166 Berichten. 167 resident te Genua (1704—1718). Het was ten onrechte gescheiden in twee deelen; een aantal banden vormde de verzameling-MOLiNARi, andere stukken, meerendeels tot bundels vereenigd, waren ingedeeld bij het oudere gedeelte der bestuursakten, afdeeling Souvereine machten, Oostenrijksch consulaat te Genua. Dr. Ferorelli is er in geslaagd het fonds te herstellen, waarna hij het heeft geordend en beschreven. Voor nadere bijzonderheden wordt verwezen naar een aanhangsel van het verslag, waarin Dr. Ferorelli rekenschap geeft van zijn arbeid en het belang van dit archief uitvoerig bespreekt. Het drukken der regesten van de brievencollectie-Visconti is beëindigd. Het eerste deel omvat de decreten en de binnenlandsche brieven, het tweede de brieven en akten betreffende buitenlandsche zaken. De chronologische en alphabelische indices zijn persklaar en aan de inleiding wordt gewerki. Het is echter zeer moeilijk om het geschikte papier machtig te worden en vooral hierdoor wordt de uitgave vertraagd. Het hertogelijk archief-SFORZA is opnieuw vermeerderd met meer dan 3000 stukken, die werden teruggevonden in de oude verzameling: allerlei stukken van geschiedkundig belang. Een der bewerkers van dit archief voegde 300 fiches toe aan zijn collectie uittreksels uit de hertogelijke registers, die onmisbaar zijn voor het terechtbrengen van talrijke niet of niet zeker gedateerde stukken. De nieuwe inventaris van de charters der godsdienstige instellingen is nagenoeg geheel voltooid. Ook het werk aan de archieven van het klooster van S. Maria della Vittoria te Milaan en andere conventen maakte in het verslagjaar goede vorderingen. Toen in den aanvang van 1916 vijandelijke vliegtuigen boven Milaan verschenen, werd het nemen van maatregelen noodig ter beveiliging van de archiefstukken. Ver schillende brandblusch-apparaten werden aangeschaft en de belangrijkste stukken vonden een plaats in de lokalen, die de meeste zekerheid tegen van buiten komend gevaar boden. Maar men kon hiermede niet meer volstaan toen tegen het eind van October 1917 het vraagstuk urgent werd, hoe althans de kostbaarste archivalia gevrij waard Konden worden tegen de gevolgen van militaire operaties. Na ijverige onder handelingen met de burgerlijke en militaire autoriteiten, deed de directeur 31 groote kisten met stukken tijdelijk overbrengen naar het staatsarchief te Lucca. Tot die stukken behoorden o.a. het geheele chartermuseum, met de verzameling bullen en breven tot Alexander VI, de collecties autographen, diplomen en berichten van souvereinen, gemeentelijke statuten en 24 hertogelijke registers. Toen het gevaar definitief was afgewend, keerden al deze stukken in den loop van 1919 weer naar de bewaarplaats te Milaan terug. Aan het verslag zijn twee aanhangsels toegevoegd. Het eerste bevat de rede, gehouden door den heer Vittani bij de opening van den cursus 1918/9 der Milaansche archiefschool. Hij gaf daarin rekenschap van de sporen, die door oorlogen en vredesverdragen zijn nagelaten in het archief-ViSCONTi. In het tweede aanhangsel behandelt N. Ferorelli de hierboven reeds genoemde brievenverzameling-MoLiNARi. M. v. E. Algemeen. Tehuis voor archiefambtenaren. Regenten van het Tehuis voor archiefambtenaren maken bekend, dat voor archiefambtenaren, niet te 's-Gravenhage of in aangrenzende gemeenten gevestigd, in de maanden Juli en Augustus 1921 gelegenheid zal zijn met hun gezin hunne vacantie door te brengen in het gebouw der stichting Celebesstraat 76, 's-Gravenhage. Zij, die ziekteverlof hebben, komen in de eerste plaats in aanmerking. Zij genieten dan voor zich en hun gezin vrij logies en ontbijt. Zij, die hiervan wenschen gebruik te maken, worden uit- genoodigd zich met opgave van alle b ij zonderheden omtrent den tijd van hun verlof, den omvang van hun gezin en bijzondere wenschen te wenden tot den heer E. A. Kuipers, commies van het Departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen te 's-Gravenhage. Examens Archiefschool. Voor wetenschappelijk archiefambtenaar der eerste klasse zijn geslaagd Mej. Mr. W. H. M. Gey van Pittius en Jhr. Mr. D. P. M. Graswinckel, beiden te 's-Gravenhage; voor wetenschappelijk archief ambtenaar der tweede klasse is geslaagd H. M. van Bemmel te Delft. Staatsbegrooting voor 1921. In de vergadering van de Tweede Kamer op 20 December 1920 is over de artikelen betreffende het archiefwezen ge handeld. De Heer Van Beresteyn heeft een lans gebroken voor de subsidieering van het Filmarchief. De Minister zal de zaak nader in overweging nemen, wanneer hem gebleken is, dat de financieele toestand van de Vereeniging sterker is geworden. Bij artikel 196 heeft de Heer Van Beresteyn het volgende gezegd naar aan leiding van de positie der commiezen bij de rijksarchieven „Mijnheer de Voorzitter! De bezwaren, die op de archieven worden gevoeld ten aanzien van de bezetting van die archieven met wetenschappelijke ambtenaren, worden niet opgelost door de wijze, waarop de Minister zich voorstelt dat te doen. In het salarisbesluit worden de commiezen bij de Rijksarchieven op één lijn gesteld met de commiezen bij onderwijsgebouwen en bij de verschillende Departementen, maar dat is een volkomen onjuiste classificeering. De commiezen bij de Rijks archieven moeten in de eerste plaats zijn meester in de rechten, in de tweede plaats moeten zij een zwaar examen hebben gedaan boven het academische examen en in de derde plaats moeten zij een niet onbelangrijke stage hebben doorgemaakt. Tal van ambtenaren, studiegenooten van de commiezen bij de Rijksarchieven, hebben reeds lang, doordat zij naar een Departement zijn overgegaan, den rang van hoofd commies en referendaris bereikt, terwijl zij als commies bij de Rijksarchieven slechts langzaam hebben kunnen opkruipen. Daarom zou ik den Minister in ernstige over weging willen geven er een andere categorie van te maken. Feit is, dat men anders een tekort zal krijgen; thans reeds zal de Minister bij de vervulling der open plaatsen moeite genoeg hebben om ze met deskundigen te bezetten." De Minister heeft beloofd het punt in ernstige overweging te nemen. Verder is noch in de Tweede noch in de Eerste Kamer over de archieven gehandeld De punten, in de vorige aflevering vermeld, zijn dus door beide onver anderd aangenomen. Wel zijn de archieven in de beide Kamers herhaaldelijk genoemd in de ge wisselde stukken en in de beraadslagingen over de zaak van den Portvrijdom. Het slot is, dat door den Minister een gunstige regeling in dezen is toegezegd. Zoodra deze regeling is tot stand gekomen, hopen we er in een opzettelijk artikel in ons blad over te handelen. De Archiefwet en hare uitvoering. Archiefschool. Bij Kon. Besluit van 4 November 1920, Nr. 50, is bepaald, dat art. 16 van het Kon. Besluit van 28 October 1919, Nr. 30, wordt gelezen als volgt:

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1921 | | pagina 39