144 145 Onlangs moest ik n.l. het archief van Geestmerambacht; een der oudste waterschappen in het Noorderkwartier, raadplegen, Dit archief is in 1916 door den heer C. J. Gonnet, toen Rijks archivaris te Haarlem, geïnventariseerd en keurig in orde gebracht. De deelen werden opgeknapt en de losse stukken in stevige car- tonnen portefeuilles met zwart linnen ruggen gepakt, terwijl alles van inventarisnummers werd voorzien. Toen de heer Gonnet het archief ontving, zag alles er even „gaaf, zuiver en frisch" uit. De heer Gonnet moest echter constateeren, dat het (oudste) privilegieboek van Geestmerambacht, op perkament geschreven en door degenen, die het geraadpleegd hebben 2), van groot belang geacht, was verdwenen! Het archief was dus in 1916,. behoudens het feit van het ver miste privilegieboek, in goeden staat. Ik wendde mij tot het bestuur van Geestmerambacht met het verzoek, het archief te mogen raadplegen, aan welk verzoek dadelijk werd voldaan. De secretaris, de heer M. Kroon Czn., te Oudkarspel, schreef mij d.d. 21 Dec. 1923: „het archief van het Geestmerambacht is geplaatst in de „machine(H) te Zuidscharwoude. De sleutels en den catalogus „heb ik den opzichter overhandigd met uitnoodiging deze aan den „machinist ter hand te stellen, zoodat, als U de volgende week komt, „li geen vergeefsche reis zult hebben." Een en al welwillendheid, zooals men ziet! Per autobus begaf ik mij naar „den Langendijk", teneinde het stoomgemaal van Z.-Scharwoude te bezoeken. Dit stoomgemaal bleek midden in den polder te staan en is slechts te bereiken langs een zeer smal pad - het z.g. Kerkpad - met nog smaller bruggetjes, van het bekende Langedijker type, waarop twee menschen elkaar ter nauwernood zouden kunnen passeeren. Ik stond inderdaad verwonderd over het vernuft van hen, die het klaar hebben weten te spelen, het archief van zulk een eerbiedwaardig waterschap als Geestmerambacht derwaarts te transporteeren. Het archief stond immers „in de machine" en dat woord „machine", mij op mijn wandeling als het geluid van den wind maar steeds in 1) Zie: Verslagen omtrent 's Rijks oude archieven. 1916, 2e deel, blz. 56—111. 2) O.a. Mr. G. DE VRIES AZN. voor zijn standaardwerken „De zeeweringen en waterschappen van Noord-Holland" (1864) en „Het dijks- en molenbestuur in Noord- Hollands Noorderkwartier" (1876) en Dr. P. SCHELTEMA, „Inventaris v. h. Prov. archief van Noord-Holland" (1878) blz. 105 e.v. de ooren dringend, had waarlijk mijn verwachtingen over de soort van bewaarplaats van Geestmerambachts archief niet al te hoog gespannen. Eindelijk bereikte ik het stoomgemaal van Zuid-Scharwoude, een groot gebouw, maar eenzaam, diep landinwaarts liggend, te midden van eindelooze koollanden, uit welks schoorsteen wollige rookpluimen het luchtruim in kronkelden. De machinist verwelkomde mij en geleidde mij naar de archief bewaarplaats. Wij gingen een trap af, die naar den kelder leidde; beneden struikelde ik haast over op den grond liggende stoombuizen en in een hoekje in het pikdonker, achter de groote stoomturbines daar was zoo waar de bergplaats van het archief van Geestmerambacht! De machinist opende de kastdeuren, plaatste er een leuningloozen stoel voor en bij het zwakke schijnsel van een op een blaker staand kaarsje kon ik mijn werk aanvangen. Alle nummers stonden in die kast in de grootste wanorde dooreen. Geruimen tijd had ik noodig om in het archief eenige orde te brengen en de inventarisnrs. 128 130, betreffende Oosterdijk en Molengeerzen er uit op te diepen. Toen ik die pakken in handen kreeg, ontdekte ik, dat de stukken en de omslagen er bij vrijwel geheel verteerd waren door vocht en nat. Onherstelbaar verloren! Papier en carton waren één papperige massa Meerdere deelen vond ik er voorts door vocht aangetast, zóó erg, dat de bladen aan elkander kleefdende roode en blauwe inkt der initialen begon reeds door op elkaar volgende bladzijden heen te dringen. Het vernietigingsproces was dus al aardig aan den gang. Volgens mijn overtuiging zou het archief in een paar jaren tijd totaal vernietigd worden, als het daar nog langer zou blijven staan. Op verzoek van eenige ingelanden, heb ik er de aandacht van den voorzitter van Geestmerambacht op gevestigd. Onmiddellijk kreeg ik ten antwoord „Terstond zal ik maatregelen nemen om verbetering aan te brengen, door een absoluut droge bergruimte te zoeken." Zooals men ziet, zijn de bestuurders niet ongezind mede te werken tot behoud van hun archief, maar het ontbreekt hun vaak aan een gezond oordeel over de conserveering van aan hun zorg toevertrouwde archivalia en de keuze eener geschikte bewaarplaats. Duizenden guldens worden er besteed aan prachtige gebouwen voor stoomgemalen, polderhuizen e. d,, waar marmeren gedenksteenen

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1924 | | pagina 20