70 zijn. De vertrekken zijn vochtvrij, maar liggen boven de school, dus niet brandvrij. Meerssen. Van het oud-archief is niets bewaard, terwijl van het nieuw-archief betrekkelijk weinig bescheiden uit de eerste helft der 19e eeuw zijn overgebleven. Het overige deel is niet geordend; van inventarisatie is geen sprake; alleen zijn de stukken eenigszins per serie geplaatst. De archiefbewaarplaats is een klein vertrek naast de secre tarie; de archieven zijn er geborgen in een groot open rek en in eene kast. In de brandkast worden de registers van den Burgerlijken Stand bewaard, beginnende met 1792. Deze zijn per vijf jaar gebonden, daarbij bevinden zich de klappers. Op den zolder ligt eene massa papieren, zonder de minste orde. De lokalen zijn vrij van vocht en voorzien van electrisch licht. Het raadhuis is op de bovenverdieping bewoond door den bode en den opzichter der gemeente, dus zeker niet brandvrij. Boven de raadzaal ligt een even groot lokaal, dat dient tot repetitielokaal der harmonie; dit zou tot archiefbewaarplaats ingericht kunnen worden. Mesch. Oud-archief is niet aanwezig en van het nieuw- archief is uit de eerste drie kwartalen der 19e eeuw al heel weinig bewaard. Het lokaal, waar de archieven zich bevinden, is niet groot, dient tot secretarie en tevens voor de vergaderingen van den gemeenteraad en is gelegen boven de keuken van de woning van het hoofd der school. Het archief is verdeeld over een rek en twee kasten. De registers van den Burgerlijken Stand, die met 1797 aan vangen, zijn gebonden, de laatste jaren zijn in losse registertjes. Het lokaal is vochtvrij. Bovendien bevindt zich op den zolder der school, waarop geen vloer ligt, eene massa papieren met boeken door elkaar. Aangezien die zolder niet te bereiken is dan met een ladder, die niet aanwezig was, konden de stukken niet onderzocht worden. Mheer. Oud-archief is ook hier niet aanwezig, en van het nieuw-archief is uit de eerste twee kwartalen der 19e eeuw weinig over. Het gemeente „huis", dat uitsluitend bestaat uit de raadzaal, is gelegen in het huis van het hoofd der school op de benedenverdieping. Die zaal, een ruim vertrek, dient tevens tot secretarie. Hier wordt het archief bewaard in twee kasten en twee open rekken; in de kasten de registers van den Burgerlijken Stand, die volledig en per tien jaren gebonden zijn, bovendien in goeden staat verkeeren. Het overige bevindt zich 71 in een daartegenovergelegen door den gang gescheiden vertrek en op den zolder. Het geheel is niet geordend en geïnventariseerd. Noorbeek. Oud-archief is er niet veel; het ligt in eene lade. Het gemeentehuis is klein, bestaat uit een vertrek van middelmatige grootte en twee kleine er naast gelegen vertrekken. Het geheel vormt de bovenverdieping der woning van den secre taris. Het nieuw-archief is niet geordend of geïnventariseerd enkele stukken zijn per serie geplaatst. In eene lange kast met glazen deuren en laden, genummerd van 1 —27, op het grootste vertrek, de raadzaal, tevens secretarie, zijn de archieven ge borgen, hierin ook de registers van den Burgerlijken Stand, die met 1801 beginnen en in goeden staat verkeeren. Rij ck holt. Oud-archief bestaat er niet. Uit de eerste helft der 19e eeuw is weinig over. Het bestaande wordt in de raadkamer, zijnde een vertrek in het huis van den burgemeester in eene groote houten kast zonder eenige volgorde bewaard. Hierin ook de registers van den Burgerlijken Stand, die voltallig zijn en per tien jaren gebonden met de klappers. C. J. WELCKER. De Handschriftenverzameling van Ds. David Flud van Giffen. (Vervolg). Aan het slot van mijn vorig artikel over deze verzameling in de laatste aflevering van dit tijdschrift deed ik een beroep op de lezers, die mogelijk nog nadere gegevens over dit onderwerp konden ver schaffen en beloofde ik eene nadere aanvulling te geven, indien het mij gelukte langs anderen weg nog gegevens te verkrijgen. Dank de van verschillende zijden ondervonden medewerking en mijn zelf standig voortgezet onderzoek ben ik thans in staat om althans eenige belangrijke punten nader te belichten, waardoor zoowel omtrent het ontstaan der verzameling als omtrent haar verder lot eenige zekerheid verkregen wordt 2). a. Het ontstaan der verzameling. Reeds Aug. Scheler waagde J) Ned. Archievenblad 1923/1924, blz. 163 vlg. 2) In de eerste plaats betuig ik mijn dank aan onzen gezant te Berlijn, baron GEVERS, die op mijn verzoek te Berlijn een onderzoek deed instellen en aan den Oberbibliothekar van het Auswartige Ambt, Geheimrath SASS, die hem hierover eene uitvoerige nota zond en zich hiervoor veel moeite gaf. Verder wees Dr. A. A. VAN SCHELVEN te Haarlem mij op de vroegere literatuur over deze collectie en dank ik aan Dr. N. JAPIKSE eene eerste vingerwijzing naar de collectie Roosendael in het Alge meen Rijksarchief. Ik maak van dit vervolg gebruik om te wijzen op een drukfout in den 3den regel van den titel van den catalogus in mijn vorig artikel, waar men „insoliti" in „inediti" gelieve te verbeteren.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1924 | | pagina 41