140 Sedert 1884 werden die zorg en verder beheer van het archief gesteld onder een archivaris, nu wijlen den heer A. van de Weg, die in 1890 opgevolgd werd door Mr. J. C. Overvoorde. De eerste bezorgde een inventaris van het archief van het H. Geest- en Pest huis ter Nieuwerkerk. Onder het beheer van den laatste werd het archief naar een afzonderlijk doelmatig ingericht gebouw aan het Grootekerksplein No. 1 overgebracht, en brak de tijd aan van nieuwe bearbeiding. Verschillende kleinere archieven o.a. der gilden, der gestichten werden beschreven, de catalogi van bibliotheek en prent verzameling werden in druk gegeven. Het archief van 1795—1813 en van 1813-1851 werd geordend. De archieven van de oude Schepen bank van het Rijk in bruikleen ontvangen werden geïnventariseerd en zooveel mogelijk hersteld. Kortom, Mr. Overvoorde heeft heel veel werk gedaan, dat de waarde van het gemeentearchief heeft verhoogd. In 1901 werd hij opgevolgd door den tegenwoordigen titularis, die den ordeningsarbeid voortzette o.a. de archieven tot 1572 bewerkte, die der jaren 1572-1795 onder handen nam, kleinere verzamelingen ordende en verschillende indices samenstelde, die het tijdroovend nazoeken beperkten. Door een samenloop van omstandigheden kreeg in 1915 het Gemeentearchief een nieuw gebouw aan het Stek, dat na een paar jaren droog gemaakt te zijn, weldra de Dordtsche schatten ontving. Daar is alles zoo doelmatig mogelijk geborgen, en is nog ruimte voor de verlorenen, zoo die mochten opduiken. Den 28 April 1914 nam de Gemeenteraad het besluit, tot her stelling van het manegegebouw aan de Vest, tot den bouw van een nieuw archiefgebouw op het terrein der voormalige hulpschool in het Stek (vroeger Burgeravondschool) en tot bestemming van het oude archiefgebouw aan het Grootekerksplein voor den algemeenen dienst van het Gemeentebestuur. De bouw van het nieuwe depot werd in 1915 opgedragen aan L. van der Wiel voor f 21.530. In den loop van 1915 en 1916 kwam het werk gereed, maar werd voorloopig nog niet als archiefbergplaats gebruikt, daar, in verband met de verbouwing aan het Raadhuis het bureau van den Burgerlijken Stand er tijdelijk gehuisvest werd. Bovendien moest het gebouw eerst goed droog gestookt worden, en verder worden inge richt. Eindelijk kon in Augustus 1917 met de verhuizing worden begonnen. Allereerst werden de zolderlokalen aan het Grootekerks plein ontruimd, en de inhoud tijdelijk in de benedenzaal van het nieuwe archiefgebouw geplaatst, waarna de kasten werden afgebroken en het hout gebruikt tot het maken van tijdelijke bergruimten in het depót. Voorgevel van het archiefgebouw. Stekzijde. Kijkje in de derde archievenzaal.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1924 | | pagina 16