond en het Duitsche rijk, sinds 1867 dus, overgebracht. Dr. Müsebeck, een der Direktoren der nieuwe instelling, heeft nu in de boven aangehaalde brochure het nut en het doel van het Rijks archief trachten duidelijk te maken trachten, zeg ik, want althans voor een nuchteren Hollander zijn de termen, waarvan hij zich bedient, wel wat überschwanglich, en onwillekeurig zal die verzuchten: waarom Opmerkelijk is, dat deze ordonnantie steeds wordt geciteerd, als door H H M te z„n gearresteerd den 4en October. Dit is onjuist: in October is de vergadering niet bneen geweest. De aangehaalde datum betreft de afkondiging door den Raadpensionaris. wordt dat alles niet wat eenvoudiger gezegd. Intusschen afgescheiden van deze vormguaestie, zal veel van hetgeen de schrijver opmerkt, zeker de instemming van de Hollandsche vakgenooten hebben. De schrijver gaat uit van het herkomstbeginsel, dat hij terecht aldus definieert, „dass die Aufstellung der von der Verwaltung abgegebenen Akten genau nach der Ordnung erfolgt, wie sie in den Registraturen selbst im Geschaftsgange entstanden sind, dass also die Akten nicht nach der subjektiven, willkürlichen Meinung eines Archivbeamten ausein- andergerissen und dann wieder sachlich zu einzelnen Gruppen zusammen- geordnet werden, sondern dass sie so bleiben, wie sie im Geschafts gange der laufenden Staatsverwaltung bei jeder einzelnen Behörde im ursachlichen Zusammenhange geworden sind Zoo kan men in het Reichsarchiv den geheelen bouw van het staatsorganisme weerspiegeld zien: „das Reichsarchiv wird von diesem Augenblicke an eine orga nische Institution für die Konzentration des Staatsgedankens Het Reichsarchiv heeft nog eene tweede opdracht, die, hoewel eigenlijk de grenzen van het archivalische gebied overschrijdende, toch nauw met het eigenlijke archiefwerk samenhangt: „es will Quellen sammeln für die Geschichte des Volkes, der Nation als des Tragers des Staates und des Reiches". Men wil dus in het Reichsarchiv allerlei bronnenmateriaal, particuliere correspondenties en diergelijke over de geschiedenis van Duitschland bijeenbrengen. Hoewel de Nederlandsche archivarissen zulk eene opdracht niet hebben, zijn er toch zoo vele particuliere archieven en collecties in onze openbare archieven opge borgen, dat de taak der Duitsche archiefambtenaren om zulke parti culiere archieven op te sporen en voor het Reichsarchiv te verwerven, ons niet vreemd voorkomt. Men zou nu verwachten, dat als derde punt op het program van de nieuwe instelling zou voorkomen de toegankelijkstelling van de bijeengebrachte archieven voor het publiek. Maar daarover wordt merkwaardiger wijze met geen woord gesproken. „Die Hauptsache ist, dasseine allgemein zugangliche Stelle da ist, die (das Quellenmaterial) sammelt und für alle Zeiten sicher aufbewahrt." De schrijver denkt zich het Reichsarchiv als een monument, niet als eene instelling, die voor het weetgierige en wetenschappelijke publiek zijne schatten toegankelijk stelt, en ziet ook den archiefbeambte niet als dengene, die dat publiek bij zijne onderzoekingen den weg wijst en behulpzaam is. Ik bedoel niet te zeggen, dat het Reichsarchiv niet voor het publiek toe gankelijk is; „Erlanbnis zur Benutzung erteilt der Prasident." (Minerva 1925); maar de verplichtingen, die die beperkte toegankelijkheid aan de archivarissen oplegt, worden door dr. MÜSEBECK niet in het licht gesteld.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1925 | | pagina 29