64
de Commissarissen der Koningin gemachtigd waren den Rijksarchivaris
een bepaald aantal dagen verlof te geven, verbroken. Voor elke
uitstedigheid, langer dan 24 uren, moet de Rijksarchivaris nu verlof
aanvragen bij den Minister van O. K. en W.
En nu de toekomst: 'stands financiën in slechten toestand;
gevaar voor inflatie van den gulden; belangrijke verlaging der amb-
tenarentraktementenhet beruchte artikel 40; het zijn bekende klanken
voor U, En U kent de plannen: met ingang van 1 januari 1924 aftrek
van 10°/n van alle traktementen, terwijl vóór 1 Januari 1925 een
nieuwe salarisregeling gereed moet zijn, welke wel geen salarisver-
betering, door velen onzer zoo gewenscht, brengen zal.
En wij, zeer tegen onzen zin nog steeds op één lijn gesteld met
de departementale ambtenaren, zullen ons opgelegd zien denzelfden
salarisaftrek, als waaraan die departementale ambtenaren onderworpen
worden. En de stem van ons weinigen zal onder de velen niet ge
hoord worden.
En spoedig zal men beginnen met het ontwerpen van de nieuwe
salarisregeling, welke wellicht in staat zal zijn aan de grief van
gelijkstelling van de wetenschappelijke archiefambtenaren met de
veelal niet wetenschappelijke departementale ambtenaren tegemoet
te komen.
Maar dan zullen wij paraat moeten zijn en nogmaals alle argu
menten moeten bijbrengen, om uit den knellenden band, waarmede
wij aan de departementale ambtenarenindeeling verbonden zijn, te
ontkomen.
Zal het dan gaan als den vorigen keervragen en niet gehoord
worden, reguestreeren en niet geantwoord worden? Vermoedelijk
wel, als wij als een klein groepje in ons isolement onze denkbeeldige
kracht zoeken.
Het bestuur heeft daarom ernstig overwogen, wat te doen valt;
aan de vergadering uit te spreken, of aansluiting bij een machtiger
lichaam gewenscht is.
H. A. POELMAN.
Beschrijvingsbrief voor de zesde afdeelingsvergadering op
8 December 1923 in het Algemeen Rijksarchief.
Naar aanleiding van het bij ons ingekomen bericht, dat de af-
deeling als lid van de Centrale van Hoogere Rijksambtenaren is
aangenomen, hield het Bestuur 17 November 1.1. een vergadering,
welke werd bijgewoond door den Voorzitter van de algemeene ver-
eeniging.
65
In deze vergadering werd het volgende programma samengesteld
I Afschaffing van de titels van adjunct-commies, commies en
hoofdcommies, en in de plaats stelling daarvan voor
de ambtenaren 1ste klasse: chartermeester,
2de archiefassistent.
2°. Bij de eventueel te verwachten herziening van het salaris-
besluit plaatsing in het nieuwe besluit van den Algemeenen Rijks
archivaris in de schaal van Hoogleeraar en Directeur-Generaal
aan een Departement (f7500.— tot f9000.—);
de Rijksarchivarissen in de provinciën en Archi
varissen aan het Algemeen Rijksarchief in de schaal van
de Bibliothecarissen aan de Universiteiten (f5500.— tot f7000.—);
de Chartermeesters in een schaal, gelijkstaande met een
tegenwoordig salaris van f3000.— tot f 5500.—
de A r c h i e f a s s i st e n t e n in een schaal, gelijkstaande meteen
tegenwoordig salaris van f 2500. tot f 5500.
3°. Aan te dringen alleen dan tot salarisverlaging over te gaan,
wanneer mede door andere bezuinigingen de staatsbegrooting sluitend
is gemaakt.
Het Bestuur wenschte gaarne Uwe eventueele bezwaren hiertegen
te vernemen aan het adres van den Secretaris vóór l December a.s.
Zijn de bezwaren van ingrijpenden aard, of blijkt, dat het Bestuurs
voorstel geene algemeene instemming vindt, dan zal zoo spoedig
mogelijk een ledenvergadering worden uitgeschreven.
Verslag van de zesde afdeelingsvergadering op 8 December
1923 in het Algemeen Rijksarchief.
Nadat de Voorzitter de vergadering had geopend en de Secre
taris de ingekomen stukken over den rondgezonden beschrijvingsbrief
had voorgelezen, werd allereerst behandeld de vraag, of titelwijziging
gewenscht was. Na een breedvoerige discussie wordt met 13 tegen
2 stemmen deze vraag bevestigend beantwoord.
Thans is aan de ordewelke titels zullen het zijn. Algemeen is
men van oordeel dat Algemeene Rijksarchivaris, Rijksarchivaris in de
provincie en Archivaris aan het Algemeen Rijksarchief geen wijziging
behoeven. Een langdurige discussie heeft daarna tot resultaat dat
een voorstel wordt gedaan om de overige ambtenaren een gelijk-
namigen titel, dien van chartermeester, te geven, met de onder
scheiding le en 2e klasse. Dit voorstel wordt in stemming gebracht
en aangenomen met 8 tegen 7 stemmen.