198
199
|hr. dr. C. G. W. F. VAN VREDENBURCH, buitengewoon gezant en gevolmachtigd
minister der Nederlanden te Brussel, heeft aangeboden zijn familiearchief in het Alge
meen Rijksarchief te s-Gravenhage in bewaring te geven en onder enkele beperkende
bepalingen voor het publiek ter inzage te stellen.
De minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen heeft dit aanbod gaarne
aanvaard en den heer van VREDENBURCH voor zijn blijk van belangstelling in 's Rijks
verzamelingen dank betuigd. (St.ct.)
Dr. C. BARON VAN TUYLL VAN SEROOSKERKEN, te Zeist, heeft aan het Rijk,
ter plaatsing in het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage, geschonken een aantal
documenten betreffende den admiraal de Ruyter.
De minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen heeft deze schenking
gaarne aanvaard en den heer VAN ÏUYLL VAN SEROOSKERKEN voor zijn blijk van
belangstelling in 's Rijks verzamelingen dank betuigd. (St.ct.)
Rijksarchief in Noord brabant. Wegens verandering in de inrichting
van het dienstvak, waarin hij werkzaam is, is met ingang van 1 April 1924 eervol
ontslag uit 's Rijks dienst verleend aan D, SïRIKKERS als klerk-concierge.
R ij k s a r c h ief in Gelderland. Wegens verandering in de inrichting van
het dienstvak, waarin hij werkzaam is, is, onder dankbetuiging voor de door hem als
zoodanig bewezen diensten met ingang van I April 1924 eervol ontslag uit 's Rijks
dienst verleend aan Dr. A. C. BONDAM als Rijksarchivaris in Gelderland.
Met ingang van genoemden datum is benoemd tot Rijksarchivaris in Gelderland
Jhr. Mr. A. H. MARTENS VAN SEVENHOVEN, hoofdcommies.
Met ingang van 1 September 1924 is benoemd tot commies H. L. DRIESSEN,
commies bij het Algemeen Rijksarchief.
Wegens verandering in de inrichting van het dienstvak, waarin hij werkzaam is,
is met ingang van 1 September 1924 eervol ontslag uit 's Rijks dienst verleend aan
G. F. VAN MACKELENEERG als klerk.
Rijksarchief in Zeeland. Met ingang van 1 Maart 1924 is benoemd
tot concierge-binder J. N. KOEGLER, bediende bij het Algemeen Rijksarchief.
Rijksarchief in Friesland. Met ingang van 1 April 1924 is benoemd
tot Rijksarchivaris in Friesland Dr. S. A. WALLER ZEPER, Rijksarchivaris in Drente.
Rijksarchief in Groningen. Wegens verandering in de inrichting van
het dienstvak, waarin hij werkzaam is, is, onder dankbetuiging voor de door hem als
zoodanig bewezen diensten, met ingang van 1 April 1924 eervol ontslag uit 's Rijks
dienst verleend aan Mr. G. C. |OOSTING, als Rijksarchivaris in Groningen.
Met ingang van genoemden datum is benoemd tot Rijksarchivaris in Groningen
Dr. H. A. POELMAN, Rijksarchivaris in Friesland,
Rijksarchief in Drente. Met ingang van 1 April 1924 is het beheer
van dit Rijksarchief opgedragen aan Dr. H. A. POELMAN, Rijksarchivaris in Groningen.
Rijksarchief in Limburg. Wegens verandering in de inrichting van
het dienstvak, waarin hij werkzaam is, is met ingang van 1 April 1924 eervol ontslag
uit 's Rijks dienst verleend aan M. H. D. N. PHILIPPENS, als klerk.
Uemeente- en Waterschapsarchieven,
üemeente-Administratie. Nu de code voor het gemeentelijk
archiefwezen over het geheele land is gereed gekomen en met de toepassing daarvan
in vele gemeenten reeds een aanvang is gemaakt, is een Commissie samengesteld
welke tot taak zal hebben de geregelde zorg voor de nadere uitwerking van deze code.
