34
kerkvoogdij-archief mocht bevatten, zooals dat te
ik het begraafboek 1801-1811 vond De class.s T.el
onaeveer halverwege bewerkt. Intusschen is reeds in de class
Nijmegen hier en daar een begin gemaakt. Met de f.cheering van
de boeken te Eibergen is vooruit geloopen naar de classis Zutphen.
De uitvoerbaarheid van mijn aanvullingsarbeid is derhalve op
overtuigende wijze aangetoond, leder kan nu reeds de f.ches raad-
p'eger^ m 1921 heb ik Zijne Excellentie den Mimster
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen in Mei 1.1. mogen aanb.eden.
'k D^kerkeraad te Varik heeft op verzoek één van zi,ne twee
trouwboeken 1772-1808 aan het Rijksarchief te J
wonnen advies bij Dr. Lasonder als arch.vans van de bynode, we
W'lleWenichtStheeft vóór deze regelen gedrukt zijn, de kerkeraad te
Tuil reeds dit voorbeeld gevolgd in een soortgel.,k gevak
Voorts bevat het genoemde jaarverslag de opmen g,
perspectieven, ja voorloopig onafzienbare vergez.chten, werden ge
opend Immers is metterdaad voor het Rijk de gelegenhe.d aange
geven om na verloop van tijd in het bezit te komen van den vollediger,
burqerlijken stand van vóór 1811, voor zoover het nog mogel.|k .s
Het zal een onmisbare hulpbron worden voor de wetenschap m het
algemeen voor de historische (en biographische) takken daarvan m
h6t Het°nsdpereekt vanzelf, dat de medewerking van alle kerkgenoot
schappen in ons land, ook van de Israëlitische op den duur onm.sbaa
is om het gestelde doel eens te kunnen bereiken.
Voor het oogenblik heb ik voorgesteld, dat m,|n pas begonnen
werk zoodra nrogeliik van Rijkswege k'af W°'^ "^TeeV uit-
wel door ficheering met de beschikbare krachten van het
gebre.de materiaal da, in de Rüksarch
als thans is ondernomen voor het onder
berustende materiaal. .,„r„„hillende
De volgende aanteekeningen, bi) mi)n arbeid in
archieven, voor mijzelven verzameld, zijn wellicht den lezer met
WelkOmver- en Neder-Asselt. In deze gemeenten bevatten de
trouwboeken vele acten, de doopboeken slee ts en ee, en
bijna alleen van predikanten, schouten, schoolmeesters enz. Een
aanwijzing, dat ook te midden van eene overwegend Roomsche be-
35
volking alléén het huwelijk in de Gereformeerde Kerk, die als de
eenige (de Katholieke) werd beschouwd, rechtsgeldigheid bezat.
Beesd. Hier vond ik trouwacten (van 1734—1759 en van
1760—1768) achter in twee deelen die uitsluitend als
„diaconieboeken" stonden aangegeven.
Buren. Bij uitzondering vond ik hier een begraafboek uit de
17de en 18de eeuw.
Gameren. Hier zijn wij wellicht een oud kerkeboek van vóór
1715 op het spoor. Moge het zoeken daarnaar met goeden uitslag
bekroond worden. Misschien dat ook deze mededeeling daartoe bij
draagt.
G e 11 i k u m. Het „oude actenboek", waarop geschreven staat
„Rhenoij", is een kerkeboek van Gellikum gebleken. Het bevat de
verloren geachte doop- en trouwacten van 1754—1771; op enkele na
door het verlies van losse bladen. De verbleekte inkt maakte het
lezen zeer bezwaarlijk. De acten zijn echter alle gered.
Ren ooi. Het „actenboek 1691 enz." bevat ook doopacten van
1691 —1714 en trouwacten van 1695— 1705, waarmede het Rijksarchief
kon worden aangevuld.
Rumpt. In een verborgen hoek van het archief vonden wij het
trouwboek van 1772 en volgende jaren, dat nog niet op den index
vermeld was.
Tricht. De Rijksarchivaris te Arnhem had naar den kerkeraad
teruggezonden het lidmatenboek 1719—1811, dat verkeerdelijk onder
zijn beheer was gekomen.
Zuilichem. In het Gemeentehuis vond ik een „kerkeboek
1737—1772" (met trouw-, doop- en lidmatenboek), dat bij het Rijks
archief te Arnhem nog niet bekend was. Het is of wordt opgezonden.
Ik mag niet eindigen zonder een woord van hartelijken dank aan
allen, die mij dezen arbeid verlichten, ja mij door hunne belangstelling
aanmoedigen. Ik noem vooral, zonder daarmede iemand te vergeten,
den redacteur van dit blad, die niet alleen voor deze mededee-
lingen een plaats heeft ingeruimd, maar van wien ik zeggen mag,
dat wij van dag tot dag elkanders medewerkers zijn geworden,
waarlijk niet alleen in deze dingen.
F. S. KN1PSCHEER.