kan A"Stsïs
&SBS^aecat
tl JU-ABtóS&P -ml- v» P«-
-Sal^ -r=r Sèd HOO^
36
De Joodsche archieven in Nederland.
Het Reqlement op de Nederlandsch Israëlietische Kerkelijke
TnomeT, 1
Lg T^i" gehouden.
arChW.eis'lNwtntntlekSentoen fk dan "ook ten vorige ia, e into
Nieuw Israel. Weekblad OP verzoek vanje «dactre to™*
to Ned" raï. kerkgenoot,cbap aangenomen en ik
LSn^to^^;—"od^tbieven
tde^ÏeTgenttsc" to Portugeescb Isradlietiseh kerkgenool-
37
anderdeels in groot gevaar van, ondanks de archiefordening, te worden
vernietigd uit gebrek aan belangstelling en verantwoordelijkheid.
Het zijn de archieven van die vele verspreide Joodsche Gemeenten,
die in de 18de eeuw bloeiden, toen voor deze Hoogduitsche Joden
op 't platteland grootendeels een middel van bestaan openlag. Zij
waren niet geacclamatiseerd in deze gewesten. Harstochtelijk hielden
zij vast aan het oude Jiddisch, de taal der ballingschap, waarin Mid-
deleeuwsch Duitsche, Hebreeuwsche, Poolsche en Latijnsche bestand-
deelen zijn opgenomen, de taal van het Joodsche hart en Joodsche
gemoed door millioenen nog in Oost-Europa, Londen en New-York
gesproken. Daarin zijn deze archieven ook gesteld, in Hebreeuwsch
currentschrift geschreven. Zij vormen buitengewoon belangrijke bronnen
voor hen, die het innerlijk leven der Joden in Nederland tijdens
de 17de en 18de eeuw wenschen te bestudeeren, van de gemeenschap,
waarin volgens Joodsch recht volontaire jurisdictie wordt uitgeoefend
en waarbinnen deze zoo gesmade Hoogduitsche Joden zich in eigen
cultuurontwikkeling terugtrekken.
Het voornaamste bestanddeel dezer archieven is de serie „Pin-
kas" boeken waarin elk belangrijk feit, dat in de gemeente voorviel,
opgeteekend werd. Willem van Leer vertelt daarvan uit het Nijmeegsche
Pinkasboek in „Een en ander over het „Jiddisch" protocolboek der
Israëlitische Gemeente te Nijmegen" '2), waarvan de belangstellende
een indruk van den inhoud van deze registers krijgt.
De heer Van Leer wijst er op, hoeveel in papiermolens en de
stookplaatsen der Joodsche godsdienstscholen is verdwenen en hoeveel
waarde het heeft, hetgeen er over is, voor ondergang te behoeden.
Wat er eigenlijk precies nog over is, kunnen wij slechts gissen.
Reeds lang heeft het economisch leven deze gemeenten meeren-
deels ontvolkt en een oude koster met nog een paar oude menschen
zijn gebleven, officieel een gemeente vormend en bijdragend in de
gemeene lasten uit de oude synagogale fondsen, waarvan zij geen
afstand behoeven te doen. Voor deze lieden is de archiefordening
slechts in de hand van iemand, die zelf ingrijpt, van beteekenis,
Immers zij onderstelt, dat op de gemeenten pressie kan worden
geoefend, ten einde tot behoorlijke inventarisatie te geraken. Hiervan
kan practisch geen sprake zijn. Een oude koster, wien ik naar het archief
vroeg, antwoordde mij„Mijnheer ik weet niet wat U toch eigenlijk
wil, wij hebben geen archief. Er is niets anders meer over dan heel
oude boeken en papieren, maar van menschen, die al lang dood zijn".
^HSSSSSSSSSSS.
van dit tijdschrift at. k,m,M 14de eeuwsche charters van den
3) Men kan den door m.| 9"ignJ]!eeld^" te Utrecht hoewel afkomstig uit een
geesch-loodsche geslachten, buiten bespreking.
Pinkas is het verkeerd uitgesproken grieksche Pinax, dat herinnert aan de
wastafeltjes der oudheid en ook hier voor Protocolboek gebruikt wordt.
-) Met facsimilé in „Celre" Bijdragen dl IX.