86 87 over de bezwaren, die een gemeentebestuur in Friesland hiertegen maakte, en het geen door den Minister hierop is geantwoord, nemen we het volgende over uit het Algemeen Handelsblad van 22 November 1920 „Op de aanvraag van het Rijksarchief om toezending van de oude doop-, trouw en begraafboeken, ingevolge het bepaalde bij Koninklijk besluit van 20 Juni 1919 (Staatsblad no. 389), maakten burgemeester en wethouders eener gemeente bezwaar. Wel zijn deze boeken in 1811 door de toenmalige keizerlijke regeering „ten publieken dienst" bestemd, maar dit rechtvaardigt nog niet de opvatting, dat zij uit de gemeente archieven kunnen worden weggevoerd. Ook in die archieven voldoen zij ten volle aan hun gemelde bestemming. Intusschen verklaarden burgemeester en wethouders, door den raad daartoe gemachtigd, zich bereid die stukken aan het rijk in bruikleen af te staan. Naar aanleiding daarvan heeft thans de Algemeene Rijksarchivaris aan het bedoelde gemeentebestuur het volgende bericht: „Naar aanleiding van uw boven aangehaald schrijven heb ik de eer u op te merken, dat de oude doop-, trouw en begraafboeken in 1811 opgevraagd zijn ten behoeve der maires, omdat dezen toen tevens officiers de l'état civil waren. Toen deze functies later gescheiden werden, zijn zij bij de gemeente-archieven blijven berusten zonder daarom gemeente-eigendom te worden. De gemeenfe mist dus de bevoegdheid deze registers, die haar niet toekomen, aan het rijk of aan wie ook in bruikleen af te staan. Daarentegen heeft het rijk de bevoegdheid deze stukken, die in 1811 onder zijne ambtenaren berustten, van de tegenwoordige houders op te vorderen. Ik noodig u uit alsnog aan het gegeven voorschrift gevolg te geven." Wat betreft de provincie Zuidholland is door den archivaris, belast met het beheer van de 4de Afdeeling van het Algemeen Rijksarchief, in dezen een circulaire gericht aan de verschillende gemeenten en is door hem van deze zelfde gelegenheid gebruik gemaakt om op te vragen de rekeningeu en staten van het middel van trouwen en begraven. Tot heden heeft de grootste helft van de gemeenten aan de uitnoodiging tot opzending gevolg gegeven. Bij ééne gemeente moest geconstateerd worden, dat de gevraagde boeken in de laatste vijftien jaar waren vernietigd; volgens den secretaris, omdat bewaring niet meer mogelijk was, zonder dat daarbij echter een deskundige is geraadpleegd. Lijst van vernietigbare stukken in waterschapsarchie ven. De Minister van Waterstaat heeft bij beschikking van 11 Juni 1920, no. 301, vastgesteld een lijst van voor vernietiging in aanmerking komende stukken in archieven van waterschappen, veenschappen en veenpolders met opgave der ter mijnen, waarna die stukken kunnen worden vernietigd. Provincie Noordbrabant. De heer ViNC. F. L. W. Cleerdin, be last met het toezicht op de gemeente- en waterschapsarchieven, is door Gedeputeerde Staten van Noordbrabant in verband met de invoering van de archiefwet 1918 op de meest eervolle wijze van zijn taak ontheven. fProv, N.-Brab. en 's- Hert. Ct.J. Gemeente Steenbergen. Burgemeester en Wethouders van Steen bergen stellen den gemeenteraad voor den heer A. Mulder, hoofd van de openbare school të Berkel en Rodenrijs en na de opheffing van die school met 1 Januari 1921 als zoodanig op wachtgeld gesteld, die bij de in Juli 1.1. gehouden examens slaagde voor dat van archiefambtenaar tweede klasse, met de ordening van het oud-archie te belasten op eene wedde van 3000 's-jaars. Gemeente Brielle. (Jit vriendschappelijke hulde voor den Brielschen archivaris bij gelegenheid van diens 25-jarig jubileum heeft Joh. Braakensiek een aquarel geschiiderd, voorstellende Maarten Harpertszoon Tromp als scheepskapitein aan boord van zijn schip. Eerst dezer dagen is het aquarel voltooid en aan den heer Joh. H. Been opgezonden. fN. R. Ct.J Gemeente Gouda. Aan Dr. J. Huges is tegen 1 Januari 1920 op zijn verzoek eervol ontslag verleend als archivaris der gemeente. Gemeente Alkmaar. De heer C. W. Bruinvis, oud gemeente archivaris en oud-wethouder dezer gemeente was heden 91 jaar oud. Het gemeente bestuur heeft deze gelegenheid aangegrepen hem officiëel geluk te wenschen en het was dat bestuur aangenaam daarbij de opdracht uit te voeren vanwege H. M. de Koningin den jarige ter hand te stellen de zilveren eerepenning als blijk van érkening zijner groote verdiensten ten opzichte van de gemeentelijke verzameling van weten schappen en kunst. (N. Ct.J Gemeente Amsterdam. Op 16 Juli 1.1. vierde A. M. Marx, eerste amanuencis aan het gemeente-archief, zijn 25-jarig ambtsjubileum. Gemeente Zierikzee. De heer P. D. de Vos, commies-griffier ter secretarie, is benoemd tot archivaris der gemeente onder eervol ontslag uit zijn eerstgenoemde betrekking. De heer De Vos is de eerste, bij wiens benoeming is gebruik gemaakt van de bepaling in art. 15, al. 4 van de Archiefwet 1918. Gemeente Sittard. De heer J. M. van de Venne, adjunct-commies aan het rijksarchief in Limburg, verzocht ons er melding van te maken dat door hem in zijn vrijen tijd een inventaris van het gemeente-archief van Sittard is samengesteld. Deze is, buiten weten van den schrijver, door het gemeentebestuur gedrukt, zoodat de noodzakelijke inleiding en de indices ontbreken, terwijl er tal van drukfouten in voorkomen en ook overigens het drukwerk te wenschen overlaat. De heer Van de Venne stelt zich voor deze uitgave dan ook niet aansprakelijk. Kerkelijke en andere archieven. Archieven van de Ned. Hervormde Kerk. Door de goed gunstige beschikking van Z. Exc. den Minister van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen blijft de heer Dr. L. Lasonder, Rijksarchivaris te 's-Gravenhage, nog tot 1 September 1921 werkzaam voor de verzorging van de archieven der Ned. Hervormde Kerk. fIVeckhlad van de Ned. Hervormde Kerk). Buitenlandsche ARCHIEVEN. Historische commissie van het rijksarchief te Berlijn. Blijkens een draadloos bericht van het N. T. A. heeft te Berlijn de eerste vergadering plaats gehad van de historische commissie voor het Rijksarchief aan welke is opge dragen de documenten van het rijk sinds 1867 te verzamelen en te schiften en een overzicht op schrift te stellen van den wereldoorlog, op grond van dit materiaal. De onderminister van binnenlandsche zaken van het rijk Lewald, presideerde de bijeen komst. (Oï/i?. Handelsblad.) Archief van den Emir van Bochara. In een Duitsche publicatie vinden wij het volgende vermeldIn een vergadering der historisch-filologische afdeeling van de Akademie van wetenschappen te St.-Petersburg heeft het lid Oldenburg Deze commissie is samengesteld uit den vroegeren rijkskanselier VonBethmann Holweg, prof. Hans Delbruck, generaal Von Freitag Loringhoven, den vroegeren staatssecretaris Dr, Lewald en den historicus Dr. Oncken.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1920 | | pagina 49