2
vattende, wil onze vereeniging den overleden leidsman eer
biedig herdenken als den baanbreker, die tot den opbloei van
het Nederlandsche archiefwezen den stoot heeft gegeven, die
door leer en voorbeeld de ordening en beschrijving der archieven
op eene vaste basis heeft gesteld, die met zijne groote orga
nisatorische gaven tal van maatregelen in het belang van de
archieven heeft doen nemen, en die onze vereeniging vele
jaren niet slechts in vaste banen heeft geleid, maar die er
de ziel van was, omdat in hem het streven van de vereeniging
zich als het ware belichaamde en verhelderde. Als uitmuntend
archivaris en als eminent leider zal hij in ons aller herinnering
blijven leven.
MEDEDEELINGEN VAN HET BESTUUR.
Overlijden Mr. Muller. Bij het Bestuur is ingekomen
een brief van rouwbeklag van ons correspondeerend lid den Heer
G. Vittani te Milaan, zoowel namens hem persoonlijk als namens het
Rijksarchief aldaar.
Bestuur. Het Bestuur is thans als volgt samengesteld:
Prof. Mr. R. Fruin, Voorzitter (niet herkiesbaar 1923), Mr. Dr. j. C.
Overvoorde (niet herkiesbaar 1923), Jhr. Mr. A. H. Martens van Seven-
hoven, Secretaris (niet herkiesbaar 1925), Dr. Joh. C. Breen, Penning
meester (niet herkiesbaar 1925), Dr. L. W. A. M. Lasonder, Redacteur
(als bestuurslid niet herkiesbaar 1924, als redacteur aftredend 1923).
Verzoekschrift Portvrijdom. Ingevolge het op voorstel
van den heer Dresch in de jaarvergadering te Utrecht genomen besluit
is door het Bestuur het volgende verzoekschrift verzonden aan Zijne
Excellentie den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen:
„Geven met verschuldigden eerbied te kennen de ondergeteekenden
Prof. Mr. R. Fruin, Algemeen Rijksarchivaris, en Jhr. Mr. A. H. Martens
van Sevenhoven, Chartermeester bij het Rijksarchief in Gelderland, ver
tegenwoordigende de vereeniging van archivarissen in Nederland als
voorzitter en secretaris van het bestuur dier vereeniging;
dat de vereeniging voornoemd ingevolge haar besluit van 30 Sep
tember 1.1. zich veroorlooft, onder de aandacht van Uwe Excellentie
te brengen
dat, tot dusverre portvrijdom heeft bestaan voor de verzending
3
van archivalia, boeken, handschriften enz. niet alleen tusschen de
Rijksarchieven onderling, maar ook tusschen de Rijksarchieven en de
Gemeentearchieven, zoomede tusschen onderscheidene Universiteits
bibliotheken, de Kon. Bibliotheek e.a. en de Rijks- en Gemeentearchieven;
dat het van het hoogste belang is voor de wetenschap en de
studeerenden, dat dezeportvrijdom gehandhaafd blijve
dat onder de huidige regeling, waarbij bovengenoemde zendingen
portvrij zijn, de wetenschap ten zeerste is gebaat, omdat het mogelijk
is, in de voornaamste steden des lands kosteloos archivalia, boeken,
handschriften enz. uit de Rijks-, Provinciale- en Gemeentearchieven
en -bibliotheken op aanvrage te laten overzenden en deze in een
archief- of bibliotheekgebouw ter plaatse te raadplegen;
dat ernstig gevreesd moet worden, dat, bijaldien de portokosten
in het vervolg zouden moeten worden gedragen door andere dan
Rijksinstellingen bijv. provinciale, gemeentelijke of particuliere archie
ven en bibliotheken vele dezer overwegend bezwaar zullen maken,
zelf de kosten te dragen voor hen, die archivalia enz. voor hunne
studie of voor wetenschappelijke doeleinden ter raadpleging wenschen
te ontvangen;
dat het meerendeel van hen, die thans voor hunne studie of
hunnen wetenschappelijken arbeid van den portvrijdom gebruik
maken, bezwaarlijk de thans vrij hooge verzendingskosten zullen
kunnen dragen en dat opheffing van dien portvrijdom dus ongetwijfeld
tot een belangrijke beperking van het gebruik van onderscheidene
wetenschappelijke instellingen in ons land zal leiden, hetgeen zeker
niet in het algemeen belang kan zijn;
op welke gronden de vereeniging Uwe Excellentie dringend ver
zoekt, te bevorderen, dat de portvrijdom voor de meergenoemde
zendingen, in het belang van het archief- en bibliotheekwezen en
en van de wetenschap in 't algemeen behouden blijve.
't Welk doende, enz."
Tegelijkertijd zijn afschriften van het verzoekschrift toegezonden
aan de Ministers van Binnenlandsche Zaken en van Waterstaat.
Inmiddels is, wellicht mede dank zij dit optreden onzer vereeni
ging, het hiermede in verband staande wetsontwerp in
de Tweede Kamer verworpen, zoodat de portvrijdom als
vroeger gehandhaafd blijft.
Tijdschrift. Aan het aanvankelijk voornemen om de eerste
aflevering van den nieuwen jaargang in Augustus het licht te doen
zien, kon geen gevolg worden gegeven, daar, met het oog op de
financiën, het Bestuur in zijn vergadering van 7 Juni besloot allen