178 biliteit van den huidigen secretaris van belang zijn, aan die van het gemeentebestuur doet het niets af; want als die registers in zulk een staat van verwaarloozing verkeerden, wie anders is daarvoor verantwoordelijk dan het gemeentebestuur? Laat ons hopen, dat de provinciale inspectie, die al in verschillende provincies in werking is getreden, aan dergelijke schandelijke toestanden een einde zal weten te maken. Het groote bezwaar, dat nog altijd de consolideering der nieuwe inrichting tegenhoudt, is het gebrek aan archiefambtenaren eerste klasse. De vacatures, door de laatste benoemingen bij het Rijksarchiefwezen ontstaan, zijn nog niet vervuld te Middelburg, te 's-Hertogenbosch, te Leeuwarden zijn nog geene chartermeesters aangesteld. Te Leiden is mej. mr. Breesnee als commies afgetredeneen ambtenaar eerste klasse om hare plaats in te nemen, heeft niet gesolliciteerd. Te Gouda zal met 1 October onze ambtgenoot Huoes om gezondheidsredenen aftreden zal zich een bevoegde sollicitant aanmelden, ook als het gemeentebestuur het traktement, dat thans belachelijk laag is, behoorlijk op peil brengt? De Archiefschool heeft twee ambtenaren eerste klasse afgeleverd. Slechts één daarvan, de heer Graswinckel, heeft eene plaats bij het archiefwezen gezocht, de tweede heeft een anderen meer aanlokkelijken werkkring aan vaard. Toch twijfel ik er geen oogenblik aan, of op den langen duur zal in dat tekort worden voorzien. Ook omdat de eischen voor benoembaarheid vermoedelijk minder zwaar zullen worden. Immers de wijziging, die het Academisch statuut in de opleiding der juristen heeft gemaakt, dwingt tot de keuze, of om van de juristen-archiefambtenaren eerste klasse altijd het schrijven van een proefschrift te vorderen of om tot de archiefambtenaren eerste klasse toe te laten allen, die alleen doctoraal examen hebben gedaan en als zoodanig tot eene rechterlijke betrekking benoembaar zijn. Wanneer de regeering tot het laatste overgaat, dan schijnt het mij uitgesloten, dat zij voor de litteratoren den eisch der promotie handhaaft, en het is niet onmogelijk, dat het laten vallen van de vordering om te promoveeren het getal lief hebbers voor de archiefloopbaan onder de litteratoren eenigszins doet stijgen. Hoe dat intusschen zij, ons corps is te klein, dan dat het niet met een jaarlijkschen aanwas van twee of drie nieuwe ambtenaren in denzelfden staat zou kunnen blijven. Maar als de moeilijkheden, waaronder wij thans zuchten, overwonnen zijn, als er in verscheidene provincies plaatselijke depots verrijzen, als allerlei gemeenten hare archieven gaan inrichten en onder deskundig beheer stellen, ja dan zal het corps archiefambtenaren zich moeten uitbreiden. Maar dan is ook de tijd gekomen om het archivaris ambt zoo te bezoldigen, als noodig is, om den jaarlijkschen toevoer van ambtenaren te versterken. Voorloopig is dat echter alles toekomstmuziek. Laten wij ons bepalen 179 tot het tegenwoordige, en ook letten op het goede, dat in het afgeloopen jaar verkregen is. Vooreerst dan, onze portvrijdom voor dienstbrieven en dienstpakketten bestaat nog, en als die wordt afgeschaft, dan zullen toch de kosten van verzending niet voor rekening der belanghebbenden worden gebracht, maar voor die van het departement blijven. Het uitleenen wordt dus geene doode letter De belangstelling in de kerkelijke archieven is gelukkig er niet op ver minderd. Op de begrooting zijn gelden uitgetrokken voor de ficheering van de opgaven omtrent doopen, trouwen en begraven, die hetzij in de akten- boeken hetzij in bijzondere registers, die onder de kerkeraden der Neder- landsch Hervormde kerk zijn blijven berusten, afgeschreven zijn. Ds. Knip- scheer te Zalt Bommel, die met dat werk belast is, heeft zijn arbeid in de provincie Gelderland aangevangen. De op deze wijze verzamelde gegevens zullen worden geplaatst in de Rijksdepöts en de gemeentelijke depóts, die er voor in aanmerking komen, ter aanvulling der naar de bewaarplaatsen over gebrachte doop trouw- en begraafboeken. Het reglement op de Nederlandsch Isfaëlietische kerkelijke archieven is in de laatste vergadering der Centrale commissie aangenomen: ik zal over den inhoud, waarover, zoo ik meen, eene bevoegde hand spoedig in het Nederlandsche Archievenblad schrijven zal, niet uitweiden, maar waarschuw alleen, dat het vooral op de toepassing zal aankomen. Van de grootste belangstelling in het archiefwezen getuigde het Kapittel te Utrecht van de bisschoppelijke Klerezy. Gelijk men zich herinneren zal, was het Kapittel met de Regeering in overleg getreden over eene regeling, waardoor de tot dusverre in het Rijksdepót te Utrecht be waarde middeleeuwsche archieven, waarvan de eigendom het Kapittel toe komt, over de verschillende Rijks- en gemeentedepóts, waar zij thuis be- hooren, zouden kunnen worden verdeeld. De regeling is niet alleen tot stand gekomen, maar het Kapittel heeft zich zelfs bereid verklaard den eigendom dier stukken aan het Rijk af te staan, mits dat het zijnerzijds aan het Kapittel overdraagt die archivalia, die eigenaardig tot het archief van het Kapittel behooren, en die verdere in de Rijksdepóts verspreide stukken, die voor de Klerezy van meer belang zijn dan voor de Rijksarchieven. Deze uiterst vrijgevige beschikking, waardoor tal van allerbelangrijkste deelen, ook uit de oude Kapittelarchieven, aan het Rijk worden aangeboden, is een overtuigend bewijs, hoe zeer het belang der zaak het Kapittel ter harte gaateene goede ordening, waardoor wat van ouds bij elkaar behoort, bij elkaar bewaard en beschreven wordt, stelt het hooger dan zijn eigen belang. Verheugen doen wij ons ook over de voltooiing van het nieuwe ar chiefgebouw te Groningen, al is het dan alleen het gebouw, dat voltooid is, en al ontbreekt nog de aankleeding met kasten en meubels. Ook het gemeentearchief van Delft heeft een beter zij het ook voorloopig onderdak gevonden in het voormalige raadhuis van Hof van Delft.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1921 | | pagina 5