180 Niet slechts de archieven zelf hebben zoo nieuwe tehuizen gevonden ook voor de archiefambtenaren is een tehuis ingericht. Reeds het vorige jaar voorspelde ik U, dat blijken zou van de belangstelling van wijlen ons medelid Morren in de archiefambtenaren. Inderdaad heeft Morren zijn geheele vermogen na aftrek van eenige legaten bestemd tot onderhoud van een vacantiehuis voor archiefambtenaren. Zijne eigene woning te 's-Graven- hage heeft hij als vacantiehuis aangewezen. Archiefambtenaren kunnen er kosteloos met hun gezin logeeren. Voorloopig ontvangen zij alleen gratis ontbijt; als de financiën het blijken toe te laten, zullen zij ook hunne verdere maaltijden kosteloos ontvangenthans moet er eene kleinigheid voor betaald worden. Het sympathieke plan is in Juli 11. in werking ge treden, en zoo ik meen, tot volle tevredenheid van degenen, die er van hebben geprofiteerd. Me dunkt, er is reden voorde eerste familie, die zich aanmeldde, bestond uit zes meerendeels volwassen personen; zij kregen de beschikking over drie slaapkamers en eene zitkamer (een tijd lang zelfs twee zitkamers). Zij konden in het Tehuis koffiedrinken voor 75 cents per persoon, middagmalen voor 1.25; maar als zij een uitstapje wilden maken, waren zij vrij, waar zij hunne maaltijden wilden gebruiken. Waarlijk in dezen tijd, nu de pensionhouders zulke hooge prijzen plegen te vragen, mag deze gelegenheid om goedkoop van de zomergenoegens van den Haag en Scheveningen te profiteeren wel gewaardeerd worden, en de herinnering aan Morren, die dat alles mogelijk heeft gemaakt, zal in veler gedachten dankbaar voortleven. Wat de Vereeniging van Archivarissen zelve betreft, het voornaamste feit in hare geschiedenis over het afgeloopen jaar is het optreden van dr Lasonder als nieuwen redacteur van het Archievenblad. Reeds dadelijk heeft hij ver schillende verbeteringen aangebracht: hij heeft de artikelen verdeeld over een officieel en een niet-officieel gedeelte, hij heeft eene afzonderlijke rubriek gewijd aan de Archiefwet en hare uitvoering, hij heeft de met kleine letter gedrukte berichten stelselmatig geordend. Telkens treft men zijne zorgzame hand in de afleveringen aan. Alleen bij de correctie der drukproeven mist men die soms. Zoo wordt ergens gesproken van de Cistolokauniversitelt te Leuvenvoor de latere lezers, die het Archievenblad als eene geschied bron zullen willen bestudeeren, teeken ik even aan, dat „Cistoloka'' geen Tczechisch woord is en Leuven niet in Tczecho-Slovakije ligt, maar dat bedoeld is „Catholieke" universiteit. Overigens gaat het het Archievenblad niet in allen deele naar den vleesche. De hooge drukkosten dwingen of tot beperking der uitgave of tot verhooging der contributie. Voor het oogenblik is de moeilijkheid ontweken, door de jaargangen 1920,21 en 1921/22 ineen te smelten en dus feitelijk in elk dier jaren slechts twee afleveringen te geven, maar dat is alleen een tijdelijke maatregel, die het nemen eener definitieve beslissing niet doet vermijden. 181 Ook kan ik U mededeelen, dat de tweede druk der Handleiding met veel moeite want het werk ging slechts langzaam voort is tot stand gekomen. De nieuwe uitgave wijkt van de vroegere slechts in kleinigheden af, die niet altijd verbeteringen zijn de letter der eigenlijke regels is vrij wat minder sprekend dan vroeger. Intusschen zij, die de Handleiding willen raadplegen, behoeven zich niet langer met Fransche of andere ver talingen te behelpen, en de kas der Vereeniging heeft er nog eene kleine winste door verkregen, die zij in deze tijden best gebruiken kan. Den heeren Feith en Verspyck Mijnssen, die bij het corrigeeren der drukproeven hielpen, mijn vriendelijken dank. Over de tot het laatst bewaarde personalia kan ik kort zijn. - Want het aftreden van onze medeleden Gonnet, Muller en De Waard, hoe gewichtig voor hen zelf en voor de archieven, waaraan zij verbonden waren, gaat onze vereeniging eigenlijk niet aan: zij blijven gewone leden gelijk tot dusverre. En ook in hun leven is eigenlijk weinig verandering gekomende heer Muller zet zijn werk aan het Oorkondenboek van Utrecht voort, als ware er niets veranderd. De heer Gonnet is bezig met de beschrijving van het belangrijke archief der Bagijnen van Amsterdam, en toen ik onlangs te Middelburg was, trof ik op het Rijksarchief den heer De Waard aan, die de ordening van het archief van Arnemuiden op zich genomen had. De voorschriften van den Ministerraad mogen de drie heeren voor senes decrepiti verklaren, zij zeiven bewijzen, dat althans in hun geval de Ministerraad het mis had. Onze ambtgenoot Goossens is, door eene reeds vroeger in uitzicht gestelde wijziging van de overgangsbepalingen van het Koninklijk besluit omtrent de wetenschappelijke archiefambtenaren, in de eerste klasse dier ambtenaren overgegaan. De heer De Vos te Zieriksee is de eerste, die krachtens ministerieele machttging zonder het vereischte radicaal te bezitten, gemeentearchivaris is geworden. Zelden was eene dispensatie beter ver diendwant de heer De Vos was feitelijk al lang archivaris, voordat hij den titel er van ontving. Sedert is ook ons oud-medelid Röell met dispen satie archivaris van Gorssel geworden. Een jubileum heeft in onzen kring alleen de heer Berends gevierd, die 1 Juli den dag herdacht, waarop hij 40 jaren geleden aan het gemeente archief te Zwolle verbonden werd. Ik wil hier niet herhalen wat ik dien dag tot hem gezegd heb, ik voeg thans alleen de wenschen zijner vakge- nooten elders toe aan die, welke hij 1 Juli uit zijne naaste omgeving ont ving, in het bijzonder ook met de Koninklijke onderscheiding, hem voor weinige dagen ten deel gevallen. Een ander jubileum mag ik ten slotte hier nog in herinnering brengen: dat van de Ecole des chartes te Parijs, die haar 100-jarig bestaan heeft gevierd. Ik was niet in de gelegenheid gevolg te geven aan de uitnoo-

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1921 | | pagina 6