143 hoewel de kamer werd ingesteld in 1585. De rest is verloren gegaan. Het belangrijke archief der Gemeene Maashandelaars, dat voorheen aangezien werd voor bescheiden van de Chambre-mi-partie en ook de archieven van Dordrecht tijdens de Republiek 1572—1795 vormen een uitgebreide collectie, die nog niet geheel beschreven is. Voorts vindt men er de archieven der gilden, der schutterijen (slechts twee van de drie) het archief van het H. Geest- en Pesthuis ter Nieuwerkerk enz. Op de derde zaal ziet men in twee kasten de gemeentelijke prentverzameling, waarvan de kern afkomstig is van het legaat- Beelaerts, maar die sedert aanzienlijk werd uitgebreid. Reeds meermalen heeft men kunnen zien op tentoonstellingen, welk een grooten schat van teekeningen, prenten, portretten, enz., deze verzameling rijk is. De uitgebreide algemeene bibliotheek over geschiedenis, aardrijkskunde, topografie, letterkunde en kunst wordt in deze zaal aangetroffen, en is ook door het publiek te raadplegen. Het archief der gemeente over de jaren 1851 —1905 bevindt zich ook in deze zaal. In de vierde of laatste zaal huizen de archieven der gestichten, van enkele polders, der schutterij (opgeheven 1907) en der gemeente van 1813—1851, benevens een administratieve bibliotheek. Het bovenstaande geeft nog slechts een flauw denkbeeld van de groote massa bescheiden, boeken, registers, enz., die in het nieuwe gebouw een veilig onderkomen hebben gevonden. Zij, die iets van waarde op oudheidkundig gebied aan de gemeente zouden willen schenken, hetzij in eigendom, hetzij in bruikleen, kun nen verzekerd zijn, dat het in het gemeente-depot uitstekend ver zorgd en bewaard wordt. L. VAN DALEN. Een archief in een stoomgemaal Ieder archivaris weet, dat nu en dan oude archivalia vaak op allerzondelingste plaatsen worden teruggevonden, maar dat een hoogst belangrijk, goed geconserveerd, wel geordend en uitstekend be schreven archief terecht komt in een stoomgemaal is zeker wel iets zeer bijzonders. Het geval, dat een stoomgemaal, midden in het polderland, dienst doet als archiefbewaarplaats zou zeker een schaterlach ontlokken bij hen, die er van hooren vertellen, ware het niet, dat de bijzonder heden, die ik er over ga mededeelen zoo in-en-in-treurig zijn.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1924 | | pagina 19