88 89 zichzelf, zoodat ook de negatieven, de origineelen, ten onder moeten gaan. Deze laatste mededeeling, mij gedaan door een grafisch foto-che micus, uitvinder van een technische reproductie-techniek, dat inter nationaal een ruim afzetgebied heeft, stemt tot ernstig nadenken. Niet lang geleden vertelde mij de fotograaf in quaestie, dat hem ter hand gesteld was door een onzer groote verkeers-lichamen een stel glas-negatieven, dus origineele opnamen, een veertig jaar geleden opgenomen, waarvan de op de glasplaat gehechte laag dusdanige zelf-verwoestingen vertoonden, dat technisch ingrijpen urgent was. Of het echter gelukt is de ontbinding te stuiten en nog te redden wat te redden viel, weet ik niet. Maar hoe dit zij, het gewraakte euvel is van te veel belang om met met nadruk er de aandacht op te vestigen van hen, die meenen reeds aan hun plicht voldaan te hebben door een opname te laten maken door een of anderen willekeurigen fotograaf. Jammer, dat mijn technische kennis volstrekt onvoldoende is om middelen tot verbete ring voor te slaan. J. W. ENSCHEDÉ. Kleinere bijdragen. Het registratuurstelsel. - In de jaarvergadering op 27 September 1924 te Gouda heeft de Rijksarchivaris Mr. Biilsma een en ander medegedeeld over de totstandkoming van een nieuwen code voor de gemeenteadministratie, waar men met het registr.atuurstelsel (DEWEy-Brusselsche systeem) werkt, Hij heeft daarbij gewezen op het feit, dat het zuiver decimale stelsel reeds is losgelaten en men vóór- en tegenstanders vindt onder diegenen, welke sedert de laatste jaren met het registratuurstelsel werken. Ik acht het zeer goed gezien, dat het door Mr. Biilsma verzamelde materiaal over deze kwestie thans ter beschikking van de leden der „Vereeniging van archivarissen in Nederland" is gesteld, om dezen gelegenheid te geven de zaak nog eens van alle kanten te bekijken. Verleden jaar verscheen van de hand van Georg Schneider bij Karl W. Hiersemann, te Leipzig, een in de buitenlandsche vakpers uitmuntend beoordeeld werk: „Handbuch der Bibliographie". In dit boek is een hoofdstuk gewijd aan „Das DEWEY-Brüsseler System" met den pittigen ondertitel „Viel Irrtum und ein Fünkchen Wahrheit." Blz. 144 e. v. Wie over het decimale stelsel zich een oordeel wil vormen, verzuime niet dit gedeelte van het werk van Schneider eens te lezen. Op blz. 144 vindt men een uitgebreid litteratuuroverzicht over het DEWEY-Brusselsche systeem. Schneider zegt van het decimale stelsel Van een werkelijken triomftocht, door de reclame aan dit stelsel toegeschreven, is tot op den huidigen dag nog geen sprake. „Die grossen wissenschaftlichen Bibliotheken der Welt haben es „samtlich abgelehnt. Selbst im Mutterlande hat sich kaum eine „Universitatsbibliothek dafür erklart. Die New York Public Library „wendet es nicht an. Die Kongressbibliothek zog es vor, ein eigenes „System zu entwerfen. Die Haltung der führenden Bibliothekare fast „aller Lander war demgemass. Delisle in Frankreich, Hartwig und „Milkau in Deutschland, Campbell in England, Fumagalli in Italien, „von der Haeghen in Belgien sprachen sich dagegen aus." Wat hier over bibliotheken geschreven is, moge in alle opzichten niet toepasselijk zijn voor de archieven, toch is het goed dat men eens kennis neemt van de inzichten, die zich met betrekking tot het registratuurstelsel in de kringen der bibliothecarissen hebben gevormd. N. M. J. DRESCH. Bewaring van notarieele protocollen in den ouden tijd. In het Register van certificatie en procuratiën van Bergen op Zoom over 1661—1664 komt de volgende akte voor, die duidelijk illustreert de verwaarloozing, waaraan destijds de notarieele proto collen bloot stonden „Compareerde enz.: Mr. Adriaen van der Creke,openbaer Notaris alhier, dewelcke verclaerde op den eedt syns ampts halven gedaen, hoe dat hy ten versoecke van Jor. Gilbert van Grave cumsuis, alomme by de moderne notarissen binnen dese stadt, oock alhier ter secretarie, ende elders by de vrienden van wylen den notaris Cornelis Valck, 2) heeft opgesocht desselfs* Valckx prothocolle, maer int geheel by een niet gevonden als hier en daer een stuck vant jaer 1603 ende 1604, dat hy comparant gesocht heeft onder andere boecken in de coopdach van wylen Joos Turcq; Item noch eenige stucken ende broeken by den notaris mr. Govaert Stempel, 3) van diversche jaeren, maer van het jaer 1614 en is niuwerhandts te vinden, sulex datte selve protho- collen hier en daer verstroyt ende gedemannieert syn, oversulex oock J) A. VAN DER CREKE, notaris 1644-1680. 2) CORNELIS Valck. Van dezen notaris zijn geen protocollen meer aanwezig. 8) Mr. Govaert Stempel, notaris 1637-1674.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1924 | | pagina 50