In deze Commissie hebben zitting de heeren dr. H. P. COSTER, archivaris te
Groningen: J. C. P. HESSING, hoofdambtenaar-gemeente-secretarie te Arnhem;
S. ISRAELS, secretaris van de gemeente Smallingerlandmr. G. A. VAN POEL|£, referen
daris gemeente-secretarie; A. ZAALBERG, directeur van het Nederlandsch Registratie-
Bureau; H- Th. Klein, directeur van de Vereeniging van Nederlandsche gemeenten
allen te 's-Gravenhage.
Provincie-Noordbrabant. - In deze provincie heeft Mr. J. P. W. A.
Smit als provinciaal inspecteur tot de gemeenten een circulaire gericht over de ver^
nietigbare stukken, in de geest van zijn artikel in de Gemeentestem, dat is besproken
onder de Literatuurkroniek op blz. 68 van den vorigen jaargang van dit tijdschrift.
Rotterdam. - Aldaar is na langdurig lijden overleden de Heer H. A. CllBELS,
gedurende vele jaren concierge-binder aan het gemeente-archief, die als zoodanig
veel en voortreffelijk werk verricht heeft.
Amsterdam. - De klerk D. VOORTHUYSEN is benoemd tot adj.-commies,
speciaal belast met het beheer van den historisch-topografischen atlas. Dezelfde ambtenaar
mocht op 1 April den dag herdenken, dat hij gedurende 25 jaar in dienst der gemeente
werkzaam was. Hij werd op den morgen van dien dag toegesproken door den archi
varis Dr. |OH. C. BREEN, die hem namens het gemeentebestuur de gebruikelijke
gratificatie uitreikte, en uit naam van het geheele archiefpersoneel, van hoog tot laag,
een aquarel van TlNUS DE |ONG, voorstellende het Beurspoortje, en een gravure.
Kerkelijke- en andere archieven.
Archieven van de Ned. Hervormde Kerk. We maken hier met
ingenomenheid melding van het feit, dat in de circulaire van de Algemeen Synodale
Commissie over de herziening van de quotisatie-regeling van 25 Februari 1924, afge
drukt in het Weekblad der Ned. Hervormde Kerk van 13 Maart d.a.v. in het bijzonder
er op wordt gewezen dat verhooging van de quota noodzakelijk is, ook omdat de
uitgaven voor de kerkelijke archieven tot heden maar al te zeer moesten worden
beperkt, zoodat er nog geen sprake kon zijn van de aanstelling van een vasten archivaris.
Buitenlandsche archieven.
Frankrijk. Ons correspondeerend lid, de heer HENRI STEIN te Parijs, is
benoemd tot professeur aan de Ecole des Chartes en „chargé de cours du service
des archives" ter vervanging van EUGÈNE LELONG, „admis a la retraite.
Raadpleging van archieven.
Staatsbegrooting voor 1924. In de Memorie van Antwoord komt
naar aanleiding van de opmerking in het Voorloopig Verslag ten aanzien van het
Bureau der Commissie voor 's Rijks geschiedkundige Publicatie en het Ned. Historisch
Instituut te Rome, vermeld in onze vorige aflevering blz. 110, het volgende voor:
Artikel 214-217. Het feit, dat bij het bureau van de Commissie voor
R. G. P, twee onderdirecteuren zijn, wordt verklaard uit de omstandigheid, dat aan elk
dezer wetenschappelijke ambtenaren een geheel zelfstandige taak n.l. de bewerking eener
groote bronnenpublicatie is opgedragen. Tijdelijke stopzetting dezer publicatie acht de
ondergeteekende niet gewenscht. Niet alleen zou de dienst daardoor geheel ontredderd
worden wat bij latere wederinwerkingstelling tot groote moeilijkheden aanleiding
zou geven maar ook zouden de publicatiën zelve voor de wetenschap noode kunnen