115 wat betreft de tijdschriftartikelen, sedert 1921 het Repertorium der Kon. Bibliotheek is opgehouden te bestaan wel kan NiJHOFF s Index dit periodiek tot op zekere hoogte vervangen, maar in dien Index zijn de behandelde tijdschriften veel geringer in aantal dan in het Repertorium - en, wat betreft de afzonderlijke werken, deze uit de Nederlandsche Bibliografie alleen zijn bijeen te zamelen, voor zoover ze in den handel zijn gebracht, daar zal de Redacteur er ten zeerste prijs op stellen van vakgenooten opga.ve van door hen geschreven afzonderlijke werken en tijd schriftartikelen - ónder de laatste zijn ook begrepen courant artikelen in den ruimsten zin van het woord vóór 1 Augustus a.s. te ontvangen. De Gemeente- en Waterschapsarchieven in 1923. - Voor de bewerking van het overzicht aangaande deze archieven in ons blad verzoekt Mej. C. j. Welcker archivarissen van gemeente en waterschappen een exemplaar van hun verslag over 1923, dade lijk na verschijning te zenden aan haar adres: Gemeente-archief te Kampen. Verbetering. Op blz. 66 van de vorige aflevering moet onder Afdeeling van Gemeente- en Waterschapsarchiefambtenaren worden gelezen in plaats van: „derde", „vierde afdeelingsvergadering NIET-OFFICIEEL GEDEELTE. IN MEMORIAM Jhr. Mr. W. G. FEITH. De wreede dood, die niemand spaart, ook niet hen, die nog over de kracht der jeugd beschikken, heeft 2 Maart jl. jhr. mr. Wolter Gocko Feith na eene kortstondige ziekte aan zijne vakgenooten, die hem hoogschatten, aan zijne vele vrienden, aan zijne zusters en zijn broeder, aan zijne moeder ontnomen. Toen ik te midden van een kring van verwanten en vrienden herdacht, wat het Algemeen Rijks archief in het bijzonder en de archiefwereld in het algemeen aan dezen zesendertigjarige zouden missen, heb ik gewezen óp de groote overeenkomst niet in uiterlijk, maar in karakter en persoonlijkheid, die tusschen den overledene en zijn vader had bestaan. Wie den vader had gekend en aan hem eene herinnering bewaarde, die getuigde van zijne liefde voor het vak zijner keuze, van zijne groote wetenschappelijke gaven, van zijne onbegrensde welwillendheid voor ieder, die zijne hulp inriep, en van zijne beminnelijke persoonlijkheid, die zag hem herleven in dezen zoon.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1924 | | pagina 3