351.88. Buitenlandsche aangelegenheden. 124 38. Handel en verkeer. Transport. 39. Zeden. Gewoonten. Folklore. Deze onderverdeelingen zijn, evenals de onderverdeelingen der overige hiervoor genoemde hoofdverdeelingen, weder verdeeld in ten hoogste 10 deelen en zoo vervolgens tot er aan verdere onderver deeling geen behoefte meer bestaat. Voor de verdere verdeeling wordt hier gebruik gemaakt van 35 „administratie (de publieke administratie); de verdeelingen 0 tot en met 4 van 35 vormen de hoofdverdeeling van den code voor de gemeente-administratie. 350. Administratieve organisatie in het algemeen. 351. De objecten der administratieve handeling. 352. De gemeente. 353. De provincie. 354. De staat. 355 t/m. 359. Militaire administratie. De verdeelingen van 351 en 352 vormen in hoofdzaak den ge meentelijken code. In 351 vinden wij de „werkzaamheid" der administratie (gemeente, provincie, staat) in 352, 353 en 354 hare „organismen". 351 geeft eene indeeling van de handelingen der administratie, van datgene wat ze doet, 352 van datgene wat de gemeente zelf betreft, volgens de terminologie der Gemeentewet van hare samenstelling, inrichting en bevoegdheid. De onderwerpen van 351, voor de gemeente-administratie van belang, zijn te vinden in de verdeelingen van 351 7 en 351 8 Ze zijn de volgende: 351.71. Eigendommen. Openbare werken. Belastingen. 351.75. Orde en inwendige rust. 351.76. Openbare zedelijkheid. 351.77. Openbare gezondheid. 351.78. Openbare veiligheid. 351.79. Waterstaat. 351.81. Verkeer en vervoer. 351.82. Productie, circulatie en distributie van goederen. 351.83. Arbeid. 351.84. Maatschappelijke steun en voorzorg. 351.85. Volksontwikkeling en -opvoeding. Eerediensten. 351.86. Landsverdediging. 351.87. Justitie. Al de onderwerpen der gemeentelijke administratie zijn aldus in 125 een systematische orde gerangschikt, afdalende van het algemeene naar het bijzondere. Elk vraagstuk, elke verdeeling van een onder werp wordt vertegenwoordigd door een klassificatienummer. De punt tusschen de cijfers wordt gebruikt om de nummers in groepen te plaatsen, ten einde de lezing ervan te vergemakkelijken. Als algemeene regel geldt hierbij, dat men de klassificatienummers door de punt verdeelt in groepen van drie cijfers. De eerste twee decimalen van de aldus gevormde klassificatie nummers worden steeds herhaald en daarom is overeengekomen, dat voor de klassificatienummers in 351, de cijfers 35 worden wegge laten; voor de klassificatienummers in 352 kunnen deze drie cijfers worden vervangen door een kruis. Aldus wordt in plaats van b.v. 351.71 geschreven -1.71, in plaats van 352.08 geschreven X08, enz. Door den logischen opbouw van den code, door de rangschik king van de onderwerpen naar de beteekenis die zij voor de admi nistratie hebben tengevolge waarvan de onderwerpen van dezelfde strekking steeds bijeen worden gevonden en door hetzelfde klassifi catienummer in de hoofdverdeeling worden aangeduid is de plaats der onderwerpen zeer gemakkelijk in het geheugen te prenten. Een enkel voorbeeld ter nadere toelichting. „Onderwijs vormt de eerste onderverdeeling van -1.85 (Volksontwikkeling en -opvoeding). Het klassificatienummer voor onderwijs is derhalve -1.851 en alle onderwerpen betreffende het onderwijs beginnen met dit zelfde klassifi catienummer. Nu is de eerste onderverdeeling van het onderwijs het voor bereidend-, de tweede het lager-, de derde het voortgezet-, de vierde het hoog er onderwijs, enz. De aanduiding daarvan door de klassificatienummers is als volgt -1.851.1 -1.851.2 -1.851.3 -1.351.4 De eerste vier cijfers herhalen zich bij alle onderwerpen betref fende het onderwijs; zij vormen dus geen moeilijkheid bij de samen stelling van het klassificatienummer. Het geheugen heeft zich in hoofdzaak bezig te houden met de onderverdeeling, waarvan het nummer, door de logische opeenvolging der onderwerpen, zeer ge makkelijk is te bepalen. De practijk heeft ook voldoende aangetoond dat, wat men ten onrechte wel eens noemt „het bezwaar van de groote getallen", geen bezwaar is. Decimale cijfers zijn geen willekeurige getallen (al worden ze als getallen uitgesproken), doch cijfergroepen die de

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1925 | | pagina 13