78 79 Te Cleef heeft in den bekenden Zwanentoren een ernstige brand gewoed, waarbij het daarin geborgen archief, o.a. van het Landgericht, is vernield- De toren kon grootendeels worden gered. Zuid-Afrika. Van het grootste gewicht is, ook om een voorstelling te verkrijgen van hetgeen er in verschillende landen op archiefgebied is tot stand gebracht, is het eveneens aan de redactie ter recensie toegezonden geschrift van den hoof- argivaris vir die Unie C. Graham Botba, getiteld: Verslag van 'nbesoek aan verskeie argiewe in Europa, die Verenigde State van Amerika en K a n a d a. Ook deze publicatie hopen we, ook in verband met de thans in Zuid-Afrika van kracht geworden Wet tot regeling van de bewa ring van en het toezicht over de publieke archieven van de Unie, in de volgende aflevering opzettelijk te bespreken. Raadpleging van archieven. Eere-doctoraat aan |oh. E. Elias. Naar aanleiding van deze aan den aan alle archivarissen bekenden Amsterdamschen geschiedvorscher toegekende onderscheiding, schrijft de Amsterdamsche correspondent van de N. R. C. ,,Het Ochtendblad bracht het bericht, dat de senaat der universiteit van Amsterdam besloten heeft, het eere-doctoraat in de faculteit der letteren en wijsbegeerte te verleenen aan den heer |oh. E. Elias, wegens zijne verdiensten op het gebied der historische weten schap. Het is een bericht, dat door allen die belangstellen in, of zich wijden aan de oefening der historie, met voldoening zal worden begroet. Te lang reeds is aan Elias deze eeretitel, waarop hij alleszins recht had, onthouden. Het was immers reeds in 1905 dat zijn groot werk verscheen „De vroedschap van Amsterdam", een werk waarvan de vorige gemeentearchivaris, mr. W. R. Veder, in de voorrede getuigde, dat het den schrijver een plaats waarborgt naast Wagenaar en Ter Gouw. Elias was dit werk begonnen op raad van mr. De Roever, destijds stads archivaris van Amsterdam, toen hij wegens zijn zwakke gezondheid de studie aan het gymnasium had moeten opgeven en als volontair geplaatst was aan het archief. De Roever adviseerde hem toen een naamlijst samen te stellen van de regeering van Amsterdam, een werk, waartoe Elias zich als kind van een oud-Amsterdamsche regentenfamilie, bijzonder aangetrokken moest gevoelen. Uit dien genealogischen opzet is het standaardwerk gegroeid, zooals men dat nu kent. jarenlang heeft Elias voor de samenstelling daarvan het gemeentearchief als het ware doorkropen en doorsnuffeld. Hij heeft alle leden van de vroedschap, van 1578 af, hoofd voor hoofd, met afstamming en verwantschap, aangeteekend. Daardoor heeft hij een goed inzicht gekregen in de familieregeering. Ook bevat het boek een schat van gegevens voor de handelsgeschiedenis en in het algemeen voor de geschiedenis der beschaving. In eene inleiding geeft hij een schets van de politiek van Amsterdam, die wel waard is afzon derlijk uitgegeven te worden, ten einde haar onder de oogen van meerderen te brengen. In latere jaren heeft Elias, die inmiddels zijn kennis van Latijn had uitgebreid onder leiding van Mendes da Costa en ook verschillende minder bekende moderne talen, zooals Russisch, had aangeleerd, zich bezig gehouden met de zeegeschiedenis, waartoe hij als nakomeling van De Ruyter weer in het bijzonder aangewezen mocht worden geacht. In zijne „Schetsen uit de geschiedenis van het zeewezen" behandelde hij eerst ons zeewezen van het uitbreken van den 80-jarigen oorlog af tot het twaalfjarig bestand en van dat bestand tot eersten Engelschen oorlog. Daarna is deze arbeid in anderen vorm en onder anderen titel als: „Het voorspel van den eersten Engelschen oorlog" voortgezet. Hierin vindt men besproken het Britsch-Nederlandsch antagonisme in en buiten Europa. En thans kan een derde deel tegemoet worden gezien. Wij ver heugen er ons over dat de hooge wetenschappelijke waarde van dezen noesten histo- rischen arbeid thans op deze wijze erkenning heeft gevonden." Varia. Vondelingen in archieven. Onlangs kon men in alle couranten lezen, dat te Amsterdam een vondeling werd aangetroffen in eene doos met het opschrift „archief". Het is onbegrijpelijk dat de politiecommissaris van dit geval zooveel gerucht gemaakt heeft. Van dergelijke papieren kinderen in archiefdoozen zouden de archivarissen hem nog heel wat meer kunnen vertellen. „Ge diplomeerd archifari s". In de Haagsche Post van 27 Augustus lezen we het volgende„J. S. te Amsterdam heeft wel eens gelezen van een „gediplomeerd archifaris" (sic) en vraagt naar dat examen en de vooruitzichten. We meenen op grond van zijn brief te moeten raden geen poging te doen om dat examen af te leggen. Prof Fruin geeft er volledige inlichtingen over. Verder vraagt hij den weg om een nacht door te brengen op een sterrewacht in de omgeving van Amsterdam. Laat hij wachten tot de watertoren van Nieuwer-Amstel, die tot een sterrewacht, verbouwd wordt, klaar is, dan zal de astronoom der universiteit hem misschien wel eens willen toestaan om te komen kijken. Men heeft er echter alleen wat aan bij bezit van eenige astronomische kennis." Afgesloten 26 januari 1923.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1923 | | pagina 45