198 Mr. J. W. Kool (I), oud-adjunct-archivaris van het Gemeente-archief van Haarlem, te Haarlem. Dr. J. Huges (I), oud-archivaris der gemeente Gouda, te Gouda. Mr. J. L. Berns (I), oud-rijksarchivaris in Friesland, te Leeuwarden. Krachtens artt. 2 en 3 van het Kon. Besluit van 2 September 1919, St.bl. no. 551: 1920. A. H. Drijfhout van Hooff (II), kapitein van de artillerie en volontair aan het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage. Mej. H. H. P. Rijperman (11), tijdelijk adjunct-commies aan het Bureau van de Commissie voor 's Rijks Geschiedkundige Publicatiën, te 's-Gravenhage. Jkvr. J. A. Dittlinger (II), te 's-Gravenhage. J. Smit (II), onderwijzer aan een openbare school, te 's-Gravenhage. S. de Jong (II), onderwijzer aan een openbare school, te 's-Gravenhage. J. J. Moerman (II), onderwijzer aan een openbare school, te 's-Gravenhage. 1921. H. M. van Bemmel (II), te Delft. Mej. Mr. W. M. H. Gey van Pittius (I), te 's-Gravenhage. H. Dommisse (II), volontair aan het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage. J. van Riemsdijk (II), te Schiedam. J. H. E. Asberg (II), te Rijswijk (Z.-H.) G. J. Lugard Jr. (II), volontair aan het Algemeen Rijksarchief te 's-Gra venhage. G. Koning (II), onderwijzer aan een openbare school, te 's-Gravenhage. R. Brunsting (II), onderwijzer aan een openbare school, te 's-Gravenhage. N. J. Pabon (II), volontair aan het Rijksarchief in Noordbrabant, te 's-Her- togenbosch. Mej. Dr. D. A. Felix (I), te 's-Gravenhage. ARCHIEFSCHOOL. Directeur: De Algemeene Rijksarchivaris. Leeraren: Prof. Mr. R. Fruin, Algemeen Rijksarchivaris (Archiefeconomie, ChronologieKennis der Vaderlandsche 'rechts- en staatsinstellingen in de Middeleeuwen)Prof. Dr. H. Brugmans, Hoogleeraar aan de Gemeente-Untversiteit te Amsterdam (Palaeographie)Prof. Dr. O. Oppermann, Hoogleeraar aan de Rijks-Universiteit te Utrecht (Diplo matiek); Dr. N. JapikseDirecteur van het Bureau der Commissie voor 's Rijks Geschiedkundige Publicatiën (Kennis der Vaderlandsche Staats instellingen onder de Republiek en later); W. Nolet, Professor aan het Seminarie te Warmond (Kennis der Middeleeuwsche kerkelijke instellingen). 199 IN MEMORIAM. Mr. P. A. N. S VAN MEURS. Op Zondag 4 September 1.1. overleed, 61 jaar oud, in de hooge bergen van zijn geliefd Tirol, na een ongesteldheid van slechts één dag, de Archivaris aan het Algemeen Rijksarchief Mr. P. A. N. S. van Meurs, sedert de oprichting lid onzer Vereeniging. De eerste aflevering van ons tijdschrift na zijn overlijden mag niet verschijnen zonder dat daarin een enkel woord aan zijn nagedachtenis gewijd wordt. Want behalve een der alleroudste in dienstjaren van ons corps aan het Algemeen Rijksarchief was Van Meurs gedurende bijna een menschenleeftijd, van 1885 af aan, verbonden en hij was de eenige der thans nog in dienst zijnde ambtenaren, die nog onder den Rijks archivaris Van den Beroh had gewerkt droeg Van Meurs, vereenigings- mensch als hij wasik herinner hier onder meer aan zijn bestuurs lidmaatschappen van de Tucht-Unie, van de Vereeniging tot Bevordering van Zondagsrust, van het Algemeen Nederlandsch Verbond, van de Neder- landsche Alpenvereeniging en van de Natuurhistorische Vereeniging, terwijl het hier ook de plaats is om te vermelden, dat hij tot zijn dood toe als advocaat was ingeschreven (op zijn visitekaartje stond zelfs vermeld „advocaat en rijksarchivaris"), ook steeds aan onze Vereeniging een warm hart toe. Vooral gedurende de eerste periode van haar bestaan werd door Van Meurs niet licht een jaarvergadering verzuimd, en hij nam aan de besprekingen steeds een werkzaam aandeel. Ook worden in de eerste jaargangen van ons blad verscheiden artikelen en boekbesprekingen van zijn hand aangetroffen. Van deze laatste zijn thans nog van belang die over de Verslagen omtrent de regeling van de gemeente- en waterschaps archieven in de provincie Utrecht over 1894, 1895 en 1896, terwijl vooral ook moet genoemd worden zijn bespreking van den Inventaris van de rechterlijke archieven van Middelburg van Van Visvliet en Swavino, die in den jaargang 1906/1907 verscheen. Het meest bekend is dan ook zijn strijd voor de gemeente archieven, niet alleen voor de goede bewaring en beschrijving van deze, maar ook om het daarheen te leiden, dat voor deze archieven dezelfde bepalingen gemaakt zouden worden als voor de rechterlijke archieven, nl. dat ze als regel in de rijksarchieven zouden worden geplaatst, terwijl alleen die ge- Als volontair van 18851887, als klerk van JanuariAugustus 1888, als adjunct-commies van September 18881891, als commies van 18911894, als adjunct- archivaris van 18951913, als archivaris van 1913—1921.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1921 | | pagina 15